ANALYSE EN
INTERPRETATIE
Integrale Veiligheidskunde
Inhoud
Samenvatting van het vak Integrale Veiligheidskunde gegeven op de Hogeschool Utrecht. In dit
document is gebruik gemaakt van het boek ‘Logisch en kritisch denken’, ‘Statistiek in stappen’,
van de Canvas pagina en van eventuele bronnen/websites te vinden op internet.
Nilasha Sloeserwij
Hogeschool Utrecht Jaar 2
,Inhoudsopgave
Week A2........................................................................................................................................................ 2
Sociale Psychologie en de (theoretische) achtergrond van wetenschappelijk onderzoek...................................2
Werking van het geheugen:.................................................................................................................................4
3 tips i.r.t. de psychologie bepaalt de waarde van de cijfers:..............................................................................4
Wetenschapsfilosofie............................................................................................................................................5
Week A3........................................................................................................................................................ 7
Denkreflexen en risicobeslissingen.......................................................................................................................7
Causaliteit en correlaties......................................................................................................................................8
Onderzoeksopzet..................................................................................................................................................8
Week A4...................................................................................................................................................... 10
Feitenbomen.......................................................................................................................................................10
Tripod..................................................................................................................................................................10
Week A5...................................................................................................................................................... 13
Rekenregels voor volgorde en rekenen met machten van 10............................................................................13
Machten van 10..................................................................................................................................................13
Wetenschappelijke notatie.................................................................................................................................13
Overige rekenregels............................................................................................................................................13
Significantie: (on)nauwkeurigheid en de rekenregels........................................................................................14
Meetniveaus.......................................................................................................................................................15
Frequentieverdelingen........................................................................................................................................16
Procent of procentpunt?.....................................................................................................................................17
Grafieken (van één variabele)............................................................................................................................17
Centrummaten....................................................................................................................................................21
Spreidingsmaten.................................................................................................................................................22
ODDS, ODDS-ratio...............................................................................................................................................25
Relatief risico......................................................................................................................................................26
Number Needed to Treat....................................................................................................................................26
Week A6...................................................................................................................................................... 28
Kans....................................................................................................................................................................28
Rekenregels voor kansen....................................................................................................................................28
Met foutenboom rekenen...................................................................................................................................30
Met gebeurtenissenboom rekenen.....................................................................................................................30
1
,Week A2
Sociale Psychologie en de (theoretische) achtergrond van wetenschappelijk
onderzoek
Asch-experiment: conformiteit experiment om te testen hoe we reageren op
groepsdruk en conformiteit
Asch wilde zien of de proefpersonen zich zouden
conformeren aan de meerderheid, zelfs wanneer het
antwoord dat zij gaven duidelijk onjuist was.
Asch liet proefpersonen lijnstukken van verschillende lengtes zien. De vraag die centraal
stond was: welke lijn (A, B of C) dezelfde lengte had als de ‘standard line’? Asch liet zo 6
proefpersonen beweren dat lijnstuk B even groot was als de standard line, terwijl dit
helemaal niet zo was. De proefpersonen werden meegesleept in dit antwoord en ook zij
beweerden dat lijnstuk B het goede antwoord was.
Conclusie: conformiteit trad op. Degene die zich conformeerde deden dit omdat ze niet de
indruk wilden wekken anders te denken.
Dit experiment bevestigt dat proefpersonen conformeerden vanwege sociale
beïnvloeding en de wens om erbij te horen.
WYFFT (Would You Fall For That): conformiteit experiment waarbij er wordt gekeken
hoe snel we normen en waarden
aanpassen in zo’n setting
Een groep individuelen die in het complot zat stond met hun rug naar de deur. De vraag die
centraal stond was: zouden de mensen die random de lift in kwamen ook hun rug naar de
deur draaien of zouden zij doen wat zij normaal doen?
Milgram Obedience Study: autoriteit & conformiteit hoe ver zijn mensen bereid te gaan
onder bepaalde druk van autoriteit
Leer experiment in hoeverre kunnen wij informatie onthouden als wij worden
gestimuleerd met elektrische schokken en dat wij worden gecorrigeerd als wij het fout
hebben?
