2.1 Soorten Mengsels
Een mengsel bestaat uit 2 of meer mengsels.
Oplossing:
- helder mengsel
- vaste stof in een vloeistof
- nooit kleurloos
● cola, appelsap
Suspensie:
- troebel
- vaste stof in een vloeistof
- deeltjes te groot om doorheen te kunnen kijken - deeltjes zakken meestal
naar de bodem
● sinaasappelsap, modderwater
emulgator → een vloeistof die ervoor zorgt dat twee stoffen met elkaar mengen,
zonder emulgator zal de vloeistof snel weer ontmengen
Emulsie:
- troebel mengsel
- twee vloeistoffen
Tweelagensysteem → als twee vloeistoffen boven elkaar blijven liggen/drijven
door hun dichtheid.
Andere mengsels waar je niet doorheen kunt kijken:
- rook, een mengsel van een vaste stof in een gas.
- schuim, een mengsel van een gas in een vloeistof.
- nevel, een mengsel van een vloeistof in een gas.
Mengsel van twee gassen = altijd doorzichtig
2.2 Scheiden van mengsels
Scheiden → het uit elkaar halen van de stoffen in een mengsel.
- stofeigenschappen blijven gelijk
-
Bezinken → als in een mengsel de stof met de grootste dichtheid naar de bodem
zakt.
Centrifugeren → een methode om het bezinken te versnellen, hierbij draait het
mengsel met grote snelheid rond in een centrifuge.
Filtreren → een methode om de vloeistof en vaste stof van een mengsel weer te
scheiden.
- de vaste stof die achter blijft op het filter = residu
- de vloeistof die door het filter heen loopt = filtraat
Een mengsel bestaat uit 2 of meer mengsels.
Oplossing:
- helder mengsel
- vaste stof in een vloeistof
- nooit kleurloos
● cola, appelsap
Suspensie:
- troebel
- vaste stof in een vloeistof
- deeltjes te groot om doorheen te kunnen kijken - deeltjes zakken meestal
naar de bodem
● sinaasappelsap, modderwater
emulgator → een vloeistof die ervoor zorgt dat twee stoffen met elkaar mengen,
zonder emulgator zal de vloeistof snel weer ontmengen
Emulsie:
- troebel mengsel
- twee vloeistoffen
Tweelagensysteem → als twee vloeistoffen boven elkaar blijven liggen/drijven
door hun dichtheid.
Andere mengsels waar je niet doorheen kunt kijken:
- rook, een mengsel van een vaste stof in een gas.
- schuim, een mengsel van een gas in een vloeistof.
- nevel, een mengsel van een vloeistof in een gas.
Mengsel van twee gassen = altijd doorzichtig
2.2 Scheiden van mengsels
Scheiden → het uit elkaar halen van de stoffen in een mengsel.
- stofeigenschappen blijven gelijk
-
Bezinken → als in een mengsel de stof met de grootste dichtheid naar de bodem
zakt.
Centrifugeren → een methode om het bezinken te versnellen, hierbij draait het
mengsel met grote snelheid rond in een centrifuge.
Filtreren → een methode om de vloeistof en vaste stof van een mengsel weer te
scheiden.
- de vaste stof die achter blijft op het filter = residu
- de vloeistof die door het filter heen loopt = filtraat