chromosoom met 2 zusterchromatide
centriolenpaar kinetochoren
op het centromeer
polaire microtubuli
evenaarsvlak
kinetochore microtubuli
nucleolus astrale microtubuli
samentrekbare ring
chromosoom
chromatinevezels
kernmembraan
, MEIOSE = 2 opeenvolgende celdelingen waardoor er uit één diploïde , 4 haploïde cellen ontstaaann.
● verhoopt in 4 fasen + cytokinese
● voorbereiding is identeiek de zelfde als bij de interfase mitose
Belang ● Productie van haploïde gameten
○ Meiose voorkomt een progressieve verdubbeling van het aantal chromosomen bij een bevruchting
● Productie van genetisch unieke gameten
○ Variatie in gameten
■ door recombinatie van DNA door crossing-over (tijdens profase 1)
■ door toevallige combinatie van chromosomen door mixing
● Mixing = tijdens anafase: toevallig migreren van maternale of paternale homologe
chromosomen naar één kant van de cel → genetisch unieke gameten
● Genetische variatie
○ voor in stand houden van de soort (bij gewijzigde leefomstandigheden)
○ Voorbeeld: organismen bestand tegen koude
centriolenpaar kinetochoren
op het centromeer
polaire microtubuli
evenaarsvlak
kinetochore microtubuli
nucleolus astrale microtubuli
samentrekbare ring
chromosoom
chromatinevezels
kernmembraan
, MEIOSE = 2 opeenvolgende celdelingen waardoor er uit één diploïde , 4 haploïde cellen ontstaaann.
● verhoopt in 4 fasen + cytokinese
● voorbereiding is identeiek de zelfde als bij de interfase mitose
Belang ● Productie van haploïde gameten
○ Meiose voorkomt een progressieve verdubbeling van het aantal chromosomen bij een bevruchting
● Productie van genetisch unieke gameten
○ Variatie in gameten
■ door recombinatie van DNA door crossing-over (tijdens profase 1)
■ door toevallige combinatie van chromosomen door mixing
● Mixing = tijdens anafase: toevallig migreren van maternale of paternale homologe
chromosomen naar één kant van de cel → genetisch unieke gameten
● Genetische variatie
○ voor in stand houden van de soort (bij gewijzigde leefomstandigheden)
○ Voorbeeld: organismen bestand tegen koude