Herkansing PA 2.1
Dhr. Timmers
Heeft een bloedig CVA rechts pariëtaal.
Risicofactoren: DM2, hypertensie, hypercholesterolemie
Als iemand een herseninfarct heeft gehad in de rechterhemisfeer, is er verlies van functie links,
heeft de persoon een verminderd inzicht in eigen gedrag, last van apraxie (het niet meer kunnen
verrichten van alledaagse handelingen), en het ruimtelijk inzicht is verminderd.
De kracht van meneer is niet verminderd, zowel in de bovenste- als in de onderste extremiteit is
de kracht links en rechts hetzelfde. Het grootste probleem is de sensibiliteit, zowel vitaal
(oppervlakkig), als gnostisch (diepe, proprioceptie) is aangedaan. In het been meer dan in de
arm. Meneer verzwikt hierdoor makkelijk zijn enkel als die op een ongelijke ondergrond staat. Hij
laat soms dingen uit zijn hand vallen of knijpt juist te hard.
Functioneel probleem lopen: loopt met een rollator onder toezicht van 1 persoon
1. Meneer heeft moeite met lopen met een rollator door een verminderde gnostische
sensibiliteit.
Onderzoek:
- Fijne tastzin: met een wattenbolletje over de huid gaan, vragen wat meneer hiervan voelt
- Vibratiezin: trillingen op de huid toepassen
- Bewegingszin: grote teen vastpakken en vragen aan de patiënt om aan te geven
wanneer die bewogen wordt.
- Proprioceptie: Visus weghalen, niet aangedane been (rechts) in een hoek van 90
graden zetten, vragen om hetzelfde te doen bij het aangedane been (links). Of om mee te
beginnen in plantairflexie of dorsaalflexie, dat is makkelijker voor de patiënt
Behandeling:
1. Wrijven over beide benen, bewegen in de ruimte (eerst de niet aangedane voet, daarna
de aangedane voet erbij zetten. Eventueel visus weghalen). Dit kan in combinatie met
spiegeltherapie, faciliteren tijdens het lopen.
2. Onderbenen naar voren strekken, als de voeten terug op de grond worden gezet kan dit
op een ongelijke ondergrond. Knieën optillen, als de voeten terug op de grond worden
gezet kan dit op een ongelijke ondergrond. Tenen en hakken optillen, weer neerzetten op
een ongelijke ondergrond. Schoenen aantrekken.
3. Knieën optillen in een staande positie, als de voeten terug op de grond worden gezet kan
dit op een ongelijke ondergrond. Trainen met een auditief ritme zodat het gangbeeld
wordt verbeterd.
2. Er is sprake van een verhoogd valrisico tgv van een verminderde stabalans.
, Onderzoek:
- Berg Balance Scale
1 Van zit naar stand
Instructie: ‘Zou u op willen staan? Probeert u hierbij niet met uw handen te steunen.’
2 Zelfstandig staan
Instructie: ‘Kunt u 2 minuten blijven staan zonder u vast te houden?’
3 Zelfstandig zitten
Instructie: ‘Kunt u 2 minuten blijven zitten met de armen over elkaar?’
Niet nodig als punt 2 voldaan is.
4 Van stand naar zit
Instructie: ‘Kunt u gaan zitten?’
5 Transfers
Instructie: ‘Wilt u vanuit de stoel met armleuningen opstaan en in de stoel zonder armleuningen gaan zitten?’ en
‘Kunt u nu weer op de andere stoel gaan zitten?’
6 Zelfstandig staan met gesloten ogen
Instructie: ‘Kunt u uw ogen sluiten en 10 seconden stil blijven staan?’
7 Zelfstandig staan met de voeten tegen elkaar
Instructie: ‘Kunt u uw voeten tegen elkaar aan zetten en 1 minuut los staan?’
8 Reiken naar voren met uitgestrekte armen in stand
Instructie: ‘Kunt u uw voeten naast elkaar zetten en uw armen heffen tot 90º? Strek uw vingers uit en reik naar
voren zo ver als u kunt.’
