Een moleculaire stof is goed oplosbaar in als:
● Hij waterstofbruggen zou kunnen vormen met watermoleculen.
● Hij niet grote hydrofobe stukken bevat. Dit zijn stukken, die geen
waterstofbruggen kunnen vormen.
● De moleculen een dipoolmoment hebben.
Wat waterstofbruggen zijn, en wat een dipoolmoment is wordt later nog uitgelegd.
Molecuulrooster
Een molecuulrooster kan in vaste toestand gevormd worden tussen moleculen. Ze
worden hier gerangschikt. Een molecuulrooster is niet echt een verbinding tussen
moleculen. Door zwakke bindingen tussen moleculen smelten stoffen met een
molecuulrooster bij een relatief lage temperatuur.
Soorten bindingen
Tussen atomen en moleculen kunnen veel krachten van toepassing zijn. Er zijn veel
verschillende typeen bindingen. De ene verbinding is sterker dan anderen. Enkele
voorbeelden: de ionbinding, de molecuulbinding en de covalente binding. Hieronder
staat een lijst van verbindingen tussen atomen en moleculen:
Vanderwaalskrachten
Een vanderwaalsbinding is een binding die ontstaat door de aantrekkingskracht
tussen moleculen. De sterkte van deze verbinding is afhankelijk van twee dingen: de
grootte en de vorm van moleculen. Een vanderwaalsbinding wordt ook wel
molecuulbinding genoemd.
Atoombinding
Een molecuul H2 bestaat uit twee waterstofatomen. Tussen deze twee atomen zit
een atoombinding. Atoombindingen worden ook wel covalente bindingen genoemd.
Deze bindingen zijn eigenlijk elektronenpaaren. Deze bindingen houden twee
verschillende atoomkernen bij elkaar. Ook zijn er atomen met een dubbele, of zelfs
een drievoudige atoombinding. Het aantal atoombindingen wat een atoom aan zou
kunnen gaan wordt de covalentie genoemd. De covalentie van een koolstofatoom is
bijvoorbeeld vier. Koolstof zou dus vier atoombindingen aan kunnen gaan. Een
streepje in een structuurformule geeft één gemeenschappelijk elektronenpaar aan.
Zuurstof (O) heeft een covalentie van 2. O2 heeft dan dus twee gemeenschappelijke
elektronenparen. Dit wordt een dubbele binding. In een structuurformule is dit te zien
aan twee streepjes tussen de atomen.
Polaire atoombinding
Een polaire atoombinding of polaire binding is een atoombinding tussen twee
atomen met een andere elektronegativiteit.
Dipoolmoleculen
● Hij waterstofbruggen zou kunnen vormen met watermoleculen.
● Hij niet grote hydrofobe stukken bevat. Dit zijn stukken, die geen
waterstofbruggen kunnen vormen.
● De moleculen een dipoolmoment hebben.
Wat waterstofbruggen zijn, en wat een dipoolmoment is wordt later nog uitgelegd.
Molecuulrooster
Een molecuulrooster kan in vaste toestand gevormd worden tussen moleculen. Ze
worden hier gerangschikt. Een molecuulrooster is niet echt een verbinding tussen
moleculen. Door zwakke bindingen tussen moleculen smelten stoffen met een
molecuulrooster bij een relatief lage temperatuur.
Soorten bindingen
Tussen atomen en moleculen kunnen veel krachten van toepassing zijn. Er zijn veel
verschillende typeen bindingen. De ene verbinding is sterker dan anderen. Enkele
voorbeelden: de ionbinding, de molecuulbinding en de covalente binding. Hieronder
staat een lijst van verbindingen tussen atomen en moleculen:
Vanderwaalskrachten
Een vanderwaalsbinding is een binding die ontstaat door de aantrekkingskracht
tussen moleculen. De sterkte van deze verbinding is afhankelijk van twee dingen: de
grootte en de vorm van moleculen. Een vanderwaalsbinding wordt ook wel
molecuulbinding genoemd.
Atoombinding
Een molecuul H2 bestaat uit twee waterstofatomen. Tussen deze twee atomen zit
een atoombinding. Atoombindingen worden ook wel covalente bindingen genoemd.
Deze bindingen zijn eigenlijk elektronenpaaren. Deze bindingen houden twee
verschillende atoomkernen bij elkaar. Ook zijn er atomen met een dubbele, of zelfs
een drievoudige atoombinding. Het aantal atoombindingen wat een atoom aan zou
kunnen gaan wordt de covalentie genoemd. De covalentie van een koolstofatoom is
bijvoorbeeld vier. Koolstof zou dus vier atoombindingen aan kunnen gaan. Een
streepje in een structuurformule geeft één gemeenschappelijk elektronenpaar aan.
Zuurstof (O) heeft een covalentie van 2. O2 heeft dan dus twee gemeenschappelijke
elektronenparen. Dit wordt een dubbele binding. In een structuurformule is dit te zien
aan twee streepjes tussen de atomen.
Polaire atoombinding
Een polaire atoombinding of polaire binding is een atoombinding tussen twee
atomen met een andere elektronegativiteit.
Dipoolmoleculen