Nutrition Behaviour
WEEK 1
College 1 Sociaal wetenschappelijke aspecten van voedingsgedrag: overzicht van
verschillende theorieën en perspectieven.
Na afloop van het college kan de student:
• Verschillende perspectieven op voedingsgedrag benoemen
• Verschillende betekenissen van eten benoemen
• Modellen van Shepherd, Sobal & Rozin omschrijven
• Sociologisch functionalisme/structuralisme uitleggen
• Verband sociale klasse en overgewicht aanduiden in landen met verschillende inkomens
• Categorieën van acceptatie/verwerping van Rozin toelichten, inclusief de "law of contagion"
• Betekenis van hersenstam, limbische systeem, en hersencortex voor eetgedrag omschrijven
• Theory of planned behavior uitleggen (ook na afloop van computer practicum), en
voorbeelden van vragen geven voor de verschillende onderdelen van dit model
• De wet van Engel beschrijven
• Verschuiving van macronutriënten als functie van het bruto nationaal product uitleggen
• Belangrijkste invloeden van leeftijd en geslacht op voedselkeuze en inneming beschrijven
• De verschillende elementen van de modellen van Paul Rozin en Jos Mojet herkennen en
benoemen
Waarom eten mensen wat ze eten?
- psychologisch
lekker, individueel niveau
- landbouw/ economisch
graan groeit goed, goedkoop
- sociologisch
Sociale status, maatschappelijk niveau
- Voedingskundig/fysiologisch
Gezond, vitamines
Betekenis van voedsel
- instandhouding van het lichaam
Gebrek aan vitamine C leidt tot scheurbuik
Gebrek aan Calcium en vitamine D kan tot osteoporose leiden
- emotie
voedsel maakt gelukkig
- Maatschappelijke verschijnsel en politiek
Voeding als religie.
- Sociale betekenis
Meeste maaltijden in sociale context; gezamenlijk eten, borrelen, samen koffiedrinken
Sociale facillitatie
Modeling
Impression management
- Communicatie
Romantisch diner, zakenlunch
- Onderscheiding
Principes/idealen, status
,Theorieën en toepassingen specifiek voor voeding
Model van Shepherd (1985) Factors influencing food choice
Rozin & Sobal (2006) Model of food choice
,Jos Mojet
, Vereenvoudigd model Jos Mojet
Extrinsic product characteristics, expectations = factoren die invloed hebben op de perceptie van
een product, maar niet fysiek deel zijn van dit product.
Sustainability: duurzaamheid.
Brand/label; ik kies bewust sticker. Dan weet je zeker dat het aan bepaalde voorwaarden
voldoet.
Integriteit: Fair trade producten bijvoorbeeld
Socio-cultural factors = grootschalige krachten binnen samenlevingen die gedachtes, gevoelens en
gedrag van individuen bepalen.
Cultural: Wat voor bepaalde landen heel normaal is kan voor andere landen heel ongewoon
en apart zijn.
Social-economical influence; niet weten wat gezond is en geen geld hebben voor gezond
eten.
Intrinsic product characteristics, perception= Sensorische eigenschappen van een product.
Appearance: hoe het product eruit ziet.
Boredom: als je meerdere smaken op je bord hebt liggen, moet je van elke smaak die er ligt
ongeveer 5 à 6 happen eten voor je er genoeg van hebt en eet je dus meer dan wanneer je
maar weinig smaken op je bord hebt liggen.
Smell: geur kan veel invloed hebben op wat je eet.
Biological & Physiological factors = fysiologie van het lichaam, erfelijke factoren en
gezondheid/ziekte
Genetic factors: sommige mensen kunnen niet tegen gluten
Age/gender: Mannen worden van andere dingen gelukkig dan vrouwen
Satiation: als je een maagomleiding hebt gekregen, raak je sneller verzadigd dan voorheen.
Belief: overtuiging waarom je bijvoorbeeld vegan bent geworden.
Situational factors= factoren in je directe omgeving die invloed hebben op gedrag, zowel fysieke als
sociale omgeving.
