Leerpakket 3 – Kerntaak 6 – Evidence based practice
Digitaal college 1 (C-EBP) Lesweek 1, Periode 3
EPB is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik maken van het huidige beste
bewijsmateriaal om beslissingen te nemen voor individuele patiënten.
De praktijk van EPB impliceert het integreren van individuele klinische expertise met het beste
externe bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is. Waarbij de voorkeuren,
wensen en verwachtingen van de patiënt een centrale spelen bij besluitvorming.
Je kan een goede keuze maken d.m.v. van 3 informatiebronnen te gebruiken:
1. individuele klinische expertise (en die van de collega’s)
2. het beste externe bewijsmateriaal vanuit systematisch onderzoek
- wat zegt de informatie over de patiëntenzorg?
- is het waarschijnlijk waar?
- kan de informatie gebruiken voor de eigen patiënt?
3. voorkeuren, wensen en verwachtingen van de cliënt
Vijf stappen van EPB:
1. Klinisch bewijs vertalen naar een beantwoorde vraag
2. Efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal
3. Wegen van de gevonden Evidence op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid in de praktijk
4. Nemen van een beslissing op grond van de beschikbare Evidence
5. Regelmatig evalueren van de kwaliteit van dit proces
Casus:
Mevrouw Van de Water heeft dikke benen omdat er vocht in zit. Je zou verschillende dingen kunnen
doen:
- mevrouw adviseren om de benen hoog te leggen.
- de benen zwachtelen.
- steunkousen aanmeten.
Wat doe je? 3 informatiebronnen
- vraag de voorkeur van de patiënt
- wat zeggen de collega’s
- je herinnert dat in een artikel stond dat zwachtelen goed is
Klinisch redeneren
Verpleegkundigen komen zo tot het beste besluit over de zorg voor de individuele patiënt
1. Risico inschatting: klinische expertise
2. Vroeg signalering: meetinstrumenten die gevalideerd zijn door onderzoek
3. Probleemherkenning: klinische expertise
4. Resultaatbepaling: klinische expertise en de voorkeuren van de patiënt
5. Interventies: wetenschappelijk onderzoek
6. Monitoring: kwalitatief goede meetinstrumenten en klinische expertise
CanMEDS rollen
- Reflectieve professional
- Zorgverlener
- Samenwerkingspartner
- Professional en kwaliteitsbevorderaar
, Werkgroep 1 (LP3-KT6-WG01) Lesweek 1, periode 3
Evidence-based practice (EBP)
Kennis verwerven wat je gebruikt bij het klinisch redeneren in de praktijk
interventie toepassen
Hiermee neem je de beste beslissingen voor de individuele patiënt
CAT
Een critically appraised topic is een systematische samenvatting van de resultaten van een klein
aantal studies over een onderwerp uit de dagelijkse praktijk
Bestaat uit:
1. Het vertalen van een openvraag in een goed gestructureerde vraag in de vorm van een PICO
(populatie, interventie, comparison, outcome)
2. Het verrichten van een zoekactie naar relevante literatuur
PubMed, explora catalogus, cochrane liberay of reviews, trip
3. Het kritisch evalueren van de gevonden relevante studies.
1. PICO uitwerken
2. Welke artikelen gebruik ik wel, welke artikelen gebruik ik niet.
3. meest recente onderzoek, Nederlands of Engels, Systematische review of Meta-analyse, er moet
veel bewijs zijn.
4. Hoe heb ik de bronnen opgezocht en welke woorden heb ik ervoor gebruikt.
5. stroomdiagrammen, wat is eruit gekomen.
6. kunnen vertellen waarom je deze bron hebt gekozen.
7. kwaliteit van artikel beoordelen met behulp van schema.
8. nu kan je de vragen beantwoorden.
Werkgroep 2 (LP3-KT6-WG02) lesweek 1, periode 3
Bestaat uit:
1. Het vertalen van een openvraag in een goed gestructureerde vraag in de vorm van een PICO
(populatie, interventie, (comparison), outcome)
2. Het verrichten van een zoekactie naar relevante literatuur
PubMed, explora catalogus, cochrane liberay of reviews, trip
3. Het kritisch evalueren van de gevonden relevante studies.
Stap 1
P = Mannen boven de 50 met Diabetes Mellitus type 2 met een BMI vonden de 30
I = Zelfcontrole op bloedglucosewaarden
C = Medicatie
O = Stabiliseren van bloedglucosewaarden
Is zelfcontrole op bloedglucosewaarden bij mannen boven de 50 met Diabetes Mellitus type 2 met
een BMI vonden de 30 effectiever op het stabiliseren van bloedglucosewaarden dan medicatie?
