Media: Structuur & Werking
Examen
- Testen van feitenkennis Bv. Vrt openbare omroep, kenmerken van
kranten
- 1 vraag over het leesmateriaal
- Cruciale data kennen (tot 5 jaar nauwkeurig)! Ontstaan van de
kranten, meeste kranten die nog bestaan zijn ontstaan in Belle
Epoque 19e eeuw.
- Inzichtsvragen (Essayvragen: Verbanden leggen tussen
hoofdstukken)
- Multiple Choicevragen
- +/- 8 pagina’s
PERS
Ter inleiding: Mediavervlechting
Libelle krijgt eigen tv – Sanua (Fins bedrijf dat overal in Europa tijdschriften heeft
opgekocht zoals Flair, Story)
Domeinafbakening
1. Doel: ontwikkeling, structuur en organisatie van klassieke
massamedia (Tv, radio, kranten)
Aandacht
۰ Verleden en heden
۰ ‘Grote structuren’
۰ Organisatie
Geen aandacht
۰ Inhoud
۰ Publiek
1. Probleem
Vervlechting = over de klassieke grenzen van de massamedia
heengaan
1. Gevolg van
Digitalisering = Alles omzetten in computertaal. Combinatie
van 0-1, heeft dezelfde basistechnologie. Is relevant want de
bedrijven moeten niet allemaal aparte technologieën hebben.
Technisch is het veel gemakkelijker omdat de grenzen
overschreden kunnen worden
↔ Analoog = Oud fototoestel, allemaal aparte technologieën
Massamedia = Eén zender die naar een potentieel eindeloos
publiek uitzendt (bv. radio, TV, kranten) ↔ Telecom = One-on-
one (bv. telefoon)
Internet: Staat centraal en verbindt alles en iedereen
Concentratie
Crossmedialisering
1. Geografische afbakening: Vlaanderen & Waalse equivalenten +
Internationaal (bv. Libelle)
2. Perspectief
Descriptieve (beschrijvend) domeinbenadering
Ruimer denkkader
1
,Defi nities
Probleem definitie en classificatie:
Groeiend aantal en diversiteit
Verschillende criteria/invalshoeken
Dagelijks taalgebruik:
Pers = Druktechnisch materieel product
Professionele instellingen/activiteit (bv. tijdschriften, kranten)
‘In de pers’ = Het hele instituut met journalisten, eindredacteurs,..
Historisch: van druktechniek naar ruimere interpretatie naar
Maatschappelijke functie: Informeert & opinieert ons ‘vierde
macht’ of ‘watch dog’
Verschillende media: Radio, tv, film, video
Nieuwe media: Teletekst, internet, wap, gprs
Eerste afbakening: Massamedia die primair geconcipieerd zijn als gedrukte,
mechanische
verveelvoudigde publicaties, ongeacht alternatieve
verspreiding
Verdere afbakening v/e krant
Specifiek soort medium
Concreet exemplaar
Onderneming waar kranten redactioneel worden verzorgd en/of
technisch vervaardigd
Collectiviteit van de pers
Essentiële kenmerken v/e krant
1. Actualiteit = Over het hier en nu, over wat er in de wereld gebeurt
2. Periodiciteit = Vaste regelmaat
3. Continuïteit = Vertoont een reekskarakter (vaste titel) &
redactionele stabiliteit naar inhoud
(ideologische oriëntatie) & vorm (rubriekindeling)
4. Openbaarheid = Voor iedereen bestemd & toegankelijk
5. Universaliteit = Waaier aan onderwerpen, binnenland & buitenland,
sport,…
Slotdefinitie pers: Geheel van periodieke (d.i. met een geregeld tijdsinterval,
continu
verschijnende) mechanisch verveelvoudigde drukwerken
met een actuele inhoud
Interne en externe organisatie
Rechtsvorm & eigendomsstructuren (INTERN)
Van courantiers (= Gazettiers, maakten het nieuws van de dag)
Ambachtelijk
Eénmansbedrijf
2
, Naar industriële, kapitaal- en arbeidsintensieve bedrijven (Ondernemingsgewijze
exploitatie Naarmate een toenemende alfabetisering groeit de wil om te leren)
1. Horizontale en verticale taak- en werkverdeling
2. Toenemende specialisatie
3. Hiërarchische organisatiestructuur
4. Scheiding van eigendom, management & productie
Tweeledigheid: Duaal karakter van een krant/tijdschrift
1. Industrieel, economisch, consumptiegoed
Eigenaar wil dat het produceren van het goed opbrengt, men wil de
kostprijs dus laag houden in de hoop zoveel mogelijk winst te maken
2. Intellectuele, culturele creatie en publieke dienst
Inhoud is belangrijk, de waarde van de kranten bepaalt wat er in
staat. De journalisten moeten voldoende slim zijn. Hoe beter de
kwaliteit, hoe meer geld er gespendeerd wordt.