WEEK 1
College 1 Sociaal wetenschappelijke aspecten van voedingsgedrag: overzicht van
verschillende theorieën en perspectieven.
Na afloop van het college kan de student:
• Verschillende perspectieven op voedingsgedrag benoemen
• Verschillende betekenissen van eten benoemen
• Modellen van Shepherd, Sobal & Rozin omschrijven
• Sociologisch functionalisme/structuralisme uitleggen
• Verband sociale klasse en overgewicht aanduiden in landen met verschillende inkomens
• Categorieën van acceptatie/verwerping van Rozin toelichten, inclusief de "law of contagion"
• Betekenis van hersenstam, limbische systeem, en hersencortex voor eetgedrag omschrijven
• Theory of planned behavior uitleggen (ook na afloop van computer practicum), en
voorbeelden van vragen geven voor de verschillende onderdelen van dit model
• De wet van Engel beschrijven
• Verschuiving van macronutriënten als functie van het bruto nationaal product uitleggen
• Belangrijkste invloeden van leeftijd en geslacht op voedselkeuze en inneming beschrijven
• De verschillende elementen van de modellen van Paul Rozin en Jos Mojet herkennen en
benoemen
Waarom eten mensen wat ze eten?
- psychologisch
lekker, individueel niveau
- landbouw/ economisch
graan groeit goed, goedkoop
- sociologisch
Sociale status, maatschappelijk niveau
- Voedingskundig/fysiologisch
Gezond, vitamines
Betekenis van voedsel
- instandhouding van het lichaam
Gebrek aan vitamine C leidt tot scheurbuik
Gebrek aan Calcium en vitamine D kan tot osteoporose leiden
- emotie
voedsel maakt gelukkig
- Maatschappelijke verschijnsel en politiek
Voeding als religie.
- Sociale betekenis
Meeste maaltijden in sociale context; gezamenlijk eten, borrelen, samen koffiedrinken
Sociale facillitatie
Modeling
Impression management
- Communicatie
Romantisch diner, zakenlunch
- Onderscheiding
Principes/idealen, status
,Theorieën en toepassingen specifiek voor voeding
Model van Shepherd (1985) Factors influencing food choice
Rozin & Sobal (2006) Model of food choice
,Jos Mojet
, Vereenvoudigd model Jos Mojet
Extrinsic product characteristics, expectations = factoren die invloed hebben op de perceptie van
een product, maar niet fysiek deel zijn van dit product.
Sustainability: duurzaamheid.
Brand/label; ik kies bewust sticker. Dan weet je zeker dat het aan bepaalde voorwaarden
voldoet.
Integriteit: Fair trade producten bijvoorbeeld
Socio-cultural factors = grootschalige krachten binnen samenlevingen die gedachtes, gevoelens en
gedrag van individuen bepalen.
Cultural: Wat voor bepaalde landen heel normaal is kan voor andere landen heel ongewoon
en apart zijn.
Social-economical influence; niet weten wat gezond is en geen geld hebben voor gezond
eten.
Intrinsic product characteristics, perception= Sensorische eigenschappen van een product.
Appearance: hoe het product eruit ziet.
Boredom: als je meerdere smaken op je bord hebt liggen, moet je van elke smaak die er ligt
ongeveer 5 à 6 happen eten voor je er genoeg van hebt en eet je dus meer dan wanneer je
maar weinig smaken op je bord hebt liggen.
Smell: geur kan veel invloed hebben op wat je eet.
Biological & Physiological factors = fysiologie van het lichaam, erfelijke factoren en
gezondheid/ziekte
Genetic factors: sommige mensen kunnen niet tegen gluten
Age/gender: Mannen worden van andere dingen gelukkig dan vrouwen
Satiation: als je een maagomleiding hebt gekregen, raak je sneller verzadigd dan voorheen.
Belief: overtuiging waarom je bijvoorbeeld vegan bent geworden.
Situational factors= factoren in je directe omgeving die invloed hebben op gedrag, zowel fysieke als
sociale omgeving.