Sociaal werk h2 barmhartigheid empowerment. Fase 1 en 2
De kerken waren de eerste in het helpen van de armen. (door heilige-geestbanken). Hierna kwamen
er algemene gasthuizen die zich gingen specialiseren in 1 doelgroep.
16e eeuw groei handel en nijverheid en steden. groei armoedeprobleem (in de winter)
traditioneel armenzorg hielp niet nieuw armenzorg creëren:
1. Bedelen werd verboden.
2. Armen die konden werken werden daartoe verplicht.
3. De armenzorg moest gecentraliseerd worden door de samenvoeging van bestaande
armenfondsen dat aangevuld werd met huis-aan-huiscollecties.
4. De echte armen moesten zonder aanzien ondersteund worden naar hun werkelijke behoefte.
Humanisme: een stroming die kritiek had op de laatmiddeleeuwse kerkelijke praktijk. Aanhangers
waren Maarten Luther en Johannes Calvijn. Zij verwierpen het gezag van de paus en ijverden voor
preken en lezen in de bijbel in de volkstaal (ipv latijn).
Veel landen eromheen volgde Luthers ‘’revolutie’’ tegen de kerkelijke praktijken van de katholieke
kerk. Geen goede diensten, maar genade redt je.
Revue passeren. Iedereen werd gecontroleerd of ze recht hadden op de bedeling. Illegalen werden
weggestuurd. Heir werd ook de hoogte van het bedrag bepaald wat mensen per gezin zouden
krijgen. De revue diende dus ook als bestandopname.
De revue wilde openheid van de armen. Maar echt alles van ze weten.
In 1795 vallen de Fransen in Nederland binnen. Er waren nog eerst grote verschillen in maten en
afstanden en ect tussen provincies en landen. maar de Fransen maken een burgerlijk en crimineel
wetboek en centrale instelling voor kunst en wetenschap en door de scheiding van kerk en staat
komt er een einde aan de bevoorrechte positie van de gereformeerde kerk. Zelfde belastingen in
het hele land en alle kinderen zullen hetzelfde onderwijs volgen.
1854 armenwet. compromis tussen de progressieve liberale en de conservatieve
antirevolutionairen.
Thorbecke was een voorstander van uniforme maatregelen op landelijk niveau.
Groen van Prinsterer pleitte voor een armenzorg in de traditionele zin de staat mocht armenzorg
niet toe-eigenen, want dat zou vernietiging zijn van de christelijke liefdadigheid. Thorbecke verloor
☹
Dus in de armenwet stond dat de overheid niet de armenzorg in mocht laten.
1912 nieuwe armenwet. toevoeging van de ‘dubbele bedeeling’. Dus de overheid nam het
grootste deel van de bedeling op zich.
1965 Algemene bijstandswet maakte een einde aan de centrale positie van de kerk. was een
sociale voorzieningenwet dus de bijstand werd een recht.
Maatschappelijk werk 2.3
18e eeuw de armen moest niet alleen gevoed maar ook opgevoed worden aka maatschappelijk
werk kwam. de verlichting : voor jezelf denken en niet klakkeloos overnemen wat de overheid
zegt; Immanuel Kant.
Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen Burgers van lagere volksklassen opvoeden. ze
hebben het niveau van het lager onderwijs wel opgekrikt. armoede is niet ene sociaal
maar een moreel probleem geworden omdat rijke mensen armoedige gezinnen onder hun
hoede kregen. Nut van ’t Algemeen is wel goed bezig geweest in de 19 e eeuw op
maatschappelijk gebied
De kerken waren de eerste in het helpen van de armen. (door heilige-geestbanken). Hierna kwamen
er algemene gasthuizen die zich gingen specialiseren in 1 doelgroep.
16e eeuw groei handel en nijverheid en steden. groei armoedeprobleem (in de winter)
traditioneel armenzorg hielp niet nieuw armenzorg creëren:
1. Bedelen werd verboden.
2. Armen die konden werken werden daartoe verplicht.
3. De armenzorg moest gecentraliseerd worden door de samenvoeging van bestaande
armenfondsen dat aangevuld werd met huis-aan-huiscollecties.
4. De echte armen moesten zonder aanzien ondersteund worden naar hun werkelijke behoefte.
Humanisme: een stroming die kritiek had op de laatmiddeleeuwse kerkelijke praktijk. Aanhangers
waren Maarten Luther en Johannes Calvijn. Zij verwierpen het gezag van de paus en ijverden voor
preken en lezen in de bijbel in de volkstaal (ipv latijn).
Veel landen eromheen volgde Luthers ‘’revolutie’’ tegen de kerkelijke praktijken van de katholieke
kerk. Geen goede diensten, maar genade redt je.
Revue passeren. Iedereen werd gecontroleerd of ze recht hadden op de bedeling. Illegalen werden
weggestuurd. Heir werd ook de hoogte van het bedrag bepaald wat mensen per gezin zouden
krijgen. De revue diende dus ook als bestandopname.
De revue wilde openheid van de armen. Maar echt alles van ze weten.
In 1795 vallen de Fransen in Nederland binnen. Er waren nog eerst grote verschillen in maten en
afstanden en ect tussen provincies en landen. maar de Fransen maken een burgerlijk en crimineel
wetboek en centrale instelling voor kunst en wetenschap en door de scheiding van kerk en staat
komt er een einde aan de bevoorrechte positie van de gereformeerde kerk. Zelfde belastingen in
het hele land en alle kinderen zullen hetzelfde onderwijs volgen.
1854 armenwet. compromis tussen de progressieve liberale en de conservatieve
antirevolutionairen.
Thorbecke was een voorstander van uniforme maatregelen op landelijk niveau.
Groen van Prinsterer pleitte voor een armenzorg in de traditionele zin de staat mocht armenzorg
niet toe-eigenen, want dat zou vernietiging zijn van de christelijke liefdadigheid. Thorbecke verloor
☹
Dus in de armenwet stond dat de overheid niet de armenzorg in mocht laten.
1912 nieuwe armenwet. toevoeging van de ‘dubbele bedeeling’. Dus de overheid nam het
grootste deel van de bedeling op zich.
1965 Algemene bijstandswet maakte een einde aan de centrale positie van de kerk. was een
sociale voorzieningenwet dus de bijstand werd een recht.
Maatschappelijk werk 2.3
18e eeuw de armen moest niet alleen gevoed maar ook opgevoed worden aka maatschappelijk
werk kwam. de verlichting : voor jezelf denken en niet klakkeloos overnemen wat de overheid
zegt; Immanuel Kant.
Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen Burgers van lagere volksklassen opvoeden. ze
hebben het niveau van het lager onderwijs wel opgekrikt. armoede is niet ene sociaal
maar een moreel probleem geworden omdat rijke mensen armoedige gezinnen onder hun
hoede kregen. Nut van ’t Algemeen is wel goed bezig geweest in de 19 e eeuw op
maatschappelijk gebied