Determinanten:
a. interventies
b. het verloop van de ziekte beïnvloeden
c. het ontstaan van een ziekte veroorzaken of bevorderen
, Booleaanse operatoren, stap 2
1. AND: verschillende termen
2. OR: synoniemen
3. NOT: woord niet voorkomen in het onderzoek
- Woorden met de zelfde betekenis in haakjes zetten.
- Twee woorden tussen ‘’ zetten.
Digitaal college 2 (C-EBP) Week 2 periode 3
Onderzoekend handelen:
Waarneembaar en verantwoord (of bewust onverantwoord) verkennend en toetsend optreden
binnen het professionele domein. Kritisch en analytische benadering. Redeneren en reflecteren.
Empirische cyclus
Zoeken naar voldoende bewijs. Beschrijft 5 stappen die je volgt tijdens een onderzoek.
1. observatie: waarnemen
Indirect: ergens gelezen of gehoord
Direct: eigen ervaring
Opvallend door whiplash vermijdt cliënt lichaamsbeweging
2. inductie: door zelf zien een abstracte theorie maken.
Deze cliënten lijken angstig om te bewegen
3. deductie: is de abstracte theorie juist? Hypothese opstellen.
Cliënten zijn na een whiplash angstig voor lichaamsbeweging.
4. toetsing: hypothese wordt in de praktijk getoetst
Mate van angst bij 60 whiplash cliënten meten.
5. evaluatie: trekt de conclusie, leidt tot een nieuwe theorie
Indeling bij een onderzoek: IMRaD
1. Inleiding:
Uitvoerige theoretische onderbouwing van de onderzoeksprobleem
- achtergrond/theorie/argumentatie
- relevantie
Onderzoeksvraag /hypothese
> Observatie: Wat is de vraag
> Inductie: wat weten we al van de vraag
> Deductie: wat denken we dat het antwoord op de vraag is
2. Methode:
Hoe is het onderzoek uitgevoerd
- design, deelnemers, meetinstrumenten, procedure, data analyse
> Toetsing: op welke manier en met welke middelen is naar een antwoord gezocht
3. Resultaten
Wat kwamen er uit de metingen
Uitkomsten van de analyses
Grafieken die de resultaten weergeven
> Toetsing: wat waren de resultaten van de zoektocht
Digitaal college 1 (C-EBP) Lesweek 1, Periode 3
EPB is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik maken van het huidige beste
bewijsmateriaal om beslissingen te nemen voor individuele patiënten.
De praktijk van EPB impliceert het integreren van individuele klinische expertise met het beste
externe bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is. Waarbij de voorkeuren,
wensen en verwachtingen van de patiënt een centrale spelen bij besluitvorming.
Je kan een goede keuze maken d.m.v. van 3 informatiebronnen te gebruiken:
1. individuele klinische expertise (en die van de collega’s)
2. het beste externe bewijsmateriaal vanuit systematisch onderzoek
- wat zegt de informatie over de patiëntenzorg?
- is het waarschijnlijk waar?
- kan de informatie gebruiken voor de eigen patiënt?
3. voorkeuren, wensen en verwachtingen van de cliënt
Vijf stappen van EPB:
1. Klinisch bewijs vertalen naar een beantwoorde vraag
2. Efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal
3. Wegen van de gevonden Evidence op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid in de praktijk
4. Nemen van een beslissing op grond van de beschikbare Evidence
5. Regelmatig evalueren van de kwaliteit van dit proces
Casus:
Mevrouw Van de Water heeft dikke benen omdat er vocht in zit. Je zou verschillende dingen kunnen
doen:
- mevrouw adviseren om de benen hoog te leggen.
- de benen zwachtelen.
- steunkousen aanmeten.
Wat doe je? 3 informatiebronnen
- vraag de voorkeur van de patiënt
- wat zeggen de collega’s
- je herinnert dat in een artikel stond dat zwachtelen goed is
Klinisch redeneren
Verpleegkundigen komen zo tot het beste besluit over de zorg voor de individuele patiënt
1. Risico inschatting: klinische expertise
2. Vroeg signalering: meetinstrumenten die gevalideerd zijn door onderzoek
3. Probleemherkenning: klinische expertise
4. Resultaatbepaling: klinische expertise en de voorkeuren van de patiënt
5. Interventies: wetenschappelijk onderzoek
6. Monitoring: kwalitatief goede meetinstrumenten en klinische expertise
CanMEDS rollen
- Reflectieve professional
- Zorgverlener
- Samenwerkingspartner
- Professional en kwaliteitsbevorderaar
, Werkgroep 1 (LP3-KT6-WG01) Lesweek 1, periode 3
Evidence-based practice (EBP)
Kennis verwerven wat je gebruikt bij het klinisch redeneren in de praktijk
interventie toepassen
Hiermee neem je de beste beslissingen voor de individuele patiënt
CAT
Een critically appraised topic is een systematische samenvatting van de resultaten van een klein
aantal studies over een onderwerp uit de dagelijkse praktijk
Bestaat uit:
1. Het vertalen van een openvraag in een goed gestructureerde vraag in de vorm van een PICO
(populatie, interventie, comparison, outcome)
