Working Words At Work: Education
19.1. Teaching in general
Iets aanleren To teach something
Opleiden To educate somebody (in something)
An educator
An education
Educational
Een les geven over een bepaald onderwerp To lecture (on something)
aan een publiek A lecturer
A lectureship
A lecture (to/on)
Lecture notes
Bijles geven To tutor (somebody)(in something)
A tutor
A tutorial
Iets aanleren in een informele setting To coach somebody (for/in)
A coach
Iemand de basis aanleren To ground somebody in something
A grounding (in)
Veel leren in een korte periode To cram somebody
A crammer
Iemand iets praktisch aanleren To instruct somebody (in)
Vb: auto rijden, skiën An instructor
An instruction (in)
Instructive
Opleiden om een bepaald, gewenst gedrag te To train somebody (in)
bekomen A trainer
A trainee
Training
Iemand opleiden door herhaaldelijk te oefenen To drill somebody
Vb: military excercises A drill
Een klasgroep A class
Een les A lesson
= a class
19.2. Pre-school
De kleuterschool (2 – 5 jaar) A nursery school
= a kindergarten
Peuterspeelzaal A playground
(een halve dag samen spelen, overzien door
de moeder van een van de kinderen)
De kleuterschool (5 – 7 jaar) An infant school
, 19.3. Schools in general
Een onafhankelijke school An independent school
Ouders moeten een bedrag betalen om hun = a private school
kinderen hier te laten gaan
Een vergoeding A fee
Fee-paying
↔ non-fee-paying
Een staatsschool A state school
Hier kunnen de kinderen gratis les volgen
Een school, gesticht meestal door een A voluntary school
religieuze instelling, die als staatsschool wordt
gezien
Een niet-gemengde school A single-sex school
Een gemengde school Co-educational
Een school waar de kinderen in de avond naar A day school
huis gaan
Een internaat A boarding school
De verblijfplaats van de internaatgangers A hall of residence
Een onderwijzer A school master/-mistress
De directeur A head teacher
= a principal
= a head master/- mistress
Een interimonderwijzer A supply teacher
De lessenrooster A timetable
Een opstel A composition
= an essay
Huiswerk Homework
Punten geven op To mark something
A mark
= to grade
Punten geven op To score something
A score
Straf schrijven To write lines
19.4. Primary schools
Schoolgaande leeftijd A school age
Basisschool (5 – 11 jaar) A primary school
De eerste klas (6 jaar) First form
Een onafhankelijks school die kinderen van 7 – A prep(aratory) school
14 jaar voorbereid op een staatsschool
19.5. Secondary schools
Middelbare school (11 – 16 jaar) A secondary school
Een staatschool waar kinderen van alle A comprehensive school
afkomsten samen worden onderwezen.
19.1. Teaching in general
Iets aanleren To teach something
Opleiden To educate somebody (in something)
An educator
An education
Educational
Een les geven over een bepaald onderwerp To lecture (on something)
aan een publiek A lecturer
A lectureship
A lecture (to/on)
Lecture notes
Bijles geven To tutor (somebody)(in something)
A tutor
A tutorial
Iets aanleren in een informele setting To coach somebody (for/in)
A coach
Iemand de basis aanleren To ground somebody in something
A grounding (in)
Veel leren in een korte periode To cram somebody
A crammer
Iemand iets praktisch aanleren To instruct somebody (in)
Vb: auto rijden, skiën An instructor
An instruction (in)
Instructive
Opleiden om een bepaald, gewenst gedrag te To train somebody (in)
bekomen A trainer
A trainee
Training
Iemand opleiden door herhaaldelijk te oefenen To drill somebody
Vb: military excercises A drill
Een klasgroep A class
Een les A lesson
= a class
19.2. Pre-school
De kleuterschool (2 – 5 jaar) A nursery school
= a kindergarten
Peuterspeelzaal A playground
(een halve dag samen spelen, overzien door
de moeder van een van de kinderen)
De kleuterschool (5 – 7 jaar) An infant school
, 19.3. Schools in general
Een onafhankelijke school An independent school
Ouders moeten een bedrag betalen om hun = a private school
kinderen hier te laten gaan
Een vergoeding A fee
Fee-paying
↔ non-fee-paying
Een staatsschool A state school
Hier kunnen de kinderen gratis les volgen
Een school, gesticht meestal door een A voluntary school
religieuze instelling, die als staatsschool wordt
gezien
Een niet-gemengde school A single-sex school
Een gemengde school Co-educational
Een school waar de kinderen in de avond naar A day school
huis gaan
Een internaat A boarding school
De verblijfplaats van de internaatgangers A hall of residence
Een onderwijzer A school master/-mistress
De directeur A head teacher
= a principal
= a head master/- mistress
Een interimonderwijzer A supply teacher
De lessenrooster A timetable
Een opstel A composition
= an essay
Huiswerk Homework
Punten geven op To mark something
A mark
= to grade
Punten geven op To score something
A score
Straf schrijven To write lines
19.4. Primary schools
Schoolgaande leeftijd A school age
Basisschool (5 – 11 jaar) A primary school
De eerste klas (6 jaar) First form
Een onafhankelijks school die kinderen van 7 – A prep(aratory) school
14 jaar voorbereid op een staatsschool
19.5. Secondary schools
Middelbare school (11 – 16 jaar) A secondary school
Een staatschool waar kinderen van alle A comprehensive school
afkomsten samen worden onderwezen.