Samenvatting per bladzijde La neige en deuil, ISBN: 9782290306062 Frans

La Neige en Deuil
 Blz. 5: Isaïe Vaudagne gaat naar zijn dieren in de bergen. In de lente leefden ze in
vrijheid op de helling, sinds april ging hij eens per maand bij ze kijken om ze te tellen.
Nu is het november en moeten ze teruggebracht worden naar de stal.
 Blz. 6: Hij komt aan bij de ravijn waar de schapen zaten en telde ze. Het oudste
schaap, Mounette, begroet hem.
 Blz. 7: Ook de andere schapen kwamen bij hem. Isaïe wilde het lammetje optillen,
omdat het te zak zou zijn om hem te volgen, maar hij rende eerst weg. Later kon hij
hem optillen en in een canvas tas meenemen.
 Blz. 8: Er lag sneeuw. Hij loopt met de schapen terug met het lammetje in de tas op
zijn rug.
 Blz. 9: Marcellin had zijn baan bij de houtzagerij verloren. Toen Isaïe alleen was met
de schapen, kon hij er goed over nadenken.
 Blz. 10: Zijn vader was voor zijn geboorte overleden en Isaïe had geholpen bij de
geboorte van zijn broer, Marcellin. Toen Marcellin 2 was, stierf hun moeder aan
koorts. Isaïe voedde Marcellin op.
 Blz. 11: Isaïe liep verder met de schapen en dacht na over wat Marcellin zou zeggen
als hij alle schapen in de stal zou zien.
 Blz. 12: Het dorp kwam in zicht en hij was nu op een plaats waar mannen het
aandurfden een hut te planten en graan te zaaien, maar deze ontvluchtten de plek vaak.
 Blz. 13: Ze kwamen aan in het dorpje en de schapen maakten veel lawaai. Rouby
vroeg of de ram bij hem kon blijven. Hij zou hem later brengen naar Belacchi, dat kon.
 Blz. 14: Verderop in het dorp woonde Marie Lavalloud. Ze vroeg om, net als vorig
jaar, de wol te delen. Isaïe zou ook nog de zolder van haar repareren.
 Blz. 15: Mensen uit het dorp kwamen naar Isaïe toe. Ze kijken naar de berg. Er wordt
verteld dat daar gisteren een vliegtuig uit India is neergestort.
 Blz. 16: Hij loopt verder naar zijn huis dat buiten de stad ligt. Hij woont hier nog met
zijn broer, maar veel anderen zijn al weggetrokken uit Vieux-Garçons.
 Blz. 17: Het huisje was oud. Hij keek naar de lucht en de bergtoppen en concludeerde
dat het allemaal slecht is daarboven. De schapen en geiten gingen de stal in.
 Blz. 18: Isaïe ging de geiten melken. Hij warmde het op en dronk het.
 Blz. 19: Hij bracht de fles melk naar de kelder en besloot op Marcellin zijn terugkomst
vanuit de stad te wachten.
 Blz. 20: Isaïe denkt na over hoe de terugkomst van Marcellin zal zijn en hij beschrijft
de dag in het herinneringsboekje. Ook leest hij herinneringen terug.
 Blz. 21: Hij deed het boekje weer dicht en de verleiding was groot ook uit de andere
almanakken te lezen. Dat deed hij niet, maar hij dacht terug aan het ongeluk en pakte
een foto, waarop gidsen te zien waren, vanachter de boeken.
 Blz. 22: Hij bleef terugdenken aan de man waar iedereen tegenop keek. Overleden
door het afbreken van de rots tijdens abseilen. 15 dagen later kwam de stoet in een
lawine terecht en rolde iedereen de helling af naar de gletsjer en werden begraven
onder de sneeuw aan de rand van de spleten van de rotsen.
 Blz. 23: Hij, Marcellin en een jonge Engelsman hadden het overleefd. Hij bleef er
maar aan denken. Hij wil zijn broer gelukkig maken, maar weet niet hoe.