Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
Naam: Esmé Hansen
Datum: 06-11-2020
, Plan van aanpak activiteiten 1. Naam: Gezicht maken.
Beginsituatie:
Organisatie: SKSG, kinderdagverblijf (KDV) 3+ groep.
KDV, BSO, PSZ, BO, VO, anders
Doelgroep: Ik ga deze activiteit doen met kinderen tussen de 3 en 4 jaar. Ik doe dit
j/m, leeftijd, fase, behoeften, met zowel jongens als meisjes. De behoefte van deze kinderen is op
interesses bijzonderheden ontdekking gaan. Ze worden steeds socialer en zoeken elkaar op, om
samen te ontdekken en spelen.
Grootte groep Ik voor de activiteit uit met 2/ 3 kinderen.
Randvoorwaarden De visie op mijn stage plek, plezier en de ontwikkeling staan voorop.
Aan welke regels houdt je je Waar het kind het beste en het mooiste uit zichzelf kan halen, we willen
vanwege de visie van de elk kind gelijke kansen bieden. Wij zien kinderen vol zelfvertrouwen en
instelling? zelfstandig hun talenten en mogelijkheden leren kennen en gebruiken.
Is er een thema of programma SKSG biedt ieder kind persoonlijke aandacht en een veilige omgeving om
waar het op moet aansluiten? te ontwikkelen.
Ik behandel elk kind hetzelfde, ik geef elk kind evenveel aandacht tijdens
de activiteit. Ik geef de kinderen zelf de keuze of ze het gezicht nog willen
in kleuren.
Op mijn stageplek is het thema kennismaken in deze periode. Ik pas dit
thema toe doordat ze kijken naar elkaar om te zien waar ze bijvoorbeeld
de ogen moeten plakken.
Plannen:
Titel activiteit: De ogen, neus en mond op de het gezicht plakken.
Beschrijf de activiteit in één zin
of woord
Doel activiteit: Bij deze activiteit stimuleer je de fijne motoriek doordat ze moet plakken.
Wat wil je met de activiteit Hierbij moeten ze dus op de ogen, neus en mond lijm aanbrengen met
bereiken? een lijm kwastje.
Ook leren ze waar de mond, neus en ogen in het gezicht precies zitten. De
kinderen kunnen naar elkaars gezicht kijken om te zijn op welke plek ze
alles moeten plakken ook heb ik een voorbeeld gemaakt zodat ze een
duidelijker beeld krijgen van de activiteit.
Ontwikkelingsgebied(en) Tijdens deze activiteit stimuleer ik de fijne motoriek.
Welk(e)
ontwikkelingsgebied(en)
stimuleer je?
Tijdstip activiteit: Ik voer deze activiteit voor het fruit eten, om 9 uur.
Het ideale tijdstip van de dag
voor deze activiteit?
Duur activiteit: Deze activiteit gaat ongeveer 15 minuten duren, als de kinderen het leuk
Minimaal / maximaal? vinden om het gezicht ook in te kleuren gaat de activiteit wat langer
duren: 25/30 minuten.
Overleggen De kinderen met wie ik activiteit ga uitvoeren, mijn beoordelaar en ik zelf
Welke betrokkenen zijn er? zijn betrokken bij deze activiteit. Ik overleg met mijn beoordelaar het
Met wie overleg je waarover? tijdstip van de uitvoering van de activiteit. Ik bespreek wat ik van plan ben
Met wie werk je samen? en waar ik dit precies ga uitvoeren.
Wie licht je in en/of nodig je
uit?
Wie geeft feedback op je
uitvoering?