100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociale Psychologie | Toegepaste Psychologie $14.95   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociale Psychologie | Toegepaste Psychologie

 42 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document vind je een samenvatting van het vak Sociale Psychologie. Dit vak werd gegeven in het eerste semester van de studie Toegepaste Psychologie door Griet van Vaerenbergh aan Thomas More. Mijn samenvatting is samengesteld op basis van de slides en het handboek. Met deze samenvatting wa...

[Show more]

Preview 4 out of 73  pages

  • Yes
  • June 30, 2021
  • 73
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting: Sociale psychologie
1.Kennismaking Met De Sociale Psychologie
 Sociale Deprivatie
=Mensen wegnemen van alle sociale prikkels/ input van anderen (die je nodig hebt) m.a.w. een
te kort aan sociaal contact neurologische te korten
b.v. stemmen horen, defecte op hersenniveau…
‘Deprivatie ‘= te kort aan iets doordat iets is weggenomen wat belang voor je heeft.
 Sociale Paradox
=We durven vreemde niet zomaar te benaderen.
‘paradoxaal’= iets is tegenstellend
 Invloed= kernwoord SP
Ons gedrag wordt door de anderen beïnvloed, we beïnvloeden een ander.
v.b. hamsteren, Sanda Dia, the wave

1.1 Studieobject van de sociale psychologie
1.1.1.Gebiedsomschrijving
Sociale psychologie=
“Sociale psychologie is de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten, gevoelens
en handelingen van mensen beïnvloed worden door de feitelijke, voorgestelde of geïmpliceerde
aanwezigheid van andere mensen”.

– Allport – Amerikaanse psycholoog

“wetenschappelijke studie”
- Verschil intuïtieve /alledaagse kennis vs wetenschappelijke kennis:
 Soort gegevens waarop ze zich baseren:
beide gebaseerd op ervaringen, niet hetzelfde ervaringsmateriaal
 I= toevallige en subjectieve indrukken, die men opdoet in alledaagse situaties
 W= objectieve waarnemingen, die op een systematische manier verzameld worden, liefst
in gecontroleerde situaties.
 Manier waarop uit die gegevens algemene inzichten gehaald worden; mogelijke verbanden,
samenhang zoeken:
 I= Ontdekken van verbanden gebeurd snel en oppervlakkig
 W= beweringen dienen het resultaat te zijn van methodisch onderzoek, en zullen er
een diepere verklaring voor proberen vinden. De beweringen en theorieën moeten
herhaaldelijk getoetst worden.

 Methodisch werken = 3 mogelijkheden, keuzen afhankelijk v/h soort onderwerp dat onderzocht
moet worden;
1) Begrijpende methode: Kwalitatief van aard (geen cijfermateriaal). Beperkt zich tot
verbale beschrijvingen v/h soort samenhangen die naar voren treden.
 vaak gebruikt: gevalsstudies
 beperking/negatief punt: subjectiviteit
 positief punt: tot onverwachte nieuwe hypothese komen (inspirerend voor verder
onderzoek).




1

, 2) Correlationele/vergelijkende methode: ≠ soorten gegevens verzamelen bij een groep
individuen om er vervolgens statistische bewerkingen op door te voeren om te zien of er
bepaalde correlaties in naar voren komen.
 meer zekerheid dan methode 1.
 correlatie= drukt uit hoe veranderingen in de ene variabelen samenhangen met die
v/d anderen; + correlatie | - correlatie | nulcorrelatie (geen verband beide
variabelen)

3) Experimentele methode: maakt het mogelijk om te onderzoeken of een bepaalde
variabele invloed heeft op een andere.

 Onafhankelijke variabele (OV)= (diegene die gemanipuleerd wordt); diegene waarvan
verwacht wordt dat hij invloed heeft op de afhankelijke variabele.
V.b. experiment klas= kleur van de woorden
 Afhankelijke variabele (AV)= die variabele die afhankelijk is van de onafhankelijke
variabele; het gedrag dat gemeten wordt. De eigenschap/gebeurtenis waarvan we willen
weten waardoor het beïnvloed wordt.
V.b. experiment klas= ik meet met een timer de snelheid waarbij iemand de kleur v/d
woorden kan benoemen reactietijd= 18/8 sec
 2 Proefgroepen: experimentele- & controlegroep
 om invloed van OV op AV na te gaan;
 onderzoek in situatie die onder controle gehouden wordt (storende variabelen
‘uitgeschakeld’)
 vertrekken vanuit 2 equivalente/gelijkwaardige proefgroepen b.v. jongeren
hetzelfde geslacht & leeftijd

 De wetenschappelijke aanpak maakt gebruik van: Empirische cyclus


Wetenschappelijke kennis:
1. Onderzoeker doen vaak toevallige
vaststellingen (empirie)= waarneming
2. Deze vaststellingen kan een aanleiding geven
om een voorlopige hypothese te vormen
(formuleren) of meerdere
3. Uit hypothese leidt je concrete
voorspellingen af die getoetst zullen worden
4. Uit confrontatie met gerichte observaties zal
blijken of de hypothese al dan niet houdbaar
is.  bevestigd/verworpen Alledaagse kennis:
5. Hypothese eventueel vervangen worden Eenrichtingsverkeer; uit vaststellingen die je
door een nieuwe , waaruit opnieuw opdoet meteen vaststaande conclusies
voorspellingen dienen afgeleid te worden, die trekken (mogelijk verkeerd)
op hun beurt weer getoetst moeten worden,
enz.




