Samenvatting Frans

1.1. Tijden
Op site verbuga zeker oefenen: http://www.verbuga.eu/Mise/Mise.html




1

, Indicatif présent Par.ex. je bois (= ik drink)
Par. Ex. Nous buvons
L’impératif Je geeft een bevel
Par. Ex. Bois!
L’imparfait Indicatif présent: nous – ons + ais, ais, ait, ions,
iez, aient.
Na een g komt er nog een e als het klinkt als
Gaga
Par. Ex. Je mangeais, je commençais
Als het gaan om een verhaal en je vertelt de
feiten.
par.ex. je buvais (= ik dronk)
nous buvions
le passé composé Avoir/être + pa.pa.
Als je een verhaal verteld en zegt wat die heeft
gedaan.
Par.ex j’ai bu
J’ai vu
Je suis venu(e)
Le plus-que-parfait Imparfait + pa.pa.
Par.ex. j’avais bu
nous avions bu
j’étais venu(e)
le passé récent Venir de + infinitief
Zojuist, juist, net
Par.ex. je viens de boire (= ik heb zonet
gedronken)
Il vient de manger
Le conditionnel présent Infinitief R + uitgang van imparfait (ais, ais, ait,
ions, iez, aient)
= mix futuR simple + imparfait
Zou
Par.ex. je boirais (= ik zou drinken)
nous boirions
Le futur simple Infinitief + uitgang van avoir

2