ZHB II week 3 → vragen
Pijn en uitval aan een arm of been • Interactief college 2
1. Welke zenuw innerveert digiti I-III?
2. Waarom hebben zwangere vrouwen eerder last van het
carpaletunnelsyndroom?
3. Wat is er te zien op een echo van de n. medianus bij het CTS?
4. Hoe kan het CTS behandeld worden?
5. Waar stopt het myelum?
a. L1
b. L2
c. S1
d. S2
6. Bij neurogene (pseudo) claudicatio intermittens is sprake van een lumbale
wervelkanaalstenose, een radiculopathie.
a. Juist
b. Onjuist
7. Uit welke handelingen blijkt het verschil tussen vasculaire en neurogene
claudicatio intermittens?
8. Welke zenuw is aangedaan als de pols en vingers niet in extensie kunnen
worden gebracht?
ZHB II → week 3 → vragen → 1
,Botfracturen en infectie • Hoorcollege 8
9. Wat is de functie van bot?
10. Welke structuur vormt de buitenbekleding van bot?
a. Endost
b. Periost
11. Uit welke cellijn komen osteoclasten?
a. Hematogene cellijn
b. Mesenchymale cellijn
12. Welke botfractuur heeft geleid tot meerdere botstukken?
a. Comminuted fracture
b. Open fracture
c. Simple fracture
13. Bij welke fractuur is het gewricht meegebroken?
a. Diafysair
b. Intra-articulair
c. Metafysair
14. In de enchondrale fase wordt kraakbeen aangelegd.
a. Juist
b. Onjuist
15. Osteoblasten vormen het permanente bot bij genezing van een breuk.
a. Juist
b. Onjuist
16. Welke micro-organismen leiden vaak tot botinfecties?
Pathofysiologie artrose • Hoorcollege 9
17. Pijn bij artrose komt door kraakbeenschade.
a. Juist
b. Onjuist
18. Waardoor wordt veerkracht geleverd?
a. Collageen
b. Proteoglycanen
19. Waardoor degenereert kraakbeen?
ZHB II → week 3 → vragen → 2
, 20.Welke veranderingen vinden plaats in bot bij artrose?
21. Wat is de functie van synoviaal weefsel?
22. Verandering in de synoviale activiteit (aangeboren of verworven) zou de
oorzaak van kraakbeenschade kunnen zijn.
a. Juist
b. Onjuist
23.Wat is de halfwaardetijd van collageen?
a. ~ 25 jaar
b. ~ 50 jaar
c. ~ 75 jaar
d. ~ 100 jaar
Prothesiologie • Hoorcollege 10
24.Wat zijn oorzaken van coxartrose?
25. Artrose is een multicausale aandoening.
a. Juist
b. Onjuist
26.Wat zijn symptomen van artrose?
27. Wat houdt heupdysplasie in?
28. “De arts maakt een snee ter hoogte van de lies. Aan de rand van het
heupgewricht plaatst hij/zij een nieuw stuk bot. Dit wordt met schroeven aan
het eigen gewricht vastgezet. Op deze wijze wordt de kom van het
heupgewricht vergroot.” Welke behandeling wordt omschreven?
a. Pandakplastiek
b. Peri-acetabulaire osteotomie
c. Rotatie osteotomie
d. Triple osteotomie
29.Bij coxartrose is de paslengte aan de aangedane zijde langer.
a. Juist
b. Onjuist
ZHB II → week 3 → vragen → 3
Pijn en uitval aan een arm of been • Interactief college 2
1. Welke zenuw innerveert digiti I-III?
2. Waarom hebben zwangere vrouwen eerder last van het
carpaletunnelsyndroom?
3. Wat is er te zien op een echo van de n. medianus bij het CTS?
4. Hoe kan het CTS behandeld worden?
5. Waar stopt het myelum?
a. L1
b. L2
c. S1
d. S2
6. Bij neurogene (pseudo) claudicatio intermittens is sprake van een lumbale
wervelkanaalstenose, een radiculopathie.
a. Juist
b. Onjuist
7. Uit welke handelingen blijkt het verschil tussen vasculaire en neurogene
claudicatio intermittens?
8. Welke zenuw is aangedaan als de pols en vingers niet in extensie kunnen
worden gebracht?
ZHB II → week 3 → vragen → 1
,Botfracturen en infectie • Hoorcollege 8
9. Wat is de functie van bot?
10. Welke structuur vormt de buitenbekleding van bot?
a. Endost
b. Periost
11. Uit welke cellijn komen osteoclasten?
a. Hematogene cellijn
b. Mesenchymale cellijn
12. Welke botfractuur heeft geleid tot meerdere botstukken?
a. Comminuted fracture
b. Open fracture
c. Simple fracture
13. Bij welke fractuur is het gewricht meegebroken?
a. Diafysair
b. Intra-articulair
c. Metafysair
14. In de enchondrale fase wordt kraakbeen aangelegd.
a. Juist
b. Onjuist
15. Osteoblasten vormen het permanente bot bij genezing van een breuk.
a. Juist
b. Onjuist
16. Welke micro-organismen leiden vaak tot botinfecties?
Pathofysiologie artrose • Hoorcollege 9
17. Pijn bij artrose komt door kraakbeenschade.
a. Juist
b. Onjuist
18. Waardoor wordt veerkracht geleverd?
a. Collageen
b. Proteoglycanen
19. Waardoor degenereert kraakbeen?
ZHB II → week 3 → vragen → 2
, 20.Welke veranderingen vinden plaats in bot bij artrose?
21. Wat is de functie van synoviaal weefsel?
22. Verandering in de synoviale activiteit (aangeboren of verworven) zou de
oorzaak van kraakbeenschade kunnen zijn.
a. Juist
b. Onjuist
23.Wat is de halfwaardetijd van collageen?
a. ~ 25 jaar
b. ~ 50 jaar
c. ~ 75 jaar
d. ~ 100 jaar
Prothesiologie • Hoorcollege 10
24.Wat zijn oorzaken van coxartrose?
25. Artrose is een multicausale aandoening.
a. Juist
b. Onjuist
26.Wat zijn symptomen van artrose?
27. Wat houdt heupdysplasie in?
28. “De arts maakt een snee ter hoogte van de lies. Aan de rand van het
heupgewricht plaatst hij/zij een nieuw stuk bot. Dit wordt met schroeven aan
het eigen gewricht vastgezet. Op deze wijze wordt de kom van het
heupgewricht vergroot.” Welke behandeling wordt omschreven?
a. Pandakplastiek
b. Peri-acetabulaire osteotomie
c. Rotatie osteotomie
d. Triple osteotomie
29.Bij coxartrose is de paslengte aan de aangedane zijde langer.
a. Juist
b. Onjuist
ZHB II → week 3 → vragen → 3