2. Het verrichten van een zoekactie naar relevante literatuur
PubMed, explora catalogus, cochrane liberay of reviews, trip
3. Het kritisch evalueren van de gevonden relevante studies.
1. PICO uitwerken
2. Welke artikelen gebruik ik wel, welke artikelen gebruik ik niet.
3. meest recente onderzoek, Nederlands of Engels, Systematische review of Meta-analyse, er moet
veel bewijs zijn.
4. Hoe heb ik de bronnen opgezocht en welke woorden heb ik ervoor gebruikt.
5. stroomdiagrammen, wat is eruit gekomen.
6. kunnen vertellen waarom je deze bron hebt gekozen.
7. kwaliteit van artikel beoordelen met behulp van schema.
8. nu kan je de vragen beantwoorden.
Werkgroep 2 (LP3-KT6-WG02) lesweek 1, periode 3
Bestaat uit:
1. Het vertalen van een openvraag in een goed gestructureerde vraag in de vorm van een PICO
(populatie, interventie, (comparison), outcome)
2. Het verrichten van een zoekactie naar relevante literatuur
PubMed, explora catalogus, cochrane liberay of reviews, trip
3. Het kritisch evalueren van de gevonden relevante studies.
Stap 1
P = Mannen boven de 50 met Diabetes Mellitus type 2 met een BMI vonden de 30
I = Zelfcontrole op bloedglucosewaarden
C = Medicatie
O = Stabiliseren van bloedglucosewaarden
Is zelfcontrole op bloedglucosewaarden bij mannen boven de 50 met Diabetes Mellitus type 2 met
een BMI vonden de 30 effectiever op het stabiliseren van bloedglucosewaarden dan medicatie?
Determinanten:
a. interventies
b. het verloop van de ziekte beïnvloeden
c. het ontstaan van een ziekte veroorzaken of bevorderen
, Booleaanse operatoren, stap 2
1. AND: verschillende termen
2. OR: synoniemen
3. NOT: woord niet voorkomen in het onderzoek
- Woorden met de zelfde betekenis in haakjes zetten.
- Twee woorden tussen ‘’ zetten.
Digitaal college 2 (C-EBP) Week 2 periode 3
Onderzoekend handelen:
Waarneembaar en verantwoord (of bewust onverantwoord) verkennend en toetsend optreden
binnen het professionele domein. Kritisch en analytische benadering. Redeneren en reflecteren.
Empirische cyclus
Zoeken naar voldoende bewijs. Beschrijft 5 stappen die je volgt tijdens een onderzoek.
1. observatie: waarnemen
Indirect: ergens gelezen of gehoord
Direct: eigen ervaring
Opvallend door whiplash vermijdt cliënt lichaamsbeweging
2. inductie: door zelf zien een abstracte theorie maken.
Deze cliënten lijken angstig om te bewegen
3. deductie: is de abstracte theorie juist? Hypothese opstellen.
Cliënten zijn na een whiplash angstig voor lichaamsbeweging.
4. toetsing: hypothese wordt in de praktijk getoetst
Mate van angst bij 60 whiplash cliënten meten.
5. evaluatie: trekt de conclusie, leidt tot een nieuwe theorie
Indeling bij een onderzoek: IMRaD
1. Inleiding:
Uitvoerige theoretische onderbouwing van de onderzoeksprobleem
- achtergrond/theorie/argumentatie
- relevantie
Onderzoeksvraag /hypothese
> Observatie: Wat is de vraag
> Inductie: wat weten we al van de vraag
> Deductie: wat denken we dat het antwoord op de vraag is
2. Methode:
Hoe is het onderzoek uitgevoerd
- design, deelnemers, meetinstrumenten, procedure, data analyse
> Toetsing: op welke manier en met welke middelen is naar een antwoord gezocht
3. Resultaten
Wat kwamen er uit de metingen
Uitkomsten van de analyses
Grafieken die de resultaten weergeven
> Toetsing: wat waren de resultaten van de zoektocht
