Tijdvak 6 (1600 - 1700)
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie
16e en 17e eeuw opkomst handelskapitalisme in Republiek. Nederlandse handelaren steeds meer
overzee handelen en groeit uit tot grootste stapelmarkt van Europa (Antwerpen afgesloten). = en
neemt deel van Wereldeconomie.
→ VOC = Azië, is de enige die daar mag handelen. Vooral specerijen. Kapitaal via aandelen. Bestuur
over overzeese handelsposten. Afsluiten verdragen. Eigen soldaten.
→ WIC = West-Afrika en Amerika, is ook de enige (monopolie). Vooral slaven, plantageproducten.
Eigen soldaten. Kaapvaart tegen Spanje. Bestuur over overzeese handelsposten. Afsluiten verdragen
Opbloei handel is opbloei hele economie = Gouden eeuw.
Andere landen hebben mercantilisme = maximale export en minimale import.
SAMENGEVAT: Amsterdam haven, wereldeconomie, VOC, WIC, Gouden eeuw
De bijzonder plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel
opzicht van de Nederlandse republiek.
Politiek: Decentraal bestuur, particularisme = macht in handen van regenten en bestuur in de
Republiek had een burgerlijk karakter
Opbloei economie = gevolg→ daardoor ook weinig werkloosheid, goede armenzorg, culturele bloei in
schilderkunst, literatuur, wetenschap en godsdienst (gewetensvrijheid).
SAMENGEVAT: Opbloei economie, gen centraal bestuur, hoge welvaart, goede zorg, opbloei
cultuur, of terwijl dit waren goede tijden van de Republiek
Het streven van vorsten naar absolute macht
Franse vorsten streven naar centralisatie
→ Lodewijk XlV erg vroeg koning en Frankrijk was erg onrustig in jeugd. En ging vanaf haalbare
leeftijd helemaal alleen regeren = absolutisme (koning alle macht en alleen god verantwoording legt).
→ Iedereen luisterde, omdat men dacht dat deze vorst door god gekozen was en daardoor anders
ook tegen god zou ingaan.
→ Mercantilisme en alleen katholiek toegestaan. Kunst en wetenschap belangrijk
SAMENGEVAT: Lodewijk XlV, mercantilisme, absolutisme
De wetenschappelijke revolutie
→ Wetenschap = Opdoen van kennis op basis van experimenteren, waarneming en gebruik van
verstand
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie
16e en 17e eeuw opkomst handelskapitalisme in Republiek. Nederlandse handelaren steeds meer
overzee handelen en groeit uit tot grootste stapelmarkt van Europa (Antwerpen afgesloten). = en
neemt deel van Wereldeconomie.
→ VOC = Azië, is de enige die daar mag handelen. Vooral specerijen. Kapitaal via aandelen. Bestuur
over overzeese handelsposten. Afsluiten verdragen. Eigen soldaten.
→ WIC = West-Afrika en Amerika, is ook de enige (monopolie). Vooral slaven, plantageproducten.
Eigen soldaten. Kaapvaart tegen Spanje. Bestuur over overzeese handelsposten. Afsluiten verdragen
Opbloei handel is opbloei hele economie = Gouden eeuw.
Andere landen hebben mercantilisme = maximale export en minimale import.
SAMENGEVAT: Amsterdam haven, wereldeconomie, VOC, WIC, Gouden eeuw
De bijzonder plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel
opzicht van de Nederlandse republiek.
Politiek: Decentraal bestuur, particularisme = macht in handen van regenten en bestuur in de
Republiek had een burgerlijk karakter
Opbloei economie = gevolg→ daardoor ook weinig werkloosheid, goede armenzorg, culturele bloei in
schilderkunst, literatuur, wetenschap en godsdienst (gewetensvrijheid).
SAMENGEVAT: Opbloei economie, gen centraal bestuur, hoge welvaart, goede zorg, opbloei
cultuur, of terwijl dit waren goede tijden van de Republiek
Het streven van vorsten naar absolute macht
Franse vorsten streven naar centralisatie
→ Lodewijk XlV erg vroeg koning en Frankrijk was erg onrustig in jeugd. En ging vanaf haalbare
leeftijd helemaal alleen regeren = absolutisme (koning alle macht en alleen god verantwoording legt).
→ Iedereen luisterde, omdat men dacht dat deze vorst door god gekozen was en daardoor anders
ook tegen god zou ingaan.
→ Mercantilisme en alleen katholiek toegestaan. Kunst en wetenschap belangrijk
SAMENGEVAT: Lodewijk XlV, mercantilisme, absolutisme
De wetenschappelijke revolutie
→ Wetenschap = Opdoen van kennis op basis van experimenteren, waarneming en gebruik van
verstand