warm, koel, droog en vochtig zijn. Boven het land is de lucht droog, en boven de zee is de
lucht vochtig. De wind vanuit het noorden is koel en vanuit en zuiden warm. De grens tussen
2 van zulke luchtsoorten heet een front.
De luchtsoorten hebben een sterke invloed op het weer van
de VS. De luchtgebieden wegen over land. Je hebt een
hogedrukgebied (H), waar teveel wind in is, en een
lagedrukgebied(L), waar te weinig lucht in zit. Het L ‘sleurt’ de
wind van het overschot wind bij H.
De drukgebieden veranderen altijd, maar er zijn wel
standaard situaties in de zomer en winter. De bovenste 2
drukgebieden zijn op het noordelijk halfrond en de onderste 2
op het zuidelijk halfrond.
Bij Florida komt bv warme, vochtige lucht van de Golf van
Mexico aan land → zeeklimaat (hele jaar neerslag en
matige invloed van de zee)
In California → middellands zeeklimaat (hete, droge zomers en vochtige, zachte
winters)
_______________________________________________________________
Lagedrukgebieden kunnen voor extreem weer zorgen.
● tornado
Een tornado ontstaat bij een botsing van twee sterk verschillende luchtsoorten, vooral bij
een botsing van koude, droge lucht met warme, vochtige lucht.
Bij zo’n front stijgt de warme lucht razendsnel op.
De waterdamp in de lucht condenseert dan direct en de luchtstroom gaat wervelen. De snel
draaiende wervelwind raakt het aardoppervlak
● orkaan
Warm zeewater verdampt en stijgt op. Maar hoe hoger in de lucht, hoe meer die weer
afkoelt en daalt, wat luchtstromen opbrengt. En door de draaiing van de aarde, draait het
ook nog eens een keer sneller rond.
Kenmerk Tornado Orkaan
doorsnede 100m 500 ™ 1500 km
doorsnede oog 30m 30 ™ 50 km
ontstaan boven land boven zee
schaalniveau lokaal nationaal
waar in VS tussen R.M. en App. (zuid) oosten
periode april, mei en juni aug ™ okt