9 Oppakken van een voorwerp van de grond in stand
Instructie: ‘Kunt u de schoen/pantoffel oppakken die voor uw voeten is gelegd?’
10 Draaien met het hoofd over de linker- en rechterschouder om naar achteren te kijken in stand
Instructie: ‘Kunt u uw voeten naast elkaar zetten en uw hoofd over uw linkerschouder draaien om recht naar
achteren te kijken? Herhaal dit naar rechts.’ (De onderzoeker mag een voorwerp recht achter de patiënt houden,
om de draaibeweging te stimuleren).
11 Volledig om de as draaien (360º) in stand
Instructie: ‘Kunt u volledig om uw as draaien?’ (Laat de patiënt even pauzeren alvorens de volgende opdracht te
geven). ‘Kunt u nu de andere kant op draaien?’
12 Alternerend plaatsen van voet op krukje/opstapbankje in stand
Instructie: ‘Kunt u uw voet op het krukje/opstapbankje plaatsen?’ ‘Ga hiermee door totdat elke voet het krukje/
opstapbankje 4 keer heeft aangeraakt.’
13 Staan met één been voor
Instructie: ‘Kunt u een voet direct voor de andere plaatsen? Als u voelt dat u uw voet niet precies voor de andere
voet kan zetten, probeert u dan uw voet zo neer te zetten dat de hiel van uw voorste voet voorbij de tenen van uw
andere voet komt.’
14 Staan op één been
Instructie:
‘Kunt u zo lang mogelijk op 1 been staan zonder te steunen?’
Behandeling:
Reikoefeningen, beginnen in zit, daarna langzaam opbouwen naar staand.
Uiteindelijk functioneel reiken. Bijvoorbeeld door iets in de kast te verplaatsen, of een flesje water
verplaatsen van kruk naar kruk. Hierbij speelt ook de rompselectiviteit van de patiënt een rol.
Transfers maken.
3. Meneer heeft moeite met iets vastpakken op basis van een verminderde gnostische
sensibiliteit
Dhr. Timmers
Heeft een bloedig CVA rechts pariëtaal.
Risicofactoren: DM2, hypertensie, hypercholesterolemie
Als iemand een herseninfarct heeft gehad in de rechterhemisfeer, is er verlies van functie links,
heeft de persoon een verminderd inzicht in eigen gedrag, last van apraxie (het niet meer kunnen
verrichten van alledaagse handelingen), en het ruimtelijk inzicht is verminderd.
De kracht van meneer is niet verminderd, zowel in de bovenste- als in de onderste extremiteit is
de kracht links en rechts hetzelfde. Het grootste probleem is de sensibiliteit, zowel vitaal
(oppervlakkig), als gnostisch (diepe, proprioceptie) is aangedaan. In het been meer dan in de
arm. Meneer verzwikt hierdoor makkelijk zijn enkel als die op een ongelijke ondergrond staat. Hij
laat soms dingen uit zijn hand vallen of knijpt juist te hard.
Functioneel probleem lopen: loopt met een rollator onder toezicht van 1 persoon
1. Meneer heeft moeite met lopen met een rollator door een verminderde gnostische
sensibiliteit.
Onderzoek:
- Fijne tastzin: met een wattenbolletje over de huid gaan, vragen wat meneer hiervan voelt
- Vibratiezin: trillingen op de huid toepassen
- Bewegingszin: grote teen vastpakken en vragen aan de patiënt om aan te geven
wanneer die bewogen wordt.
- Proprioceptie: Visus weghalen, niet aangedane been (rechts) in een hoek van 90
graden zetten, vragen om hetzelfde te doen bij het aangedane been (links). Of om mee te
beginnen in plantairflexie of dorsaalflexie, dat is makkelijker voor de patiënt
Behandeling:
1. Wrijven over beide benen, bewegen in de ruimte (eerst de niet aangedane voet, daarna
de aangedane voet erbij zetten. Eventueel visus weghalen). Dit kan in combinatie met
spiegeltherapie, faciliteren tijdens het lopen.
