10.4 inhalatietherapie (B2)
• Belangrijk bij behandeling van aandoeningen aan de luchtwegen
• Spectaculaire toename van respiratoire aandoeningen
→ toename van luchtvervuiling & luchtweg allergieën
• 1 op 10 lijd aan chronische respiratoire aandoeningen
• De gemeenschappelijke kenmerken zijn:
1. Belemmering van dagdagelijkse activiteiten→ sociaal isolement
2. Angst voor kortademigheid & benauwdheid
3. Kortademigheid & benauwdheid
• Gevolg= weinig comfort + hoge medische consumptie
Doel van de behandeling
• Vicieuze cirkel doorbreken (dyspneu→ angst→ dyspneu)
• Doet dit door middel van:
1. Symptoomcontrole
o Ademhalingsoefeningen
o Inspanningstraining
o Training van de ademhalingsspieren
2. Preventie
o Omgevingsfactoren optimaliseren
o GVO (gezondheidsvoorlichting en opvoeding)
3. Specifieke behandeling (voorschrift van de arts)
o Inhalatietherapie → bestrijden van symptomen
Indicaties voor inhalatietherapie
• COPD = verzamelnaam → 2 longaandoeningen:
1. Chronische bronchitis (chronische ontsteking+ vernauwing van luchtwegen)
2. Emfyseem= longen verliezen elasticiteit door progressieve beschadiging
→bij uitademing blijft lucht gedeeltelijk gevangen in longen
→ lucht wordt opgestapeld in de longen→kan niet meer uitgeademend
worden
• Astma= inflammatoire aandoening van luchtwegen
-Kenmerken:
1. Periodische aanvallen van luchtwegvernauwingen + kortademigheid
2. Heeft ook nog een normale ademhaling
• Mucoviscidose (muco of cystic fibrosis of CF)=maakt slijm in ademhaling stelsel
→ dik en kleverig→ blokeert de ademhaling + spijsvertering
1
, Verneveling
• Uiterst fijne verdeling van geneesmiddel→ samengeperste lucht door vernevelaar
jagen
• Geneesmiddel wordt in de lucht opgelost
• Gebruik= aandoening van de lager gelegen luchtwegen
• Als fijne oplossing (aerosol)verstoven→ doordringingsvermogen verhoogd
• Deeltjes met een gemiddelde diameter van 3-5 micron
• Dringt door tot slijmvliezen van longpijptakken + alveoli→ lokaal (longen)= volle
genezende werking
• Wordt niet opgenomen in bloedbaan→ kan lagere dosis gebruiken
• 3 hoofdindicaties:
1. Patiënt niet in staat om ander inhalatiesysteem te gebruiken OF acute
situaties (vb. COPD, astma opstoot)
2. Medicatie enkel beschikbaar in vernevelingsvloeistof
3. Toediening van grote hoeveelheden medicatie
• Soms bereikt men toch niet het beoogde effect:
1. Partikels onvoldoende verdeeld + te groot van diameter
2. Te hoge snelheid bij inademen
3. Te hoge snelheid waarmee partikels getransporteerd worden of uit het
toestel komen
4. Werkzame deeltje kleven op de wand van neus en keelholte→ verhinderd het
doordringen tot lagere luchtwegen
Werking
• Via toestel of aansluiting op perslucht
• Voordelen:
1. Geen coördinatie vereist tussen vrijstellen van medicatie & inademing
2. Mogelijk bij lage inspiratoire flow
3. Laat toe om hogere en meerdere dosissen toe te dienen
➔ Voorkeur gaat toch naar aerosol
• Nadelen:
1. Het is tijdrovend→ gebrek aan therapietrouw
2. Belangrijk deel van medicatie bereikt nooit de longen
3. Veel geluidhinder→ beangstigend bij baby’s en kinderen
4. Hoge kostprijs
2
• Belangrijk bij behandeling van aandoeningen aan de luchtwegen
• Spectaculaire toename van respiratoire aandoeningen
→ toename van luchtvervuiling & luchtweg allergieën
• 1 op 10 lijd aan chronische respiratoire aandoeningen
• De gemeenschappelijke kenmerken zijn:
1. Belemmering van dagdagelijkse activiteiten→ sociaal isolement
2. Angst voor kortademigheid & benauwdheid
3. Kortademigheid & benauwdheid
• Gevolg= weinig comfort + hoge medische consumptie
Doel van de behandeling
• Vicieuze cirkel doorbreken (dyspneu→ angst→ dyspneu)
• Doet dit door middel van:
1. Symptoomcontrole
o Ademhalingsoefeningen
o Inspanningstraining
o Training van de ademhalingsspieren
2. Preventie
o Omgevingsfactoren optimaliseren
o GVO (gezondheidsvoorlichting en opvoeding)
3. Specifieke behandeling (voorschrift van de arts)
o Inhalatietherapie → bestrijden van symptomen
Indicaties voor inhalatietherapie
• COPD = verzamelnaam → 2 longaandoeningen:
1. Chronische bronchitis (chronische ontsteking+ vernauwing van luchtwegen)
2. Emfyseem= longen verliezen elasticiteit door progressieve beschadiging
→bij uitademing blijft lucht gedeeltelijk gevangen in longen
→ lucht wordt opgestapeld in de longen→kan niet meer uitgeademend
worden
• Astma= inflammatoire aandoening van luchtwegen
-Kenmerken:
1. Periodische aanvallen van luchtwegvernauwingen + kortademigheid
2. Heeft ook nog een normale ademhaling
• Mucoviscidose (muco of cystic fibrosis of CF)=maakt slijm in ademhaling stelsel
→ dik en kleverig→ blokeert de ademhaling + spijsvertering
1
, Verneveling
• Uiterst fijne verdeling van geneesmiddel→ samengeperste lucht door vernevelaar
jagen
• Geneesmiddel wordt in de lucht opgelost
• Gebruik= aandoening van de lager gelegen luchtwegen
• Als fijne oplossing (aerosol)verstoven→ doordringingsvermogen verhoogd
• Deeltjes met een gemiddelde diameter van 3-5 micron
• Dringt door tot slijmvliezen van longpijptakken + alveoli→ lokaal (longen)= volle
genezende werking
• Wordt niet opgenomen in bloedbaan→ kan lagere dosis gebruiken
• 3 hoofdindicaties:
1. Patiënt niet in staat om ander inhalatiesysteem te gebruiken OF acute
situaties (vb. COPD, astma opstoot)
2. Medicatie enkel beschikbaar in vernevelingsvloeistof
3. Toediening van grote hoeveelheden medicatie
• Soms bereikt men toch niet het beoogde effect:
1. Partikels onvoldoende verdeeld + te groot van diameter
2. Te hoge snelheid bij inademen
3. Te hoge snelheid waarmee partikels getransporteerd worden of uit het
toestel komen
4. Werkzame deeltje kleven op de wand van neus en keelholte→ verhinderd het
doordringen tot lagere luchtwegen
Werking
• Via toestel of aansluiting op perslucht
• Voordelen:
1. Geen coördinatie vereist tussen vrijstellen van medicatie & inademing
2. Mogelijk bij lage inspiratoire flow
3. Laat toe om hogere en meerdere dosissen toe te dienen
➔ Voorkeur gaat toch naar aerosol
• Nadelen:
1. Het is tijdrovend→ gebrek aan therapietrouw
2. Belangrijk deel van medicatie bereikt nooit de longen
3. Veel geluidhinder→ beangstigend bij baby’s en kinderen
4. Hoge kostprijs
2