In de andere kamer zat een acteur die deed alsof hij een elektrische schok toegediend kreeg
wanneer de proefpersoon een fout antwoord gaf. De vraag was hoe ver de proefpersonen
zouden gaan, zouden ze de ‘acteur’ de 300V geven?
Verminderde gehoorzaamheid surveillance; experimentator niet in witte jas; minder ver
van de ‘acteur’.
60% ging door doordat experimentator dat zei; mentaal en fysiek; vonden de ‘acteur’ dom
en koppig en hij verdiende het om een schok te krijgen.
The Stanford Prison Experiment: welk effect had het gevangenisleven op een
aantal gezonde jonge mannen?
De aangemelde studenten werden onderverdeeld in gevangenen en bewakers. De bewakers
kregen geen instructie en konden doen wat zij dachten dat nodig was om ‘law and order’ te
bewaken. Binnen de kortste keren hadden de bewakers een heel stel arbitraire regels
opgesteld met bijbehorende strafmaatregelen. Al snel verloren de bewakers de realiteit
geheel uit het oog. Ze zagen het niet meer als experiment, maar beschouwden de
gevangenen als ‘trouble-makers’ die er op uit waren hen te vernederen. De gevangenen
2
, verloren zich ook in hun rol. Een andere gevangene zei twee maanden na Zimbardo’s
gevangenisexperiment: ‘Ik begon te merken dat m’n identiteit, de persoon die ik was
geweest en die besloten had naar de gevangenis te gaan, steeds verder van me af kwam te
staan en verdween. Ik werd 416. Ik was mijn nummer.’
Dit verschijnsel, dat mensen zichzelf en anderen niet meer als individu ervaren, maar als lid
van de groep, wordt deïndividuatie genoemd. In dit soort situaties verliezen mensen hun
persoonlijke identiteit en gaan zich geheel volgens hun rol gedragen
Robbers Cave Experiment: wijst uit dat een conflict tussen twee groepen kan worden
verholpen door een gezamenlijk, essentieel probleem te
verhelpen door middel van samenwerking
Het Robbers Cave Experiment richtte zich op het ‘groepsconcept.’ De onderzoekers
probeerden te laten zien hoe mensen ervaren dat ze tot een bepaalde groep behoren,
hoe relaties daarin gevormd worden en hoe een groep zich verhoudt tot andere
groepen.
Ze wilden ook identificeren hoe conflicten tussen twee groepen ontstaan of erger
worden. Wanneer het gevoel van saamhorigheid tussen de leden van een groep en hun
afwijzing van andere groepen en hun kernmerken sterker wordt. Maar ook dit kan
worden omgekeerd. Laten we eens kijken hoe ze de studie hebben gedaan.
Het Robbers Cave Experiment bestond uit drie fasen: in de eerste fase stimuleerden de
onderzoekers het gevoel van saamhorigheid in de groepen. De tweede fase was de
frictiefase, waarin de onderzoekers opzettelijk situaties creëerden waarin er conflicten
konden ontstaan met een andere groep. De laatste fase was de integratiefase. De
onderzoekers probeerden de conflicten op te lossen en de waargenomen verschillen
tussen de groepen te verminderen. (Verken je geest, 2018)
Groupthink: conformiteit
Groepsdenken is een psychosociaal fenomeen, waarbij een groep - van op zich zeer
bekwame personen - zodanig wordt beïnvloed door groepsprocessen, dat de kwaliteit van
groepsbesluiten vermindert.
Sociale perceptie:
Hieronder valt het vormen van een mening over een ander persoon. Niet bewust van
opmerkingen en de normen en waarden.
Vooroordelen:
In het dagelijks leven vertonen we allemaal impulsief gedrag, aangeleerd gedrag. Het
impulsieve gedrag wordt vaak aangestuurd door allerlei associaties, die niet eens zo zeer
weergeven wat we vinden maar die we gewoon opgedaan hebben in de opvoeding en
cultuur.
Profiling:
Een bepaald beeld van iets of iemand krijgen gebaseerd op eigenschappen en/of neigingen.
Bij etnisch profileren wordt er gebruik gemaakt van huidskleur, nationaliteit, etniciteit, taal
of geloof, terwijl dit niet objectief te rechtvaardigen is.
