KLA
Module doelen
Week 1, les 2: spoel even terug naar min 24 van hoorcollege!
Samenvatting ‘kennisclip nomina anatomica’
Nomenclatuur: naamgeving
Anatomische benamingen:
Veel gebruikte afkortingen
= slagader
= gewrichtsband
= spier
= zenuw
= ader
= in verbinding
(verdubbeling van letter geeft meervoud aan. Vb: aa. -> arteriae)
,samenvatting:
• Bestudeer uit Lohman AHM, Zuidgeest A. Vorm en beweging. Houten; BSL; 2020.
o Hoofdstuk 1:
▪ de inleiding, bindweefsel, kraakbeen, been en algemene osteologie (tot
osteoporose); opens in new window
▪ reliëf van het lichaam en anatomische terminologie opens in new window.
(tijdsindicatie 2 StudieBelastingsUren (SBU)).
Anatomie: hoe heten de structuren die in ons lichaam zitten
Fysiologie: meer op de werking van de onderdelen en de functie
Inhoud KLA “ Anatomie (inleiding)”
Humane anatomie en fysiologie (embryologie)
- Is specifiek gebied binnen de biologie
- Bestudeert organen en orgaansystemen van het menselijk lichaam
- Lichaam bestaat uit:
Systemen -> tractus
Organen -> huid
Weefsels -> histologie
Cellen -> cytologie
(^ van groot naar klein)
Embryologie
, kraakbeen
bot of lymfe
Endoderm: tractus digestivus & respiratorius. komt voornamelijk alles uit voort wat met de
spijsvertering/ademhaling te maken heeft
Ectoderm: systema nervosum en epidermis. Komt met name het zenuwstelsel en de opperhuid uit
voort. Vangen prikkels op.
Mesoderm: osteo-, myo- en subcutaan weefsel. Maken elke vorm van bindweefsel (alles wat te
maken heeft met bewegen). Endo/ecto voeden deze meso cellen.
Bindweefsel
Samenstelling (in ruime zin)
, Collagene vezels: het dikst, dwarse streping, evenwijdig aan elkaar gelegen, worden bijeen gehouden
door cementachtige substantie. Meestal in bundels, wel buigzaam, maar vrijwel niet rekbaar.
Elastische vezels: veel dunner dan collogene vezels, geen fibrillaire structuur, zeer rekbaar en keren
na uitrekking weer tot hun uitgangslengte terug.
Reticulaire vezels: iets dunner, andere chemiche samenstelling en liggen in het algemeen netvormig
gerangschikt
Bindweefsel komt overal in, om en tussen organen voor
- Soms losser en meer cellen, anders compact en meer vezels
- Soms onregelmatig of netvormig gerangschikt en soms compacte bundels of membranen
Op grond hiervan kunnen we drie bindweefsel onderscheiden
Losmazige bindweefsel
- veel intercellulaire substantie met veel collagene en weinig elastische vezels
- reticulaire vezels alleen op plaatsen waar het bindweefsel aan een orgaan of weefsel grenst
functie:
- mechanische fuctie: geeft organen, bloedvaten en zenuwen stevigheid en verbindt ze met
elkaar (maakt beweging mogelijk).
- Fagocyterende en herstellende functie werking: bv. Ontstekingen.
- Van belang voor de stofwisseling:
- stoffen uit bloedvaten -> organen.
- gevormde producten en afvalstoffen -> bloedbaan
Reticulaire bindweefsel
Voornamelijk in:
Beenmerg: worden erytrocyten, granulocyten, monocyten en trombocyten aangemaakt
De milt en Lymfeklieren: vindt productie van lymfocyten plaats.
Vezelige bindweefsel
Module doelen
Week 1, les 2: spoel even terug naar min 24 van hoorcollege!
Samenvatting ‘kennisclip nomina anatomica’
Nomenclatuur: naamgeving
Anatomische benamingen:
Veel gebruikte afkortingen
= slagader
= gewrichtsband
= spier
= zenuw
= ader
= in verbinding
(verdubbeling van letter geeft meervoud aan. Vb: aa. -> arteriae)
,samenvatting:
• Bestudeer uit Lohman AHM, Zuidgeest A. Vorm en beweging. Houten; BSL; 2020.
o Hoofdstuk 1:
▪ de inleiding, bindweefsel, kraakbeen, been en algemene osteologie (tot
osteoporose); opens in new window
▪ reliëf van het lichaam en anatomische terminologie opens in new window.
(tijdsindicatie 2 StudieBelastingsUren (SBU)).
Anatomie: hoe heten de structuren die in ons lichaam zitten
Fysiologie: meer op de werking van de onderdelen en de functie
Inhoud KLA “ Anatomie (inleiding)”
Humane anatomie en fysiologie (embryologie)
- Is specifiek gebied binnen de biologie
- Bestudeert organen en orgaansystemen van het menselijk lichaam
- Lichaam bestaat uit:
Systemen -> tractus
Organen -> huid
Weefsels -> histologie
Cellen -> cytologie
(^ van groot naar klein)
Embryologie
, kraakbeen
bot of lymfe
Endoderm: tractus digestivus & respiratorius. komt voornamelijk alles uit voort wat met de
spijsvertering/ademhaling te maken heeft
Ectoderm: systema nervosum en epidermis. Komt met name het zenuwstelsel en de opperhuid uit
voort. Vangen prikkels op.
Mesoderm: osteo-, myo- en subcutaan weefsel. Maken elke vorm van bindweefsel (alles wat te
maken heeft met bewegen). Endo/ecto voeden deze meso cellen.
Bindweefsel
Samenstelling (in ruime zin)
, Collagene vezels: het dikst, dwarse streping, evenwijdig aan elkaar gelegen, worden bijeen gehouden
door cementachtige substantie. Meestal in bundels, wel buigzaam, maar vrijwel niet rekbaar.
Elastische vezels: veel dunner dan collogene vezels, geen fibrillaire structuur, zeer rekbaar en keren
na uitrekking weer tot hun uitgangslengte terug.
Reticulaire vezels: iets dunner, andere chemiche samenstelling en liggen in het algemeen netvormig
gerangschikt
Bindweefsel komt overal in, om en tussen organen voor
- Soms losser en meer cellen, anders compact en meer vezels
- Soms onregelmatig of netvormig gerangschikt en soms compacte bundels of membranen
Op grond hiervan kunnen we drie bindweefsel onderscheiden
Losmazige bindweefsel
- veel intercellulaire substantie met veel collagene en weinig elastische vezels
- reticulaire vezels alleen op plaatsen waar het bindweefsel aan een orgaan of weefsel grenst
functie:
- mechanische fuctie: geeft organen, bloedvaten en zenuwen stevigheid en verbindt ze met
elkaar (maakt beweging mogelijk).
- Fagocyterende en herstellende functie werking: bv. Ontstekingen.
- Van belang voor de stofwisseling:
- stoffen uit bloedvaten -> organen.
- gevormde producten en afvalstoffen -> bloedbaan
Reticulaire bindweefsel
Voornamelijk in:
Beenmerg: worden erytrocyten, granulocyten, monocyten en trombocyten aangemaakt
De milt en Lymfeklieren: vindt productie van lymfocyten plaats.
Vezelige bindweefsel