2. Onderbenen naar voren strekken, als de voeten terug op de grond worden gezet kan dit
op een ongelijke ondergrond. Knieën optillen, als de voeten terug op de grond worden
gezet kan dit op een ongelijke ondergrond. Tenen en hakken optillen, weer neerzetten op
een ongelijke ondergrond. Schoenen aantrekken.
3. Knieën optillen in een staande positie, als de voeten terug op de grond worden gezet kan
dit op een ongelijke ondergrond. Trainen met een auditief ritme zodat het gangbeeld
wordt verbeterd.
2. Er is sprake van een verhoogd valrisico tgv van een verminderde stabalans.
, Onderzoek:
- Berg Balance Scale
1 Van zit naar stand
Instructie: ‘Zou u op willen staan? Probeert u hierbij niet met uw handen te steunen.’
2 Zelfstandig staan
Instructie: ‘Kunt u 2 minuten blijven staan zonder u vast te houden?’
3 Zelfstandig zitten
Instructie: ‘Kunt u 2 minuten blijven zitten met de armen over elkaar?’
Niet nodig als punt 2 voldaan is.
4 Van stand naar zit
Instructie: ‘Kunt u gaan zitten?’
5 Transfers
Instructie: ‘Wilt u vanuit de stoel met armleuningen opstaan en in de stoel zonder armleuningen gaan zitten?’ en
‘Kunt u nu weer op de andere stoel gaan zitten?’
6 Zelfstandig staan met gesloten ogen
Instructie: ‘Kunt u uw ogen sluiten en 10 seconden stil blijven staan?’
7 Zelfstandig staan met de voeten tegen elkaar
Instructie: ‘Kunt u uw voeten tegen elkaar aan zetten en 1 minuut los staan?’
8 Reiken naar voren met uitgestrekte armen in stand
Instructie: ‘Kunt u uw voeten naast elkaar zetten en uw armen heffen tot 90º? Strek uw vingers uit en reik naar
voren zo ver als u kunt.’
9 Oppakken van een voorwerp van de grond in stand
Instructie: ‘Kunt u de schoen/pantoffel oppakken die voor uw voeten is gelegd?’
10 Draaien met het hoofd over de linker- en rechterschouder om naar achteren te kijken in stand
Instructie: ‘Kunt u uw voeten naast elkaar zetten en uw hoofd over uw linkerschouder draaien om recht naar
achteren te kijken? Herhaal dit naar rechts.’ (De onderzoeker mag een voorwerp recht achter de patiënt houden,
om de draaibeweging te stimuleren).
11 Volledig om de as draaien (360º) in stand
Instructie: ‘Kunt u volledig om uw as draaien?’ (Laat de patiënt even pauzeren alvorens de volgende opdracht te
geven). ‘Kunt u nu de andere kant op draaien?’
12 Alternerend plaatsen van voet op krukje/opstapbankje in stand
Instructie: ‘Kunt u uw voet op het krukje/opstapbankje plaatsen?’ ‘Ga hiermee door totdat elke voet het krukje/
opstapbankje 4 keer heeft aangeraakt.’
13 Staan met één been voor
Instructie: ‘Kunt u een voet direct voor de andere plaatsen? Als u voelt dat u uw voet niet precies voor de andere
voet kan zetten, probeert u dan uw voet zo neer te zetten dat de hiel van uw voorste voet voorbij de tenen van uw
andere voet komt.’
14 Staan op één been
Instructie:
‘Kunt u zo lang mogelijk op 1 been staan zonder te steunen?’
Behandeling:
Reikoefeningen, beginnen in zit, daarna langzaam opbouwen naar staand.
Uiteindelijk functioneel reiken. Bijvoorbeeld door iets in de kast te verplaatsen, of een flesje water
verplaatsen van kruk naar kruk. Hierbij speelt ook de rompselectiviteit van de patiënt een rol.
Transfers maken.
3. Meneer heeft moeite met iets vastpakken op basis van een verminderde gnostische
sensibiliteit
