100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Hc week 7 Procesrecht (ll) (woord voor woord uitgetikt)

Rating
-
Sold
-
Pages
6
Uploaded on
17-07-2021
Written in
2020/2021

Hc week 7 Procesrecht (ll) (woord voor woord uitgetikt)

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
July 17, 2021
Number of pages
6
Written in
2020/2021
Type
Class notes
Professor(s)
Zilinsky
Contains
Hc week 7

Subjects

Content preview

Hoorcollege week 7 Procesrecht (deel 2)

Bevoegdheid (eerst stappenplan week 6 volgen!)

 Art. 4 Brussel l bis Vo
 Geen exclusieve bevoegdheid (art. 24), geen stilzwijgende forumkeuze (art. 26), geen
forumkeuze (art. 25), geen autonome bevoegdheid dan kan de rechter zijn
bevoegdheid eventueel ontlenen aan art. 4.
 Uitgangspunt art. 4 (forum rei): bevoegd is de rechter van de woonplaats van
gedaagde. Let op: het moet om een lidstaat gaan! Woonplaats van de eiser is niet
relevant
 Definitie woonplaats natuurlijke persoon is te vinden in art. 62. Definitie woonplaats
van een vennootschap is te vinden in art. 63.
 Als de rechter eenmaal op basis van art. 4 bevoegd is dan kan hij niet zeggen dat hij
geen band heeft met de zaak en zich forum non conveniens verklaart. De rechter kan
zich niet op die grond onbevoegd verklaren. Kortom: geen forum non conveniens
(HvJ Owusu/Jackson). Als de rechter op grond van art. 4 bevoegd is, mag hij geen
afstand hiervan doen.
 Als de rechter eenmaal bevoegd is op grond van art. 4 rijst de vraag of de eisende
partij ook de mogelijkheid heeft om een andere rechter dan die van de woonplaats
van de gedaagde te adiëren. Dat kan alleen indien de andere rechter zijn
bevoegdheid kan baseren op art. 7 t/m 9 van de verordening.

 Art. 7, 8 en 9 Brussel l bis Vo
 Deze artikelen zijn bevoegdheidsregelingen inzake alternatieve
bevoegdheidsgronden. Dat wil zeggen dat die rechters bevoegd zijn naast de rechter
op grond van art. 4. De eiser heeft een keuze: de rechter van de woonplaats van
gedaagde te adiëren of de rechter die zijn bevoegdheid ontleent aan art. 7,8 of 9.
 Art. 4 heeft voorrang!
 Let op het woordje ‘andere’ in de aanhef van art. 7. Zodra art. 7, 8 en 9 de rechter
van dezelfde lidstaat aanwijzen als art. 4 dan is art. 7, 8 en 9 niet van toepassing.
 Art. 7 kan alleen worden toegepast indien de gedaagde woonplaats heeft in een
lidstaat.
 Art. 6: als de gedaagde woonplaats heeft buiten de EU dan is de Brussel l bis Vo niet
van toepassing en dient Rv te worden toegepast
 Art. 4 regelt niet de absolute en relatieve competentie. Art. 7 regelt evenmin de
absolute competentie maar wel de relatieve competentie.

 Art. 7 lid 1 sub a Brussel l bis Vo
 Voor contractuele geschillen
 Daar geldt een verordeningsautonome uitleg van het begrip overeenkomst. Je past
dus niet het Nederlands recht toe om te bepalen of er sprake is van een
overeenkomst tussen partijen. Art. 7 lid 1 vereist niet dat er sprake is van een
overeenkomst (aanbod en aanvaarding) maar er moet sprake zijn van een vrijwillige
aangegane verbintenis van de ene partij jegens een andere partij. Het gaat dus meer
om een eenzijdige commitment. De andere partij hoeft het dus niet te hebben
aanvaard.
 Welke rechter is alternatief bevoegd bij contractuele geschillen?
Dat is de rechter van de plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten
grondslag ligt. Je moet per vordering die uit de overeenkomst voortvloeit beoordelen
waar die vordering moet worden uitgevoerd.


1

,  Art. 7 lid 1 sub b Brussel l bis Vo
 Men heeft voor de twee meest voorkomende overeenkomsten afzonderlijk
gedefinieerd wat de plaats van uitvoering is van een verbintenis die aan de eis ten
grondslag ligt wordt bedoeld.
 Bij koop van roerende zaken: plaats uitvoering verbintenis die aan de eis ten
grondslag ligt = plaats van levering
 Bij verstrekking van diensten: plaats uitvoering verbintenis die aan de eis ten
grondslag ligt = plaats van verstrekking van diensten
 Aanhef van art. 7 lid 1 sub b maakt het mogelijk dat partijen een afspraak maken
over de plaats van levering. Dat wil zeggen dat partijen in de overeenkomst
afzonderlijk kunnen bepalen waar bijv. moet worden betaald en daardoor wordt de
betaling afgezonderd van de autonome definitie van de plaats van uitvoering.

 Art. 7 lid 1 sub b eerste streepje Brussel l bis Vo
 Koop roerende zaken
 Uitgangspunt is de plaats van levering
 Hoe stel je de plaats van levering vast? De plaats van levering moet
verordeningsautonoom worden bepaald.
1. Afspraak: partijen kunnen in de overeenkomst een afspraak maken over de
plaats van levering. Dan is de rechter van die lidstaat bevoegd om kennis te
nemen van de geschillen uit de koopovereenkomst. Bij gebreke van een
afspraak geldt de feitelijke plaats van levering.
2. Feitelijke plaats van levering: waar is feitelijk geleverd?

Wat geldt in het geval dat er een afspraak is tussen partijen in de overeenkomst en er is feitelijk
geleverd. Welke gaat voor? De doctrine verschilt. Er zijn auteurs die verdedigen dat je voorrang moet
geven aan de feitelijke plaats van levering. Er zijn ook auteurs die tenderen naar een keuzerecht van
de eisende partij.
3. Mogelijk problemen
a) Meerdere plaatsen van levering
 er is feitelijk op meerdere plaatsen geleverd dan wel in de ovk is
overeengekomen dat op meerdere plaatsen zal worden geleverd
Dan geldt als uitgangspunt dat alle plaatsen van levering
gelijkwaardig zijn tenzij vanuit economisch oogpunt één plaats van
levering eruit springt. Dan gaat die voor boven de andere plaatsen
van levering.

b) Geen plaats van levering/diensten/de plaats waar de verbintenis
die aan de eis ten grondslag ligt
Wat doe je in een situatie dat partijen geen afspraak hebben
gemaakt over de plaats van levering en de overeenkomst nog niet is
uitgevoerd (nog niet geleverd) maar een van de partijen vordert een
gerechtelijke ontbinding van deze overeenkomst? Dan kan die partij
zich wenden tot de rechter van de woonplaats van gedaagde (o.g.v.
art. 4). Maar heeft deze partij geen alternatief in art. 7? HvJ heeft
bepaald dat in een dergelijk geval de plaats van levering bepaald
moet worden aan de hand van het toepasselijke recht op de
overeenkomst (als sprake is van koop van roerende zaken  WKV
en Rome l Vo, maar WKV heeft voorrang! WKV bevat ook een

2
$4.79
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
madiha_e Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
128
Member since
6 year
Number of followers
68
Documents
93
Last sold
6 months ago

3.5

11 reviews

5
4
4
2
3
3
2
0
1
2

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions