OND samenvatting Hoofdstuk 4 – Hoe analyseer en rapporteer je de gegevens?
4.1 - Hoe analyseer je kwantitatieve gegevens?
Voorbereiding analyse
Statistisch programma SPSS, Excel
of internet?
Datamix
Onderzoeksvraag Frequentie, verschil
of samenhang?
Meetniveau Nominaal, ordinaal,
interval of ratio?
Populatie Steekproef
Steekproefgrootte
Het resultaat van de dataverzameling is meestal een berg gegevens. Dat kunnen vragenlijsten zijn,
maar ook observatieformulieren, sociale mediaberichten of dossiers. Bij kwantitatief onderzoek
worden die gegevens vrijwel altijd met de computer verwerkt en geanalyseerd.
De volgende vragen moeten dan gesteld worden:
Welk statistisch programma gebruik je?
Welke gegevens voer je in de datamatrix in?
Wat is/zijn je onderzoeksvraag/-vragen?
o Bekijk of het gaat om frequenties, verschillen of verbanden/samenhang
Wat is het meetniveau van je variabelen?
o Meetniveau van een variabele = Een classificatie van de variabele gegevens en is
bepalend voor de uit te voeren bewerkingen. Onderscheiden worden: nominaal,
ordinaal en interval- en ratiomeetniveau
o Er zijn verschillende meetniveaus:
Nominaal = bestaat de variabele uit verschillende waarden waar geen
verschil zit tussen beide. Er zijn dus verschillende categorieën aan te duiden,
maar er zijn geen verschillen tussen deze categorieën. Het gaat hier daarom
slechts om het benoemen van de bijbehorende waarde.
Ordinaal = Er is wel sprake van meer of minder, maar het verschil tussen de
categorieën is niet in een getal uit te drukken.
Interval- en ratio = Het verschil tussen categorieën is termen van meer of
minder wel in een getal uit te drukken.
4.1 - Hoe analyseer je kwantitatieve gegevens?
Voorbereiding analyse
Statistisch programma SPSS, Excel
of internet?
Datamix
Onderzoeksvraag Frequentie, verschil
of samenhang?
Meetniveau Nominaal, ordinaal,
interval of ratio?
Populatie Steekproef
Steekproefgrootte
Het resultaat van de dataverzameling is meestal een berg gegevens. Dat kunnen vragenlijsten zijn,
maar ook observatieformulieren, sociale mediaberichten of dossiers. Bij kwantitatief onderzoek
worden die gegevens vrijwel altijd met de computer verwerkt en geanalyseerd.
De volgende vragen moeten dan gesteld worden:
Welk statistisch programma gebruik je?
Welke gegevens voer je in de datamatrix in?
Wat is/zijn je onderzoeksvraag/-vragen?
o Bekijk of het gaat om frequenties, verschillen of verbanden/samenhang
Wat is het meetniveau van je variabelen?
o Meetniveau van een variabele = Een classificatie van de variabele gegevens en is
bepalend voor de uit te voeren bewerkingen. Onderscheiden worden: nominaal,
ordinaal en interval- en ratiomeetniveau
o Er zijn verschillende meetniveaus:
Nominaal = bestaat de variabele uit verschillende waarden waar geen
verschil zit tussen beide. Er zijn dus verschillende categorieën aan te duiden,
maar er zijn geen verschillen tussen deze categorieën. Het gaat hier daarom
slechts om het benoemen van de bijbehorende waarde.
Ordinaal = Er is wel sprake van meer of minder, maar het verschil tussen de
categorieën is niet in een getal uit te drukken.
Interval- en ratio = Het verschil tussen categorieën is termen van meer of
minder wel in een getal uit te drukken.