3
INTERPRETATIE
Integrale Veiligheidskunde
Inhoud
Samenvatting van het vak Integrale Veiligheidskunde gegeven op de Hogeschool Utrecht. In dit
document is gebruik gemaakt van het boek ‘Logisch en kritisch denken’, ‘Statistiek in stappen’,
van de Canvas pagina en van eventuele bronnen/websites te vinden op internet.
Nilasha Sloeserwij
Hogeschool Utrecht Jaar 2
,Inhoudsopgave
Week A2........................................................................................................................................................ 2
Sociale Psychologie en de (theoretische) achtergrond van wetenschappelijk onderzoek...................................2
Werking van het geheugen:.................................................................................................................................4
3 tips i.r.t. de psychologie bepaalt de waarde van de cijfers:..............................................................................4
Wetenschapsfilosofie............................................................................................................................................5
Week A3........................................................................................................................................................ 7
Denkreflexen en risicobeslissingen.......................................................................................................................7
Causaliteit en correlaties......................................................................................................................................8
Onderzoeksopzet..................................................................................................................................................8
Week A4...................................................................................................................................................... 10
Feitenbomen.......................................................................................................................................................10
Tripod..................................................................................................................................................................10
Week A5...................................................................................................................................................... 13
Rekenregels voor volgorde en rekenen met machten van 10............................................................................13
Machten van 10..................................................................................................................................................13
Wetenschappelijke notatie.................................................................................................................................13
Overige rekenregels............................................................................................................................................13
Significantie: (on)nauwkeurigheid en de rekenregels........................................................................................14
Meetniveaus.......................................................................................................................................................15
Frequentieverdelingen........................................................................................................................................16
Procent of procentpunt?.....................................................................................................................................17
Grafieken (van één variabele)............................................................................................................................17
Centrummaten....................................................................................................................................................21
Spreidingsmaten.................................................................................................................................................22
ODDS, ODDS-ratio...............................................................................................................................................25
Relatief risico......................................................................................................................................................26
Number Needed to Treat....................................................................................................................................26
Week A6...................................................................................................................................................... 28
Kans....................................................................................................................................................................28
Rekenregels voor kansen....................................................................................................................................28
Met foutenboom rekenen...................................................................................................................................30
Met gebeurtenissenboom rekenen.....................................................................................................................30
1
,Week A2
Sociale Psychologie en de (theoretische) achtergrond van wetenschappelijk
onderzoek
Asch-experiment: conformiteit experiment om te testen hoe we reageren op
groepsdruk en conformiteit
Asch wilde zien of de proefpersonen zich zouden
conformeren aan de meerderheid, zelfs wanneer het
antwoord dat zij gaven duidelijk onjuist was.
Asch liet proefpersonen lijnstukken van verschillende lengtes zien. De vraag die centraal
stond was: welke lijn (A, B of C) dezelfde lengte had als de ‘standard line’? Asch liet zo 6
proefpersonen beweren dat lijnstuk B even groot was als de standard line, terwijl dit
helemaal niet zo was. De proefpersonen werden meegesleept in dit antwoord en ook zij
beweerden dat lijnstuk B het goede antwoord was.
Conclusie: conformiteit trad op. Degene die zich conformeerde deden dit omdat ze niet de
indruk wilden wekken anders te denken.
Dit experiment bevestigt dat proefpersonen conformeerden vanwege sociale
beïnvloeding en de wens om erbij te horen.
WYFFT (Would You Fall For That): conformiteit experiment waarbij er wordt gekeken
hoe snel we normen en waarden
aanpassen in zo’n setting
Een groep individuelen die in het complot zat stond met hun rug naar de deur. De vraag die
centraal stond was: zouden de mensen die random de lift in kwamen ook hun rug naar de
deur draaien of zouden zij doen wat zij normaal doen?
Milgram Obedience Study: autoriteit & conformiteit hoe ver zijn mensen bereid te gaan
onder bepaalde druk van autoriteit
Leer experiment in hoeverre kunnen wij informatie onthouden als wij worden
gestimuleerd met elektrische schokken en dat wij worden gecorrigeerd als wij het fout
hebben?
In de andere kamer zat een acteur die deed alsof hij een elektrische schok toegediend kreeg
wanneer de proefpersoon een fout antwoord gaf. De vraag was hoe ver de proefpersonen
zouden gaan, zouden ze de ‘acteur’ de 300V geven?
Verminderde gehoorzaamheid surveillance; experimentator niet in witte jas; minder ver
van de ‘acteur’.
60% ging door doordat experimentator dat zei; mentaal en fysiek; vonden de ‘acteur’ dom
en koppig en hij verdiende het om een schok te krijgen.
The Stanford Prison Experiment: welk effect had het gevangenisleven op een
aantal gezonde jonge mannen?
De aangemelde studenten werden onderverdeeld in gevangenen en bewakers. De bewakers
kregen geen instructie en konden doen wat zij dachten dat nodig was om ‘law and order’ te
bewaken. Binnen de kortste keren hadden de bewakers een heel stel arbitraire regels
opgesteld met bijbehorende strafmaatregelen. Al snel verloren de bewakers de realiteit
geheel uit het oog. Ze zagen het niet meer als experiment, maar beschouwden de
gevangenen als ‘trouble-makers’ die er op uit waren hen te vernederen. De gevangenen
2
, verloren zich ook in hun rol. Een andere gevangene zei twee maanden na Zimbardo’s
gevangenisexperiment: ‘Ik begon te merken dat m’n identiteit, de persoon die ik was
geweest en die besloten had naar de gevangenis te gaan, steeds verder van me af kwam te
staan en verdween. Ik werd 416. Ik was mijn nummer.’
Dit verschijnsel, dat mensen zichzelf en anderen niet meer als individu ervaren, maar als lid
van de groep, wordt deïndividuatie genoemd. In dit soort situaties verliezen mensen hun
persoonlijke identiteit en gaan zich geheel volgens hun rol gedragen
Robbers Cave Experiment: wijst uit dat een conflict tussen twee groepen kan worden
verholpen door een gezamenlijk, essentieel probleem te
verhelpen door middel van samenwerking
Het Robbers Cave Experiment richtte zich op het ‘groepsconcept.’ De onderzoekers
probeerden te laten zien hoe mensen ervaren dat ze tot een bepaalde groep behoren,
hoe relaties daarin gevormd worden en hoe een groep zich verhoudt tot andere
groepen.
Ze wilden ook identificeren hoe conflicten tussen twee groepen ontstaan of erger
worden. Wanneer het gevoel van saamhorigheid tussen de leden van een groep en hun
afwijzing van andere groepen en hun kernmerken sterker wordt. Maar ook dit kan
worden omgekeerd. Laten we eens kijken hoe ze de studie hebben gedaan.
Het Robbers Cave Experiment bestond uit drie fasen: in de eerste fase stimuleerden de
onderzoekers het gevoel van saamhorigheid in de groepen. De tweede fase was de
frictiefase, waarin de onderzoekers opzettelijk situaties creëerden waarin er conflicten
konden ontstaan met een andere groep. De laatste fase was de integratiefase. De
onderzoekers probeerden de conflicten op te lossen en de waargenomen verschillen
tussen de groepen te verminderen. (Verken je geest, 2018)
Groupthink: conformiteit
Groepsdenken is een psychosociaal fenomeen, waarbij een groep - van op zich zeer
bekwame personen - zodanig wordt beïnvloed door groepsprocessen, dat de kwaliteit van
groepsbesluiten vermindert.
Sociale perceptie:
Hieronder valt het vormen van een mening over een ander persoon. Niet bewust van
opmerkingen en de normen en waarden.
Vooroordelen:
In het dagelijks leven vertonen we allemaal impulsief gedrag, aangeleerd gedrag. Het
impulsieve gedrag wordt vaak aangestuurd door allerlei associaties, die niet eens zo zeer
weergeven wat we vinden maar die we gewoon opgedaan hebben in de opvoeding en
cultuur.
Profiling:
Een bepaald beeld van iets of iemand krijgen gebaseerd op eigenschappen en/of neigingen.
Bij etnisch profileren wordt er gebruik gemaakt van huidskleur, nationaliteit, etniciteit, taal
of geloof, terwijl dit niet objectief te rechtvaardigen is.
3
