Samenvatting de verschillen van een kind tussen de 3 en 12 jaar, boek: Verhaal van het kind

Verhaal van het kind
Inhoud
Introductie..............................................................................................................................................2
Pedagogiek 3 tot 6 jarigen......................................................................................................................3
Pedagogiek 6 tot 9 jarigen......................................................................................................................5
Pedagogiek 9 tot 12 jarigen:...................................................................................................................7
Uitleg:.....................................................................................................................................................9
Extra.....................................................................................................................................................10




1

, Introductie
- Pedagogiek: aansluiten
- Psychologie: leren kennen

Ontwikkeling:
- Overeenkomst: iedereen heeft een vaststaand patroon.
- Verschil: activiteit, omgeving, wereld en cultuur.

Ontwikkelingsgebieden:
- Identiteitsontwikkeling  zelfbesef en verantwoordelijkheid
- Fysieke ontwikkeling  rijping van het lichaam
- Motorische ontwikkeling  bewegingsmogelijkheden
- Cognitieve ontwikkeling  informatieverwerking en leren
- Taal ontwikkeling  communicatie en denken
- Morele ontwikkeling  wil en waarde
- Sociale ontwikkeling  interactie met de medemens
- Emotionele ontwikkeling  intuïtie en gevoel
- Creatieve ontwikkeling  scheppend vermogen
Persoon
Ecologische benadering (Bronfenbrenner):
- Theoretische uitwerking van het opa model (Omgeving, Persoon, Activiteit)
- Ontwikkeling van de persoon vindt plaats in interactie met de omgeving en
in activiteiten (de leefwereld) Omgeving Activiteit
- Het geheel van relaties tussen opvoeders en kinderen staat in samenhang
met elkaar.

- Microsysteem: De directe omgeving.  de
mensen en omstandigheden waarmee een kind direct te maken
heeft (meerdere microsystemen vormen een mesosysteem)
- Mesosysteem: Alles van het microsysteem samen.
- Exosysteem: Mensen die invloed hebben op het mesosysteem. 
mensen en omstandigheden die invloed hebben op het
mesosysteem (niet direct, maar wel veel invloed)
- Macrosysteem: Daar waar je geboren bent.  de samenleving waar
een kind deel van uitmaakt (veel indirecte invloed)
- Chronosysteem: De tijd waarin je geboren bent.  de plaats in de
collectieve en individuele geschiedenis: de generatie waar je deel
van uitmaakt en de gebeurtenissen in je eigen leven




2