natuurkunde
6.1 Elektromagnetische straling
Door elektronen die in een antennen met een hoge frequentie heen en
weer bewegen ontstaan er: elektromagnetische golven.
Elektromagnetische golven bewegen net als watergolven van de bron af.
De snelheid van elektromagnetische golven = de lichtsnelheid = 3,0 x 108
m/s = c
Het aantal golven dat in 1 sec voorbij komt = frequentie van de golf.
De afstand tussen de golftoppen = golflengte.
Golflengte formule:
λ = c/f
Hierin is:
✩ λ de golflengte in meter (m)
✩ c de lichtsnelheid in m/s
✩ f de frequentie in hertz (Hz)
1 nm = 10-9
Verschillende soorten straling: infrarode straling (ir-straling), ultraviolette
straling (uv-straling), röntgenstraling en gammastraling.
-> blz 129
De eigenschappen van elektromagnetische straling worden bepaald door
de golflengte. Als je de golflengte kent, weet je ook welke kleur het licht
heeft.
Als straling wordt geabsorbeerd, komt de energie van de straling vrij.
Sommige soorten stralingsenergie kan stoffen afbreken.
Straling die moleculen kapot kan maken = ioniserende straling.
radiogolven, ir-straling en licht zijn niet ioniserend, uv-straling = zwak en
röntgenstraling en gammastraling zijn sterk ioniserend.
6.2 Licht en lenzen
Als licht onder een hoek op een stuk glas of andere doorzichtige stof valt,
verandert het van richting = lichtbreking.
Midden dikker dan randen = bolle of positieve lens.
6.1 Elektromagnetische straling
Door elektronen die in een antennen met een hoge frequentie heen en
weer bewegen ontstaan er: elektromagnetische golven.
Elektromagnetische golven bewegen net als watergolven van de bron af.
De snelheid van elektromagnetische golven = de lichtsnelheid = 3,0 x 108
m/s = c
Het aantal golven dat in 1 sec voorbij komt = frequentie van de golf.
De afstand tussen de golftoppen = golflengte.
Golflengte formule:
λ = c/f
Hierin is:
✩ λ de golflengte in meter (m)
✩ c de lichtsnelheid in m/s
✩ f de frequentie in hertz (Hz)
1 nm = 10-9
Verschillende soorten straling: infrarode straling (ir-straling), ultraviolette
straling (uv-straling), röntgenstraling en gammastraling.
-> blz 129
De eigenschappen van elektromagnetische straling worden bepaald door
de golflengte. Als je de golflengte kent, weet je ook welke kleur het licht
heeft.
Als straling wordt geabsorbeerd, komt de energie van de straling vrij.
Sommige soorten stralingsenergie kan stoffen afbreken.
Straling die moleculen kapot kan maken = ioniserende straling.
radiogolven, ir-straling en licht zijn niet ioniserend, uv-straling = zwak en
röntgenstraling en gammastraling zijn sterk ioniserend.
6.2 Licht en lenzen
Als licht onder een hoek op een stuk glas of andere doorzichtige stof valt,
verandert het van richting = lichtbreking.
Midden dikker dan randen = bolle of positieve lens.