100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Algemene Taalwetenschap 1

Rating
-
Sold
1
Pages
133
Uploaded on
07-07-2021
Written in
2020/2021

Duidelijke samenvatting ATW1 waarin alle belangrijke elementen, begrippen, wetenschappers in zijn opgenomen.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
July 7, 2021
Number of pages
133
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting Algemene Taalwetenschap 1



Schooljaar 2020-2021



Schakelprogramma Meertalige Professionele Communicatie




1

,OKTOBER: Moeder, waarom spreken wij?

1. Inleiding en doelstellingen

Non-verbale communicatie = communicatie tussen mensen die geen talige kenmerken heeft

Sociale kennis = kennis die we opdoen via anderen: scholing en vorming, via anderen aangereikt
 Onze S-sociale kennis, ons taalgebruik is fundamenteel "interactief” = het is steevast
een (complexe) interactie met anderen die ons nuttige informatie aanbieden, tailor-made:
op maat van ons niveau, ons functioneren en wat men met ons wil bereiken
 Voorbeeld corona: afstand houden en dragen van mondmaskers is nuttig om virusdeeltjes
tegen te houden

Kluizenaar = wie wel taal heeft maar niet met anderen wil spreken

Talige communicatie is ook wel veel meer dan “interactie”: als twee mensen die elkaar kennen,
elkaar toevallig tegen het lijf lopen, dan glimlachen beiden mensen meestal naar elkaar. Die
glimlach is meestal onbewust, en is een interactief signaal van herkenning en open staan voor
interactie. Men “communiceert” dus (onbewust) sociale relaties, ook via non-verbaal gedrag


1.1. Doelstellingen

Doel: inleiden van een aantal specifieke wetenschappelijke perspectieven rond taal, of beter,
rond “talige communicatie”

Sociale cognitie = algemeen theoretisch kader waaruit we taal benaderen, de studie van de
manier waarop individuen hun (sociale) wereld begrijpen: de manier waarop ze mensen en
events interpreteren, zichzelf ook situeren in een bredere sociale context (“de wereld”)

Sociolinguïstiek = wetenschappelijke disciplinaire invalshoek op taal waarbij taal vooral
wordt gezien als een middel waarmee een individu zich uitdrukt in een specifieke context

Andere perspectieven die aan bod komen:
a) Het evolutionaire perspectief => oktober deel!
b) Het culturele perspectief
c) Het existentiële perspectief

evolutionair perspectief = de manier waarop taal ingebed zit in ons mens-zijn als soort en ons
dus onderscheidt van andere soorten (mensapen zoals bonobo’s)

culturele perspectief = effecten op groepsniveau voor ons taalgebruik en talen op zich,
normering en codificatie en de machtsverhouding tussen verschillende talen

existentiële perspectief = individuele keuzes die sprekers kunnen maken, en die niet altijd
netjes volgens de klassieke sociologische parameters verlopen (man/vrouw, jong/oud,
arm/rijk)


2

,2. Een extern perspectief

2.1. Taalkundige antropologie = multidisciplinair: taalkunde en antropologie

 Antropologie = de studie van het menselijk gedrag met de bedoeling te begrijpen wat
ons “mens” maakt
 Taalkunde = het beschrijven van taalsystemen, de werking van een taal, functie,
evolutie

Taalkundige antropologie
- Aanpak waarbij wordt nagegaan hoe het taalvermogen ons definieert als soort tov
andere dieren soorten

- Combinatie van taalkundige en antropologische vragen: wat heeft menselijke taal dat
dierlijke communicatievormen niet hebben?
o Antropologisch = hoe definieer je een “mens” – welke eigenschappen zijn
typisch en uniek menselijk
o Taalkundig = wat is taal, hoe werkt taal, hoe evolueert taal?

- Interdisciplinair perspectief: niet alleen taalkunde en antropologie betrokken, maar
ook evolutionaire biologie, archeologie, sociologie, psychologie, geschiedenis en
wiskunde




2.2. De kern van het debat

Waarom zijn mensen taal beginnen gebruiken?
 Functionele redenering = om te communiceren
 Evolutionaire redenering = taal heeft zich ontwikkeld in een context waar het gebruik
van taal een evolutionair voordeel kon bieden voor groepen die taal gebruikten

Waarom spreken wij?
 Vraag naar mogelijkheidsvoorwaarden* waarbinnen taal is kunnen ontwikkelen in
de loop van de evolutionaire geschiedenis van de mens

*Mogelijkheidsvoorwaarden = we moeten op zoek gaan naar de kenmerken en
eigenschappen die de mens in staat stellen om taal te ontwikkelen, en er hun
evolutionair voordeel mee doen

De vragen kunnen we niet beantwoorden zonder in dit evolutionaire perspectief ook de
verschillen tussen mensen en dieren onder de loep te nemen.
- Nauwe evolutionaire link tussen mens en bonobo, maar bonobo’s hebben gn taal
- De vraag is dan hoe dat is gekomen:
o Kwalitatieve kloof = taal of niet
o Kwantitatieve kloof = morfologie van mensen en mensapen

3

, 3. Taal en biologie

3.1. De ontwikkeling van de moderne mens

Er zijn verschillende fases die geleid hebben tot het type skelet dat de moderne mens gestalte
geeft. Deze biologische, genetische ontwikkeling is uiteraard sterk gekleurd door de
evolutionaire principes van adaptatie en natuurlijke selectie – zo sterk dat de genetische
footprints van de evolutieleer vaak “autonoom” functioneren. Daarbij wordt vaak verwezen
naar een sterk onderscheid tussen:
 Natuur (biologie en genetica)
 Cultuur (externe processen, bv: leermechanismen die na de geboorte worden ingezet)


Hypothese: Is menselijke taal ook puur een evolutionair voortvloeisel, zoals een orgaan of
instinct?




3.1.1. De lichamelijke kenmerken = “natuur”

Noam Chomsky (Amerikaanse taalkundige)
 Taal heeft een biologische basis in de genetische mutatie
 Basis is opgetreden toen voorouders mens zich hadden afgesplitst van de mensapen
 Kloof tussen mensapen en mensen  disruptie!!!
o Disruptie = radicale, onoverkomelijke plotse verandering (bv: via mutatie)
 Interne perspectief  taal verklaren vanuit de structuur en de eigenschappen van taal
zelf
 Controversieel standpunt:
o Structuur van de taal vertelt alles over de oorsprong van de taal
o Externe processen (leermechanismen) hebben geen invloed op de
ontwikkeling (structuur) zelf van taal

Hypothese waarbij taal enkel een biologische ontstaansgeschiedenis zou hebben, gebaseerd op
een specifiek en nieuwe (“disruptie”) genetische mutatie => voorlopig niet bevestigd!




4
$7.80
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
amelieverlinden

Get to know the seller

Seller avatar
amelieverlinden Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
4 year
Number of followers
1
Documents
1
Last sold
4 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions