Week 4 – Literatuur Individueel 01-05-2013
Leerdoelen:
1. What is strategy, what is strategic management and how are they related?
2. What is competitive advantage, in relation to the external and the internal
environment of the organization?
3. Which tools are available to analyse the external and internal environment?
4. What types of business strategies are known in literature?
5. How is strategic management addressed in Business Model Generation?
Literatuur:
- Hitt MA, JS Black, LW Porter (2012). Management. Chapter 4 (Strategic
Management). (100-122)Zijkanten en 122 ook onderkant van de pagina
- Porter ME (2008). The five competitive forces that shape strategy. Harvard Business
Review, January: 25-41.
- Osterwalder A, Y Pigneur (2010). Business Model Generation. Chapter 4 (Strategy).
Osterwalder; Business Model Generation: Chapter 4 – Strategy (198-239)
De strategie gaat om het herintrepreteren van de strategie door de lens van het Business
Model Canvas.
Er bestaan vier strategische gebieden:
- Busness Model omgeving
- Business Modellen Evalueren
- Business Model Perspectief op Blue Ocean Strategieën
- Meedere Business Modellen Managen in een onderneming
Business Model Omgeving:
Business modellen worden ontworpen en uitgevoerd in specifieke omgevingen. Het
ontwikkelen van een goed begrip van de omgeving van je organisatie helpt je om een
sterkere, meer concurrerende business modellen te ontwikkelen.
Men kan de externe omgeving beschouwen als een ‘ontwerpruimte’ de omgeving is de
context waarin je je business model bedenkt of aanpakt. Deze ‘ontwerpruimte’ kan uit vier
gebieden bestaan:
1. Marktkrachten
2. Brancekrachten
3. Kenterend
4. Macro-economische krachten
,Zie ook boek, pagina 202 – 209
Marktkrachten
Marktkrachten: (marktanalyse)
- Marktissues:identificeert de kern issues die jouw markt aansturen en transformeren
vanuit klant- en aanbodperspectief. Wat zijn de cruciale issues die het
klantenlandschap beïnvloeden?
- Markt segementen: idenfiticeert de belangrijkste marksegmenten, beschrijft hun
aantrekkelijkheid en probeert nieuwe segmenten te ontdekken. Waar zit het grootste
groeipotentieel?
- Behoeften en vraag: schets de marktbehoeften en analyseert hoe goed daarin wordt
voorzien. Wat hebben klanten nodig?
- Switching costs (overstapskosten): beschrijft elementen die samenhangen met
klanten die met hun business naar concurrenten stappen. Wat bindt klanten aan een
bedrijf en zijn aanbod?
- Inkomsten-aantrekkelinkheid: identificeert elementen die samenhangen met
inkomsten aantrekkelijkheid en prijszettingsmacht. Waarvoor zijn klanten echt bereid
om te betalen?
Brachekrachten (concurrentie analyse)
- Concurrenten (gevestigde partijen): identificeert bestaande concurrenten en hun
relatieve sterkten. Wie zijn onze concurrenten, en welke zijn dominant?
- Nieuwkomers (onruststokers): identificeert nieuwe, onrust zaaiende spelers en
bepaalt of ze concurreren met een business model dat verschilt van jouw
businessmodel. Wie zijn de nieuwkomers en in welke opzichten verschillen zij?
- Substituutproducten en diensten: beschrijft potentiële substituen voor jouw aanbod-
inclusief subsituten uit andere makrten en brances welke producten of diensten
zouden de onze kunnen vervangen?
, - Leveranciers en andere waardeketenspelers: beschrijft de belangrijkste bestaande
waardeketenspelers in jouw markt en spoort nieuwe opkomende spelers op. Wie zijn
de kenspelers in de waardenketen van jouw branche?
- Stakeholders: specificeert welke spelers jouw organisatie en businessmodel kunnen
beïnvloeden. Hoe invloedrijk zijn stakeholders/aandeelhouders/werknemers?
Kerntrends (toekomstplanning)
- Technologietrends: identificeert technologietrends die je businessmodel zouden
kunnen bedreigen of helpen met verder ontwikkelen. Welke opkomende
technologieën nemen klanten over?
- Regelgevingstrends: beschrijft regels en regelgevingstrends die je businessmodel
beïnvloeden welke regels kunnen van invloed zijn op je businessmodel?
- Maatschappelijke en culturele trends: identificeerd belangrijke maatschappelijke
trends die je businessmodel kunnen beïnvloeden. Beschrijf de belangrijkste
maatschappelijke trends, welke verschuivingen treden er op?
- Socio-economische trends: schetst de belangrijkste socio-economische trends. Wat
zijn de belangrijkste demografische trends?
Macroeconomische krachten (macro-economische factoren)
- Mondiale marktcondities: schetst de huidige algemene voorwaarden vanuit een
macro-economisch perspectief verkeert de economie in een opgaande of
neerwaartse fase?
- Kapitaalmarkten: beschrijft huidige kapitaalmarktvoorwaarden in relatie tot jouw
kapitaalbehoeften. Hoe staan de markten ervoor? Hoe makkelijk is het om
financiering te krijgen voor jou specifieke markt?
- Commodities en andere resources: benadrukt huidige prijzen en prijstrends voor
resources die nodig zijn voor jouw businessmodel. Beschrijf de huidige status van
markten voor commodities en andere resources die essentieel zijn voor jouw
business (olieprijzen).
- Economische infrastructuur: beschrijft de economische structuur van de markt waarin
jou business opereert. Hoe zou je vervoer, opleidingskwaliteiten etc. kwalificeren?
Aannames over branchekrachten, marktkrachten, kerntrends en macro-economische
krachten geven de gelegenheid tot ‘ontwerpruimte’.
