Thematoets 4
Drama
Kijk op spel
HF 2, paragraaf 2.1 t/m 2.5
2.1 drama vanuit een pedagogisch karakter
Drama en de drie basisbehoeften
- Autonomie: Door het kind autonomie te geven, wordt zowel de creativiteit als het gevoel van
competitie gestimuleerd
- Kinderen nemen in hoge mate beslissingen bij drama
- Bij repetitie ook sprake van autonomie—> welke rol krijgt iemand en hoe pakken ze het
aan
- Competentie: leerkracht stimuleert gevoel van component te zijn door een opbouwende
benadering en applaus in te stellen
- Juiste warming-up en nabespreking —> kind voelt zich competent
- Relatie: kinderen werken (duo warming-up) samen en gaan banden aan met kinderen buiten
eigen sociale kring (repetitiefase)
- Sociale veiligheid creëren centraal —> lukt dit? Dan positief e ect op relatie met groep
Drama en coöperatief leren
- positieve wederzijdse afhankelijkheid
- Kind levert bijdrage aan verhalen, kinderen maken samen opdracht en zijn afhankelijk van
elkaar
- individuele aansprakelijkheid
- Vind plaats door leerkracht bij drama door vak didactische kennis en empatisch vermogen
- directe interactie
- Aandacht voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden en het groepsproces
- Drama erop gericht inzicht en vaardigheden te ontwikkelen in kunstvorm ‘theater’
- Sociaal gedrag randvoorwaarde drama
Drama en directe instructie
6 kernaspecten van directe instructie
- een goede structuur in opbouw van leerstof
- Tweevoudige warming-upfase is de oefen en leerfase, en een opstap naar het toepassen
van vaardigheden in de kern
- het juiste niveau van de leerstof
- Juiste niveau bij drama afhankelijk van pedagogisch werkklimaat, sociale cultuur in klas en
ontwikkelingsfase kinderen
- betekenis geven
- Bij drama gaat het vaker om werkvorm dan inhoud —> belangrijk om uit te leggen waarom
je hebt gekozen voor bepaalde inhoud
- individuele aansprakelijkheid
- Zichtbaarheid
- Motivatie
Drama en actief leren
Bij actief leren volgende begrippen van belang
- leren gericht op wendbaar gebruik
- Vaak ik klassikale warming-up al oefenen voor volgende fase
- Je stelt kaders vast, geeft structuur aan proces, beoordeelt resultaten op vooraf gestelde
criteria
- De betekenisvolle leertaak
- Doe alsof spel vaak al betekenisvol
- In belevingswereld spelen
Drama en meervoudige intelligenties
5 intelligenties die bij drama expliciet aan de orde komen
BG 1
ff
, BG
Thematoets 4
- interpersoonlijke intelligentie
- In tweetallen wisselen ze gedachten, overleggen en experimenteren ze
- Bij daadwerkelijke interactie, samenspel dus wordt deze intelligentie aangesproken, ook
wanneer kinderen elkaar en de gespeelde situatie aanvoelen
- intrapersoonlijk intelligentie
- Emoties verbeelden, zoals angst, verdriet en blijdschap, je oefent emotie en leert ze beter
kennen. Hierdoor stijgt de kans op zelfbewustzijn
- lichamelijk-motorische intelligentie
- Dramatisch spel is fysieke aangelegenheid
- Houding, beweging en gebaar staan centraal
- verbaal-linguïstische intelligentie
- In alle lesfasen staat toepassing taal centraal
- visueel-ruimtelijk intelligentie
- Je werkt vanuit een beeld naar een presentatie
2.2 drama binnen het basisonderwijs: doelstellingen
- Bij drama vak speci eken en pedagogische (overstijgen vak drama) doelstellingen
Vakspeci eke doelstellingen
- inzicht ontwikkelen in de eigen spelkwaliteit en die van anderen
- Ontwikkelen van kwaliteiten wat betreft spreken en spelen voor publiek
- Inzicht ontwikkelen in de verschillende werkvormen en het hanteren daarvan
- Ontwikkelen van publieksgerichtheid en het gevoel voor toneelbeeld oftewel mise-en-scene
- Ontwikkelen van gevoel voor en inzicht in dramatische vormgeving
- Het leren beoordelen wat theatraal waardevol is en wat niet
- Inzicht ontwikkelen in een dramatische lijn (een verhaal of presentatie helder kunnen opbouwen
en er een goede afronding aan geven)
- Het leren kijken naar en op waarde schatten van theatervoorstellingen voor kinderen
Pedagogische doelstellingen
- ontwikkelen vermogen tot samenwerken
- Activeren van het vermogen tot inleving in anderen
- Ontwikkelen vermogen om respect te tonen en te hebben naar anderen
- Stimuleren fantasie en creativiteit
- Ontwikkelen communicatieve vaardigheden
- Begroten fysiek bewustzijn
- Ontwikkelen verbale en non-verbale uitdrukkingsmogelijkheden
- Begroten zelfstandigheid
- Bewustwording eigen en andermans gedrag en handelen binnen sociale omgeving
- Con icthantering
- Verlagen speldrempels, vergroten zelfvertrouwen
- Leren geven en ontvangen feedback
- Leren omgaan met andermans waarde en normen
- Vergroten concentratie vermogen
- cruciaal is het creëren van een sociaal veilig werkklimaat
- Hierbij hoort nabespreking van werk en gedragingen
Kerndoelen en drama
- leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelen en
ervaringen mee uit te drukken en om ermee te kunnen communiceren (dramatische
vormgeving)
- De leerlingen leren op eigen werk en dat van andere te re ecteren (dramatisch inzicht)
- De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel
erfgoed
BG 2
fl fi fi fl