Hoofdstuk 1: Massacommunicatie
1.1 Communicatie en massacommunicatie
Boodschap v zender nr ontvanger→ media draagt boodschap
1.2 Visies op de macht van media
A Almachtstheorieën
Massamedia heeft een grote en uniforme invloed op passief publiek.
Basis: stimulus-responsmodel→ gedrag wordt verklaard als reactie op prikkels van andere
mensen op een bepaalde stimulus
Injectienaaldtheorie/magic bullet theory
De media spuiten hun boodschap bij het passieve publiek in, dat deze boodschap kritiekloos
absorbeert en zich zelfs niet (meer) kan verzetten.
Voorbeeld: Jaren 30: film en radio→ populair in Europa→ Hitler monopoliseerde
massamedia om het Duitse volk te verzamelen voor zijn partij.
KRITIEK:
Langzaam dringt door dat de invloed van propaganda en de media in het algemeen
weliswaar groot, maar ook niet zo sterk en blijvend is als gedacht. Toch blijft men het vaak
weer bovenhalen als een nieuw medium opduikt.
B Relativeringstheorieën
Onderzoekers gingen meer aandacht schenken aan de ontvanger.
Uses and gratifications benadering
= behoeften (uses) die moeten worden bevredigd (gratifications)
Massamedia vervullen behoeften van publiek?→ mensen gaan actief opzoek ernaar en
stellen zich bloot
Behoeften op cognitief, affectief en ontspannend vlak→ verschillende behoeften kunnen
tegelijk bevredigd worden.
Herta Herzorg: interviews met huisvrouwen waarom ze naar populaire soap operas keken
→ 3 categorieën van gratifications
a) Emotionele lading: luisteren naar problemen van anderen→ emotionele opluchten
en rust
b) Wishfull thinking: gedrag van personages soap operas→ plaatsvervangende
bevrediging
c) Advies: luisteraars leerden uit ervaringen van de personages
1.1 Communicatie en massacommunicatie
Boodschap v zender nr ontvanger→ media draagt boodschap
1.2 Visies op de macht van media
A Almachtstheorieën
Massamedia heeft een grote en uniforme invloed op passief publiek.
Basis: stimulus-responsmodel→ gedrag wordt verklaard als reactie op prikkels van andere
mensen op een bepaalde stimulus
Injectienaaldtheorie/magic bullet theory
De media spuiten hun boodschap bij het passieve publiek in, dat deze boodschap kritiekloos
absorbeert en zich zelfs niet (meer) kan verzetten.
Voorbeeld: Jaren 30: film en radio→ populair in Europa→ Hitler monopoliseerde
massamedia om het Duitse volk te verzamelen voor zijn partij.
KRITIEK:
Langzaam dringt door dat de invloed van propaganda en de media in het algemeen
weliswaar groot, maar ook niet zo sterk en blijvend is als gedacht. Toch blijft men het vaak
weer bovenhalen als een nieuw medium opduikt.
B Relativeringstheorieën
Onderzoekers gingen meer aandacht schenken aan de ontvanger.
Uses and gratifications benadering
= behoeften (uses) die moeten worden bevredigd (gratifications)
Massamedia vervullen behoeften van publiek?→ mensen gaan actief opzoek ernaar en
stellen zich bloot
Behoeften op cognitief, affectief en ontspannend vlak→ verschillende behoeften kunnen
tegelijk bevredigd worden.
Herta Herzorg: interviews met huisvrouwen waarom ze naar populaire soap operas keken
→ 3 categorieën van gratifications
a) Emotionele lading: luisteren naar problemen van anderen→ emotionele opluchten
en rust
b) Wishfull thinking: gedrag van personages soap operas→ plaatsvervangende
bevrediging
c) Advies: luisteraars leerden uit ervaringen van de personages