Er moet voortdurend een afweging gemaakt worden tussen
kwantiteit en kwaliteit.
We kopen een krant omdat we geïnteresseerd zijn in de inhoud
Probleem
Moet twee keer verkocht worden: 1x op advertentiemarkt en 1x op
lezersmarkt
Conflict redactie (journalisten) ↔ Eigenaars-aandeelhouders (letten
op het geld)
Eigenaars aandeelhouders (INTERN)
= Families, particulieren, vzw’s, verenigingen en stichtingen, politieke partijen,
commerciële
ondernemingen, financiële holdings,..
Belgische dagbladpers 30 tot 40 jaar geleden
Familie-eigendom: Investering werden gefinancierd met eigen middelen
of met additioneel
bedrijfskapitaal ter beschikking gesteld door
de uitgever & diens familie
bv. Roularta is gesticht door grootvader De
Nolf
Collectieve eigendom: Ideologische belangengroepen (bv. politieke
partijen) die de
verspreiding van hun gedachtegoed
trachten te realiseren door
uitgave v/e krant
bv. ‘Het Volk’ bestaat niet meer, werd
gefinancierd door het ACW
Verzuilde pers: Iedere krant had een duidelijke kleur
Evolutie laatste decennia
Ketens en conglomeraten: Samenwerkingsverbanden
Financiële en industriële groepen als eigenaar: bv. Banken,
verzekeringsmaatschappijen die mede-eigenaar zijn en dus
participeren in het kapitaal van uitgeversbedrijven, grote invloed
3
Examen
- Testen van feitenkennis Bv. Vrt openbare omroep, kenmerken van
kranten
- 1 vraag over het leesmateriaal
- Cruciale data kennen (tot 5 jaar nauwkeurig)! Ontstaan van de
kranten, meeste kranten die nog bestaan zijn ontstaan in Belle
Epoque 19e eeuw.
- Inzichtsvragen (Essayvragen: Verbanden leggen tussen
hoofdstukken)
- Multiple Choicevragen
- +/- 8 pagina’s
PERS
Ter inleiding: Mediavervlechting
Libelle krijgt eigen tv – Sanua (Fins bedrijf dat overal in Europa tijdschriften heeft
opgekocht zoals Flair, Story)
Domeinafbakening
1. Doel: ontwikkeling, structuur en organisatie van klassieke
massamedia (Tv, radio, kranten)
Aandacht
۰ Verleden en heden
۰ ‘Grote structuren’
۰ Organisatie
Geen aandacht
۰ Inhoud
۰ Publiek
1. Probleem
Vervlechting = over de klassieke grenzen van de massamedia
heengaan
1. Gevolg van
Digitalisering = Alles omzetten in computertaal. Combinatie
van 0-1, heeft dezelfde basistechnologie. Is relevant want de
bedrijven moeten niet allemaal aparte technologieën hebben.
Technisch is het veel gemakkelijker omdat de grenzen
overschreden kunnen worden
↔ Analoog = Oud fototoestel, allemaal aparte technologieën
Massamedia = Eén zender die naar een potentieel eindeloos
publiek uitzendt (bv. radio, TV, kranten) ↔ Telecom = One-on-
one (bv. telefoon)
Internet: Staat centraal en verbindt alles en iedereen
Concentratie
Crossmedialisering
1. Geografische afbakening: Vlaanderen & Waalse equivalenten +
Internationaal (bv. Libelle)
2. Perspectief
Descriptieve (beschrijvend) domeinbenadering
Ruimer denkkader
1
,Defi nities
Probleem definitie en classificatie:
Groeiend aantal en diversiteit
Verschillende criteria/invalshoeken
Dagelijks taalgebruik:
Pers = Druktechnisch materieel product
Professionele instellingen/activiteit (bv. tijdschriften, kranten)
‘In de pers’ = Het hele instituut met journalisten, eindredacteurs,..