Leerdoelen:
1. What is strategy, what is strategic management and how are they related?
2. What is competitive advantage, in relation to the external and the internal
environment of the organization?
3. Which tools are available to analyse the external and internal environment?
4. What types of business strategies are known in literature?
5. How is strategic management addressed in Business Model Generation?
Literatuur:
- Hitt MA, JS Black, LW Porter (2012). Management. Chapter 4 (Strategic
Management). (100-122)Zijkanten en 122 ook onderkant van de pagina
- Porter ME (2008). The five competitive forces that shape strategy. Harvard Business
Review, January: 25-41.
- Osterwalder A, Y Pigneur (2010). Business Model Generation. Chapter 4 (Strategy).
Osterwalder; Business Model Generation: Chapter 4 – Strategy (198-239)
De strategie gaat om het herintrepreteren van de strategie door de lens van het Business
Model Canvas.
Er bestaan vier strategische gebieden:
- Busness Model omgeving
- Business Modellen Evalueren
- Business Model Perspectief op Blue Ocean Strategieën
- Meedere Business Modellen Managen in een onderneming
Business Model Omgeving:
Business modellen worden ontworpen en uitgevoerd in specifieke omgevingen. Het
ontwikkelen van een goed begrip van de omgeving van je organisatie helpt je om een
sterkere, meer concurrerende business modellen te ontwikkelen.
Men kan de externe omgeving beschouwen als een ‘ontwerpruimte’ de omgeving is de
context waarin je je business model bedenkt of aanpakt. Deze ‘ontwerpruimte’ kan uit vier
gebieden bestaan:
1. Marktkrachten
2. Brancekrachten
3. Kenterend
4. Macro-economische krachten
,Zie ook boek, pagina 202 – 209
Marktkrachten
Marktkrachten: (marktanalyse)
- Marktissues:identificeert de kern issues die jouw markt aansturen en transformeren
vanuit klant- en aanbodperspectief. Wat zijn de cruciale issues die het
klantenlandschap beïnvloeden?
- Markt segementen: idenfiticeert de belangrijkste marksegmenten, beschrijft hun
aantrekkelijkheid en probeert nieuwe segmenten te ontdekken. Waar zit het grootste
groeipotentieel?
- Behoeften en vraag: schets de marktbehoeften en analyseert hoe goed daarin wordt
voorzien. Wat hebben klanten nodig?
- Switching costs (overstapskosten): beschrijft elementen die samenhangen met
klanten die met hun business naar concurrenten stappen. Wat bindt klanten aan een
bedrijf en zijn aanbod?
- Inkomsten-aantrekkelinkheid: identificeert elementen die samenhangen met
inkomsten aantrekkelijkheid en prijszettingsmacht. Waarvoor zijn klanten echt bereid
om te betalen?
Brachekrachten (concurrentie analyse)
- Concurrenten (gevestigde partijen): identificeert bestaande concurrenten en hun
relatieve sterkten. Wie zijn onze concurrenten, en welke zijn dominant?
- Nieuwkomers (onruststokers): identificeert nieuwe, onrust zaaiende spelers en
bepaalt of ze concurreren met een business model dat verschilt van jouw
businessmodel. Wie zijn de nieuwkomers en in welke opzichten verschillen zij?
- Substituutproducten en diensten: beschrijft potentiële substituen voor jouw aanbod-
inclusief subsituten uit andere makrten en brances welke producten of diensten
zouden de onze kunnen vervangen?
, - Leveranciers en andere waardeketenspelers: beschrijft de belangrijkste bestaande
waardeketenspelers in jouw markt en spoort nieuwe opkomende spelers op. Wie zijn
de kenspelers in de waardenketen van jouw branche?
- Stakeholders: specificeert welke spelers jouw organisatie en businessmodel kunnen
beïnvloeden. Hoe invloedrijk zijn stakeholders/aandeelhouders/werknemers?
Kerntrends (toekomstplanning)
- Technologietrends: identificeert technologietrends die je businessmodel zouden
kunnen bedreigen of helpen met verder ontwikkelen. Welke opkomende
technologieën nemen klanten over?
- Regelgevingstrends: beschrijft regels en regelgevingstrends die je businessmodel
beïnvloeden welke regels kunnen van invloed zijn op je businessmodel?
- Maatschappelijke en culturele trends: identificeerd belangrijke maatschappelijke
trends die je businessmodel kunnen beïnvloeden. Beschrijf de belangrijkste
maatschappelijke trends, welke verschuivingen treden er op?
- Socio-economische trends: schetst de belangrijkste socio-economische trends. Wat
zijn de belangrijkste demografische trends?
Macroeconomische krachten (macro-economische factoren)
- Mondiale marktcondities: schetst de huidige algemene voorwaarden vanuit een
macro-economisch perspectief verkeert de economie in een opgaande of
neerwaartse fase?
- Kapitaalmarkten: beschrijft huidige kapitaalmarktvoorwaarden in relatie tot jouw
kapitaalbehoeften. Hoe staan de markten ervoor? Hoe makkelijk is het om
financiering te krijgen voor jou specifieke markt?
- Commodities en andere resources: benadrukt huidige prijzen en prijstrends voor
resources die nodig zijn voor jouw businessmodel. Beschrijf de huidige status van
markten voor commodities en andere resources die essentieel zijn voor jouw
business (olieprijzen).
- Economische infrastructuur: beschrijft de economische structuur van de markt waarin
jou business opereert. Hoe zou je vervoer, opleidingskwaliteiten etc. kwalificeren?
Aannames over branchekrachten, marktkrachten, kerntrends en macro-economische
krachten geven de gelegenheid tot ‘ontwerpruimte’.