Samenvatting Recht 1
Inhoudsopgave
Samenvatting les 1 en 2 .......................................................................................................................... 2
Samenvatting les 3 .................................................................................................................................. 4
Samenvatting les 4 .................................................................................................................................. 5
Samenvatting les 5 .................................................................................................................................. 7
Samenvatting les 6 .................................................................................................................................. 8
, Samenvatting les 1 en 2
Eigenrichting wil zeggen: in een geschil je gelijk halen door zelf geweld te gebruiken. Het ‘recht van
de (economische) sterkste’ geldt dan.
De overheid heeft het zogenoemde monopolie op de rechtshandhaving met behulp van
dwangmiddelen, zoals het opleggen van een geldboete of een gevangenisstraf.
In Nederland zijn er lagere en hogere rechters. Deze rechters hebben een eigen terrein waarop zij
rechtspreken. De rechters zijn lid van de zittende magistratuur: we spreken van zittende
magistratuur, omdat de rechters in de rechtszaal blijven zitten als zij aan het woord zijn.
Wanneer er een juridisch probleem is tussen twee partijen, wordt het eerst door een lagere rechter
in een van de elf rechtbanken (arrondissementsrechtbank) bekeken en beoordeeld. De rechtbank is
het eerste gerecht. De rechtbank kent meervoudige kamers met drie rechtsprekende rechters, en
enkelvoudige kamers met één rechtsprekende rechter (kantonrechter, politierechter). Als een van de
partijen het niet eens is met de uitspraak (het vonnis) van een rechter in een rechtbank, kan hij de
zaak aan een hogere rechter voorleggen. Hij kan dan in hoger beroep gaan bij een van de vier
gerechtshoven. De rechters bij een gerechtshof (het hof) noemen we raadsheren. In de regel spreekt
het gerechtshof recht in een meervoudige kamer, dus rechtspraak door drie raadsheren. Eenvoudige
zaken worden echter door één raadsheer behandeld. Altijd een oneven aantal, want anders kan er
geen doorslaggevende stem zijn. Het aantal van de rechters heeft met de zwaarte van de zaak te
maken. Als een van de partijen het niet eens is met de uitspraak van het gerechtshof (arrest), dan is
het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om het geschil voor te leggen aan het hoogste
rechtscollege in Nederland, de Hoge Raad; dit heet in cassatie gaan. Ook de rechter in de Hoge Raad
noemen we raadsheer. De Hoge Raad spreekt recht met vijf raadsheren. De uitspraak heet ook
arrest. In cassatie gaan bij de Hoge Raad is iets anders dan in hoger beroep gaan bij het gerechtshof.
Verschil Hoge Raad en Gerechtshof:
De rechter van het Gerechtshof kijkt nog een keer of de rechter in de rechtbank alle feiten heeft
beoordeeld, of er voldoende bewijs is en of het recht juist is toegepast. De uitspraak van het
gerechtshof komt in de plaats van het vonnis van de rechtbank. Ook kunnen er nieuwe getuigen
worden verhoord. Bij de Hoge Raad wordt er opnieuw gekeken of de feiten wel kloppen, er wordt
alleen gekeken of de lagere rechter het recht juist heeft toegepast. Als de Hoge Raad oordeelt dat
het recht niet goed is toegepast, wordt de zaak terugverwezen naar een lagere rechter, die opnieuw
uitspraak moet doen. Het zal duidelijk zijn dat de lagere rechter het oordeel van de Hoge Raad in
acht moet nemen.
Een last onder dwangsom wil zeggen dat de overtreder voor bijvoorbeeld elke dag dat hij de
overtreding niet ongedaan maakt, een geldbedrag moet betalen.
Inhoudsopgave
Samenvatting les 1 en 2 .......................................................................................................................... 2
Samenvatting les 3 .................................................................................................................................. 4
Samenvatting les 4 .................................................................................................................................. 5
Samenvatting les 5 .................................................................................................................................. 7
Samenvatting les 6 .................................................................................................................................. 8
, Samenvatting les 1 en 2
Eigenrichting wil zeggen: in een geschil je gelijk halen door zelf geweld te gebruiken. Het ‘recht van
de (economische) sterkste’ geldt dan.
De overheid heeft het zogenoemde monopolie op de rechtshandhaving met behulp van
dwangmiddelen, zoals het opleggen van een geldboete of een gevangenisstraf.
In Nederland zijn er lagere en hogere rechters. Deze rechters hebben een eigen terrein waarop zij
rechtspreken. De rechters zijn lid van de zittende magistratuur: we spreken van zittende
magistratuur, omdat de rechters in de rechtszaal blijven zitten als zij aan het woord zijn.
Wanneer er een juridisch probleem is tussen twee partijen, wordt het eerst door een lagere rechter
in een van de elf rechtbanken (arrondissementsrechtbank) bekeken en beoordeeld. De rechtbank is
het eerste gerecht. De rechtbank kent meervoudige kamers met drie rechtsprekende rechters, en
enkelvoudige kamers met één rechtsprekende rechter (kantonrechter, politierechter). Als een van de
partijen het niet eens is met de uitspraak (het vonnis) van een rechter in een rechtbank, kan hij de
zaak aan een hogere rechter voorleggen. Hij kan dan in hoger beroep gaan bij een van de vier
gerechtshoven. De rechters bij een gerechtshof (het hof) noemen we raadsheren. In de regel spreekt
het gerechtshof recht in een meervoudige kamer, dus rechtspraak door drie raadsheren. Eenvoudige
zaken worden echter door één raadsheer behandeld. Altijd een oneven aantal, want anders kan er
geen doorslaggevende stem zijn. Het aantal van de rechters heeft met de zwaarte van de zaak te
maken. Als een van de partijen het niet eens is met de uitspraak van het gerechtshof (arrest), dan is
het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om het geschil voor te leggen aan het hoogste
rechtscollege in Nederland, de Hoge Raad; dit heet in cassatie gaan. Ook de rechter in de Hoge Raad
noemen we raadsheer. De Hoge Raad spreekt recht met vijf raadsheren. De uitspraak heet ook
arrest. In cassatie gaan bij de Hoge Raad is iets anders dan in hoger beroep gaan bij het gerechtshof.
Verschil Hoge Raad en Gerechtshof:
De rechter van het Gerechtshof kijkt nog een keer of de rechter in de rechtbank alle feiten heeft
beoordeeld, of er voldoende bewijs is en of het recht juist is toegepast. De uitspraak van het
gerechtshof komt in de plaats van het vonnis van de rechtbank. Ook kunnen er nieuwe getuigen
worden verhoord. Bij de Hoge Raad wordt er opnieuw gekeken of de feiten wel kloppen, er wordt
alleen gekeken of de lagere rechter het recht juist heeft toegepast. Als de Hoge Raad oordeelt dat
het recht niet goed is toegepast, wordt de zaak terugverwezen naar een lagere rechter, die opnieuw
uitspraak moet doen. Het zal duidelijk zijn dat de lagere rechter het oordeel van de Hoge Raad in
acht moet nemen.
Een last onder dwangsom wil zeggen dat de overtreder voor bijvoorbeeld elke dag dat hij de
overtreding niet ongedaan maakt, een geldbedrag moet betalen.