Samenvatting week 2
Groepsniveaus en interventies 5 niveaus
➢ Inhoudsniveau ( wie heeft er ongelijk? )
- Taakniveau = thema, iets waar het op dat moment overgaat, de groep gaat taak of
oplossingsrichting te werk. De leider houdt alles bij elkaar en vast samen en zorgt dat alles
duidelijk blijft. Het werk aan de doelstelling en de taak ( Wat ) Als de doelstelling NIET
duidelijk is wordt de groep onbestuurbaar en treden er veel verstoringen op.
- Betrekkingsniveau = ( wie krijgt er gelijk ? / Wie is de baas ? ) Hoe de inhoud moet
worden opgevat door de persoon voor wie die bestemd is. Hierbij geeft de zender ook aan
hoe jij de relatie met de ontvanger definieert. Hier kunnen problemen ontstaan zoals
miscommunicatie ( de manier hoe je iemand iets vraagt )
➢ Procedureniveau
Hoe iets gedaan moet worden, Duidelijke structuur en afspraken over de omgang en
werkvormen ( planningen en hoe lang iets gaat duren). ( misgaan = miscommunicaties)
(Hoe)
➢ Interactieniveau
Alle groepsdynamische processen ( invloeden lidmaatschap of leiderschap ), de kracht van
de groep( erkenning en herkenning vinden ) en juiste begeleiding ( deskundig, goede
kennismaking en rustige start en positief bekrachtigen)
( Wat er tussen de teamleden gebeurt ( Tussen )
➢ Bestaansniveau
Alles wat zich afspeelt binnen in de mens, psychosociale behoeften, erkenning en duidelijke
constructieve feedback. ( Als iemand meer respect of erkenning eist of een ander conflict
wordt meegenomen wraak )
Wat voor proces elke teamlid meemaakt ( Binnen )
➢ Contextniveau
Wordt ontwikkeld door de maatschappij ( je hebt altijd gehoord dat je niet goed genoeg bent,
dit neem je mee hoe je bent in een groep ) Zelfbeeld, opvattingen en denkwijzen, 6 contexten
waardoor we worden beïnvloed. ( invloeden van buiten zoals de maatschappij ( Buiten )
- cultuur
- maatschappij
- organisaties
- groep
- biografie/levensgeschiedenis
- tijd waarin we leven
, ➢ Niveau van ethiek
Gaat over vertrouwen en open en eerlijkheid.
➢ Mythische niveau
Diepliggende collectieve thematiek = de hele mensheid
- dood en wedergeboorte
- onvruchtbaarheid en ontwikkeling
- schuld en boete
➢ zingevingsniveau
Diepliggende persoonlijke thematiek
- angst, onzekerheid, onmacht, eenzaamheid en zinloosheid. door het delen van deze
gevoelens in een groep kunnen ze minder zwaar voelen.
, Fases groepsontwikkeling
3 modellen
- Lineaire model
tijdsgebonden logische volgorde waarin groepen zich ontwikkelen.
- Stijgende lijn van begin naar eind
-Doorloopt verschillende fases
-Bepaald eindpunt bereikt: de volwassenheid of het stadium van de ‘rijpe groep’.
- spiraal model
Beweging door toenemende diepgang
-Hoe langer je elkaar kent, hoe langer je samenwerkt, hoe beter je samenwerking zou
kunnen gaan worden.
- polariteitenmodel
-Gericht op het heden
-Hoe maak je dingen bespreekbaar?
-Passende oplossing voor verzinnen
Determinanten groepsvorming
- aantrekkelijkheid van groepsdoelen
Als je de groepsdoelen interessant vind heb je sneller en sterker een reden om bij deze groep te
willen horen ( actiegroep of schoolraad) Ook opleidingen en voetbalclubs tellen hierin mee.
- Aantrekkelijkheid groepsactiviteit
Ook tellen de activiteiten van een groep mee in of je er lid van wilt worden. Hoeveel inzet jij moet
tonen en hoeveel je ervoor terug krijgt.
- Privé Doelen bereiken via een groep
Hier komt vooral naar voren als je een opleiding volgt. Je doet dit met een groep maar eigenlijk voor
jezelf.