2

,“… de gedachten, gevoelens en handelingen van mensen”
Sociale psychologie houdt zich bezig met: zichtbare gedrag, maar ook met wat mensen denken &
voelen.  ABC – model;

A: Affectieve component (gevoelens) v.b. ik voel me slecht in een trui, omdat ik er door werd gepest
(Hoe we ons voelen)
B: Behaviour (manifeste gedrag) v.b. dezelfde kleren dragen als je vriendinnen.
(In hoe we ons gedragen)
C: Cognition (In hoe we (over onszelf) denken)

“… beïnvloed worden door de feitelijke, voorgestelde of geïmpliceerde
aanwezigheid van anderen”
 Fysieke/feitelijke (rechtstreeks) aanwezigheid beïnvloedende personen:
bv marktkramer die je dingen aansmeert dat je niet nodig hebt, rugzaktoeristen wekken
angst op we blijven bij soortgenoten weg, interactie met docent in de klas…
 Voorgestelde aanwezigheid beïnvloedende personen:
beïnvloeding door de gedachte aan andere personen
bv bij het kopen van een T-shirt; wat je uiteindelijk kiest, wordt vaak mee bepaald door hoe
je denkt dat anderen (ouders of leeftijdsgenoten) zullen reageren op je keuze, kledij fuif…
 Impliciete /onrechtstreekse aanwezigheid beïnvloedende personen;
Je weet niet door wie je beïnvloed wordt.
bv reclame, Colruyt die proevertjes aanbiedt, verkeer, supermarkt (snoep plaatsen bij
wachten aan kassa), route IKEA, ...
enkele aanvullingen op def.
 Beïnvloed worden en ook zelf beïnvloeden (sociale besmetting v.b. krabben, geeuwen…)
 Niet altijd bewuste of intentionele invloed
v.b. toch oversteken bij een wachtverzachter en andere volgen jou
 ‘Invloed van andere mensen’ => maar domein van SP is een heel breed terrein => beperkt zich
niet tot sociale gedragingen enkel; Alles is SP! Specifieke invalshoek maakt het een ander
studiegebied! V.b. hitte  agressiever gedrag
 studie van gedrag vooral oog voor de aspecten die op de een of andere manier betrekking
hebben op andere mensen.

1.1.2.De eigen invalshoek van de sociale psychologie
Bevind zich op het snijpunt tussen de sociologie & de psychologie

Onderscheid met de sociologie
 Sociologen hebben vooral oog voor de maatschappelijke/ groepsgebonden kenmerken die
aanwijsbaar zijn in het gedrag.
 Psychologen richten hun aandacht vooral op het individu zelf.



3

,  Sociaal psychologen (zitten er ergens tussenin) Focus ook gericht op het gedrag van individuen,
maar dan wel voor zover het gericht is op of beïnvloed wordt door het gedrag van anderen
(onmiddellijke omgeving).
Eigen plaats binnen de psychologie
 De persoonlijkheidspsychologie= gedrag verklaren vanuit innerlijke factoren die aan de basis
kunnen liggen van gedrag |dispositionisten
‘dispositie’= karaktertrek/eigenschap dat in mensen zit
 De sociale psychologie= we gaan gedrag verklaren vanuit de externe factoren die inwerken op
het individu (context/ situatie) | situationisten
 Interactionisme= gedrag kunnen we het best verklaren door naar de situatie/context en
karaktertrekken te kijken (interactie v/d 2)
 Toont belang v/d multidisciplinaire aanpak=
Onderzoek gebeurt vandaag door onderzoeksgroepen waarin ≠ disciplines bij elkaar komen.
 Ontwikkelingspsychologie: nagaan hoe gedrag evolueert in zijn ≠ aspecten over de ≠
levensfasen.
 Algemene psychologie: basisprocessen van gedrag v.b. waarneming, geheugen en emoties op
zichzelf bestudeerd, zonder te verdiepen in sociale invloeden


1.2 Enkele belangrijk evoluties
1.2.1 Kenmerken van bij het ontstaan
Een sterke experimentele traditie
Heel veel onderzoek in sociale psychologie  gebruik van experimenten

 Voordelen experimentele methode:
 Beste manier om op ondubbelzinnige wijze aan te tonen welke factoren invloed hebben
op de verschijnselen die de onderzoekers in kaart willen brengen.
 Geeft meer zekerheid (je lokt de verschijnselen bewust uit)
 Onderzoekers bepalen zelf v welke factoren ze de mogelijke invloed willen onderzoeken
 Storende variabelen kunnen onder controle worden gehouden

 Eerste sociaalpsychologische experimenten:
 Norman Triplett (Amerikaanse psycholoog): Proef met kinderen (alleen & per 2)
uitvoeren eenvoudige motorische taak.  Resultaat: prestatie beter in sociale conditie
 Max Ringelmann (Franse landbouwingenieur): Resultaat: in sociale conditie presteren
deelnemers minder dan alleen.

Nauwe band tussen theorie en praktijk
WO2 belangrijke stroomversnelling ontwikkeling sociale psychologie:

 Europese psychologen (vele met Joodse achtergrond) weken massaal uit naar de VS
 Oorlog bracht dringende praktische problemen  opdrachten SP:
V.b. moreel v/d troepen op peil houden, troepen behoeden voor propagandamachine vijand,
hoe burgerbevolking mobiliseren om taken v afwezige militairen over te nemen, ze leren
zuinig te zijn met voedsel en grondstoffen
 Kurt Lewin: veldtheorie= menselijk gedrag hangt af van persoonlijkheid/karakter,
omgeving/situatie



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milaextra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $14.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72964 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$14.95  1x  sold
  • (0)
  Add to cart