Basisboek Facility Management – Hoofdstuk 6
IFM samenvatting Hoofdstuk 6 – Toekomst van facility management
Vragen van dit hoofdstuk:
Wat zijn effecten van maatschappelijke ontwikkelingen op hoe bedrijven opereren en hoe
mensen werken?
Welke kansen biedt de netwerkeconomie voor facility professionals?
Wat zien we daarvan nu al in praktijk?
Wat zijn toekomstige vraagstukken?
Wat is de invloed van het type netwerk op de rol van facility manager?
Wat moet je kennen en kunnen in de rol van gebiedsmanager, community manager of
community builder?
Wat zijn overeenkomsten en verschillen tussen deze rollen?
Met welke veranderingen krijgt iedere facility professional te maken?
Hoe bruikbaar is scenarioplanning?
6.1 - Inleiding
Het is voor een facility professional van belang om zijn vak bij te houden op maatschappelijk een
technologisch vlak.
In de volgende paragrafen wordt er gewerkt met de methode van scenarioplanning (H2). Per
scenario zullen de volgende vragen aanbod komen:
Wat zien we nu al in de praktijk?
Wat is de rol van facility management in deze verschijningsvorm?
Wat moet een facility professional kunnen in deze rol?
Wat zijn belangrijke vraagstukken voor de toekomst?
6.2 - De twee drijvende krachten
Zie: Figuur 6.1
1. De relatie tussen mensen of organisaties onderling – van open tot gesloten netwerken
Er bestaan drie soorten relaties:
o Mensen onderling
o Mensen en organisatie
o Organisaties onderling
Relaties onderling vormen een netwerk
o Netwerk = Het geheel van relaties
o Open netwerk = Het netwerk is toegankelijk voor iedereen die wil
deelnemen (bijv. buurtcentrum)
o Besloten netwerk = Om deel te nemen aan dit netwerk moet je lid zijn
2. De aard van de samenwerking, waarvan de schaal kan variëren van samenwerking tussen
individuen tot samenwerking in een groot collectief
De aard van organisaties varieert enorm; cultuur, marktgerichtheid, winstoogmerk,
maatschappelijke relevantie, introvert / extravert, samenwerking, wendbaarheid.
Een manier waarop bedrijven hun wendbaarheid vergroten, is door minder
personeel in vaste dienst te nemen (toekomst: steeds meer personeel is tijdelijk op
projectbasis)
Het karakter van samenwerking: van overwegend vast en langdurig naar meer
flexibel en tijdelijk van aard
Open 1
, Basisboek Facility Management – Hoofdstuk 6
6.3 - De vier scenario’s
Sportcomplex – open
Fitnesscenter – open
organisatie voor diverse
accommodatie voor
teamsporten en supporters
individuele sporters
Collectief Individueel
Voetbalclub – besloten Golfvereniging – besloten
organisatie alleen voor community voor
leden en bezoekende clubs individuen, waar ook
in georganiseerd andere mogen golfen op
competitieverband uitnodiging en als ze aan de
eisen voldoen
Besloten
6.4 - Open organisaties (vergelijkbaar met een sportcomplex)
Er bestaan bedrijven en instellingen die intensief samenwerken met andere bedrijven en instellingen
om het eigen primaire proces te organiseren.
Belangrijk bij het type ‘sportcomplex’:
Intensieve samenwerking
Gehuisvest in een afgebakend gebied
6.4.1 Wat zien we nu al in de praktijk?
Universiteitscampussen
o Bedrijven die gebruikmaken van eenzelfde soort kennis als de universiteit
o Gezamenlijk belang: kennis en innovatie
Bedrijventerrein
o Gezamenlijk belang: schone, veilige omgeving, goede infrastructuur,
groenvoorziening, bereikbaarheid voor medewerkers, gebiedsmarketing en soms
ook horecavoorzieningen of evenementen
o Parkmanagement = Het totale terrein wordt beheerd door bedrijven
o Bedrijveninvesteringszone = Alle ondernemers en/of eigenaren verplicht stellen een
financiële bijdrage te leveren, mits een voorstel met ruime meerderheid van
stemmen wordt aangenomen
NS-stations en Schiphol
o Gezamenlijk belang: vorming van de reizigersbeleving
Wijkfuncties zoals scholen, culturele centra, theaters, opvangtehuizen, gezondheidscentra,
buurthuizen en sportaccommodaties
6.4.2 Wat is de rol van facility management in open organisaties?
Twee verschillende niveaus open organisaties:
Open organisatie die deel uitmaakt van een netwerk
2
IFM samenvatting Hoofdstuk 6 – Toekomst van facility management
Vragen van dit hoofdstuk:
Wat zijn effecten van maatschappelijke ontwikkelingen op hoe bedrijven opereren en hoe
mensen werken?
Welke kansen biedt de netwerkeconomie voor facility professionals?
Wat zien we daarvan nu al in praktijk?
Wat zijn toekomstige vraagstukken?
Wat is de invloed van het type netwerk op de rol van facility manager?
Wat moet je kennen en kunnen in de rol van gebiedsmanager, community manager of
community builder?
Wat zijn overeenkomsten en verschillen tussen deze rollen?
Met welke veranderingen krijgt iedere facility professional te maken?
Hoe bruikbaar is scenarioplanning?
6.1 - Inleiding
Het is voor een facility professional van belang om zijn vak bij te houden op maatschappelijk een
technologisch vlak.
In de volgende paragrafen wordt er gewerkt met de methode van scenarioplanning (H2). Per
scenario zullen de volgende vragen aanbod komen:
Wat zien we nu al in de praktijk?
Wat is de rol van facility management in deze verschijningsvorm?
Wat moet een facility professional kunnen in deze rol?
Wat zijn belangrijke vraagstukken voor de toekomst?
6.2 - De twee drijvende krachten
Zie: Figuur 6.1
1. De relatie tussen mensen of organisaties onderling – van open tot gesloten netwerken
Er bestaan drie soorten relaties:
o Mensen onderling
o Mensen en organisatie
o Organisaties onderling
Relaties onderling vormen een netwerk
o Netwerk = Het geheel van relaties
o Open netwerk = Het netwerk is toegankelijk voor iedereen die wil
deelnemen (bijv. buurtcentrum)
o Besloten netwerk = Om deel te nemen aan dit netwerk moet je lid zijn
2. De aard van de samenwerking, waarvan de schaal kan variëren van samenwerking tussen
individuen tot samenwerking in een groot collectief
De aard van organisaties varieert enorm; cultuur, marktgerichtheid, winstoogmerk,
maatschappelijke relevantie, introvert / extravert, samenwerking, wendbaarheid.
Een manier waarop bedrijven hun wendbaarheid vergroten, is door minder
personeel in vaste dienst te nemen (toekomst: steeds meer personeel is tijdelijk op
projectbasis)
Het karakter van samenwerking: van overwegend vast en langdurig naar meer
flexibel en tijdelijk van aard
Open 1
, Basisboek Facility Management – Hoofdstuk 6
6.3 - De vier scenario’s
Sportcomplex – open
Fitnesscenter – open
organisatie voor diverse
accommodatie voor
teamsporten en supporters
individuele sporters
Collectief Individueel
Voetbalclub – besloten Golfvereniging – besloten
organisatie alleen voor community voor
leden en bezoekende clubs individuen, waar ook
in georganiseerd andere mogen golfen op
competitieverband uitnodiging en als ze aan de
eisen voldoen
Besloten
6.4 - Open organisaties (vergelijkbaar met een sportcomplex)
Er bestaan bedrijven en instellingen die intensief samenwerken met andere bedrijven en instellingen
om het eigen primaire proces te organiseren.
Belangrijk bij het type ‘sportcomplex’:
Intensieve samenwerking
Gehuisvest in een afgebakend gebied
6.4.1 Wat zien we nu al in de praktijk?
Universiteitscampussen
o Bedrijven die gebruikmaken van eenzelfde soort kennis als de universiteit
o Gezamenlijk belang: kennis en innovatie
Bedrijventerrein
o Gezamenlijk belang: schone, veilige omgeving, goede infrastructuur,
groenvoorziening, bereikbaarheid voor medewerkers, gebiedsmarketing en soms
ook horecavoorzieningen of evenementen
o Parkmanagement = Het totale terrein wordt beheerd door bedrijven
o Bedrijveninvesteringszone = Alle ondernemers en/of eigenaren verplicht stellen een
financiële bijdrage te leveren, mits een voorstel met ruime meerderheid van
stemmen wordt aangenomen
NS-stations en Schiphol
o Gezamenlijk belang: vorming van de reizigersbeleving
Wijkfuncties zoals scholen, culturele centra, theaters, opvangtehuizen, gezondheidscentra,
buurthuizen en sportaccommodaties
6.4.2 Wat is de rol van facility management in open organisaties?
Twee verschillende niveaus open organisaties:
Open organisatie die deel uitmaakt van een netwerk
2