Historisch: van druktechniek naar ruimere interpretatie naar
Maatschappelijke functie: Informeert & opinieert ons ‘vierde
macht’ of ‘watch dog’
Verschillende media: Radio, tv, film, video
Nieuwe media: Teletekst, internet, wap, gprs
Eerste afbakening: Massamedia die primair geconcipieerd zijn als gedrukte,
mechanische
verveelvoudigde publicaties, ongeacht alternatieve
verspreiding
Verdere afbakening v/e krant
Specifiek soort medium
Concreet exemplaar
Onderneming waar kranten redactioneel worden verzorgd en/of
technisch vervaardigd
Collectiviteit van de pers
Essentiële kenmerken v/e krant
1. Actualiteit = Over het hier en nu, over wat er in de wereld gebeurt
2. Periodiciteit = Vaste regelmaat
3. Continuïteit = Vertoont een reekskarakter (vaste titel) &
redactionele stabiliteit naar inhoud
(ideologische oriëntatie) & vorm (rubriekindeling)
4. Openbaarheid = Voor iedereen bestemd & toegankelijk
5. Universaliteit = Waaier aan onderwerpen, binnenland & buitenland,
sport,…
Slotdefinitie pers: Geheel van periodieke (d.i. met een geregeld tijdsinterval,
continu
verschijnende) mechanisch verveelvoudigde drukwerken
met een actuele inhoud
Interne en externe organisatie
Rechtsvorm & eigendomsstructuren (INTERN)
Van courantiers (= Gazettiers, maakten het nieuws van de dag)
Ambachtelijk
Eénmansbedrijf
2
, Naar industriële, kapitaal- en arbeidsintensieve bedrijven (Ondernemingsgewijze
exploitatie Naarmate een toenemende alfabetisering groeit de wil om te leren)
1. Horizontale en verticale taak- en werkverdeling
2. Toenemende specialisatie
3. Hiërarchische organisatiestructuur
4. Scheiding van eigendom, management & productie
Tweeledigheid: Duaal karakter van een krant/tijdschrift
1. Industrieel, economisch, consumptiegoed
Eigenaar wil dat het produceren van het goed opbrengt, men wil de
kostprijs dus laag houden in de hoop zoveel mogelijk winst te maken
2. Intellectuele, culturele creatie en publieke dienst
Inhoud is belangrijk, de waarde van de kranten bepaalt wat er in
staat. De journalisten moeten voldoende slim zijn. Hoe beter de
kwaliteit, hoe meer geld er gespendeerd wordt.
Er moet voortdurend een afweging gemaakt worden tussen
kwantiteit en kwaliteit.
We kopen een krant omdat we geïnteresseerd zijn in de inhoud
Probleem
Moet twee keer verkocht worden: 1x op advertentiemarkt en 1x op
lezersmarkt
Conflict redactie (journalisten) ↔ Eigenaars-aandeelhouders (letten
op het geld)
Eigenaars aandeelhouders (INTERN)
= Families, particulieren, vzw’s, verenigingen en stichtingen, politieke partijen,
commerciële
ondernemingen, financiële holdings,..
Belgische dagbladpers 30 tot 40 jaar geleden
Familie-eigendom: Investering werden gefinancierd met eigen middelen
of met additioneel
bedrijfskapitaal ter beschikking gesteld door
de uitgever & diens familie
bv. Roularta is gesticht door grootvader De
Nolf
Collectieve eigendom: Ideologische belangengroepen (bv. politieke
partijen) die de
verspreiding van hun gedachtegoed
trachten te realiseren door
uitgave v/e krant
bv. ‘Het Volk’ bestaat niet meer, werd
gefinancierd door het ACW
Verzuilde pers: Iedere krant had een duidelijke kleur
Evolutie laatste decennia
Ketens en conglomeraten: Samenwerkingsverbanden
Financiële en industriële groepen als eigenaar: bv. Banken,
verzekeringsmaatschappijen die mede-eigenaar zijn en dus
participeren in het kapitaal van uitgeversbedrijven, grote invloed
3