Sociale-emtionele determinaten
spelen ook een rol in waarom jij bij een groep wilt
- vriendschap
- gemeenschappelijke normen en waarden
- Persoonlijkheids Overeenkomsten
Groepsniveaus en interventies 5 niveaus
➢ Inhoudsniveau ( wie heeft er ongelijk? )
- Taakniveau = thema, iets waar het op dat moment overgaat, de groep gaat taak of
oplossingsrichting te werk. De leider houdt alles bij elkaar en vast samen en zorgt dat alles
duidelijk blijft. Het werk aan de doelstelling en de taak ( Wat ) Als de doelstelling NIET
duidelijk is wordt de groep onbestuurbaar en treden er veel verstoringen op.
- Betrekkingsniveau = ( wie krijgt er gelijk ? / Wie is de baas ? ) Hoe de inhoud moet
worden opgevat door de persoon voor wie die bestemd is. Hierbij geeft de zender ook aan
hoe jij de relatie met de ontvanger definieert. Hier kunnen problemen ontstaan zoals
miscommunicatie ( de manier hoe je iemand iets vraagt )
➢ Procedureniveau
Hoe iets gedaan moet worden, Duidelijke structuur en afspraken over de omgang en
werkvormen ( planningen en hoe lang iets gaat duren). ( misgaan = miscommunicaties)
(Hoe)
➢ Interactieniveau
Alle groepsdynamische processen ( invloeden lidmaatschap of leiderschap ), de kracht van
de groep( erkenning en herkenning vinden ) en juiste begeleiding ( deskundig, goede
kennismaking en rustige start en positief bekrachtigen)
( Wat er tussen de teamleden gebeurt ( Tussen )
➢ Bestaansniveau
Alles wat zich afspeelt binnen in de mens, psychosociale behoeften, erkenning en duidelijke
constructieve feedback. ( Als iemand meer respect of erkenning eist of een ander conflict
wordt meegenomen wraak )
Wat voor proces elke teamlid meemaakt ( Binnen )
➢ Contextniveau
Wordt ontwikkeld door de maatschappij ( je hebt altijd gehoord dat je niet goed genoeg bent,
dit neem je mee hoe je bent in een groep ) Zelfbeeld, opvattingen en denkwijzen, 6 contexten
waardoor we worden beïnvloed. ( invloeden van buiten zoals de maatschappij ( Buiten )
- cultuur
- maatschappij
- organisaties
- groep
- biografie/levensgeschiedenis
- tijd waarin we leven
, ➢ Niveau van ethiek
Gaat over vertrouwen en open en eerlijkheid.
➢ Mythische niveau
Diepliggende collectieve thematiek = de hele mensheid
- dood en wedergeboorte
- onvruchtbaarheid en ontwikkeling
- schuld en boete
➢ zingevingsniveau
Diepliggende persoonlijke thematiek
- angst, onzekerheid, onmacht, eenzaamheid en zinloosheid. door het delen van deze
gevoelens in een groep kunnen ze minder zwaar voelen.
, Fases groepsontwikkeling
3 modellen
- Lineaire model
tijdsgebonden logische volgorde waarin groepen zich ontwikkelen.
- Stijgende lijn van begin naar eind
-Doorloopt verschillende fases
-Bepaald eindpunt bereikt: de volwassenheid of het stadium van de ‘rijpe groep’.
- spiraal model
Beweging door toenemende diepgang
-Hoe langer je elkaar kent, hoe langer je samenwerkt, hoe beter je samenwerking zou
kunnen gaan worden.
- polariteitenmodel
-Gericht op het heden
-Hoe maak je dingen bespreekbaar?
-Passende oplossing voor verzinnen
Determinanten groepsvorming
- aantrekkelijkheid van groepsdoelen
Als je de groepsdoelen interessant vind heb je sneller en sterker een reden om bij deze groep te
willen horen ( actiegroep of schoolraad) Ook opleidingen en voetbalclubs tellen hierin mee.
- Aantrekkelijkheid groepsactiviteit
Ook tellen de activiteiten van een groep mee in of je er lid van wilt worden. Hoeveel inzet jij moet
tonen en hoeveel je ervoor terug krijgt.
- Privé Doelen bereiken via een groep
Hier komt vooral naar voren als je een opleiding volgt. Je doet dit met een groep maar eigenlijk voor
jezelf.
Sociale-emtionele determinaten
spelen ook een rol in waarom jij bij een groep wilt
- vriendschap
- gemeenschappelijke normen en waarden
- Persoonlijkheids Overeenkomsten
