100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Investeren en Financieren 2.4

Rating
-
Sold
7
Pages
41
Uploaded on
17-06-2021
Written in
2020/2021

Een samenvatting van de stof voor Investeren en Financieren 2.4. In de samenvatting zijn de hoorcollegesheets samengevat in combinatie met het boek Essentials of Corporate Finance (10e). De samenvatting is een combinatie van theorie, formules en voorbeeldberekeningen.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 18
Uploaded on
June 17, 2021
File latest updated on
June 23, 2021
Number of pages
41
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting Investeren & Financieren 2.4 (2020-2021)



Boek: Essentials of Corporate Finance (10th edition)(Ross, Westerfield & Jordan)

ISBN: 9781260565560

Stof: H2, H3, H4, H5, H6, H7, H8, H9, H10, H11, H12, H18



Kernbegrippen:

Cashflows Investeringsselectiemethoden
Ondernemingsdoelen Soorten obligaties
Agencyproblematiek Soorten aandelen
Primaire en secundaire markt Capital budgeting
Financiele overzichten Interne rentabiliteit
Dupont Chart NPV
Groeicapaciteit winst GBR
Financiele Rekenkunde (future value, present Rendements- en risicoberekening
value, annuities, perpetuities) Portfoliotheorie
Hoofdlijnen emissie van vermogenstitels Bèta
CAPM SML
Efficiente markt Kengetallen (ratio-analyse)
Ethisch handelen in finance Cost of capital (WACC)
Financiele analyse Waardering aandelen en obligaties
Interest, wisselkoers en inflatie Tijdsvoorkeur



Leerdoelen:
1. Je kent verschillende vormen van vreemd en eigen vermogen
2. Je kunt de kostenvoet van het eigen vermogen bepalen met behulp van het CAPM
3. Je kent de werking van de kapitaalmarkt en weet wat een efficiënte markt is
4. Je kunt de relatie tussen rendement en risico bepalen en de gevolgen voor de
portfoliosamenstelling
5. Je kunt de marktwaarde van aandelen, obligaties en projecten schatten
6. Je kent de relatie tussen interest, wisselkoers en inflatie
7. Je kunt de gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC) bepalen
8. Je hebt inzicht in de voor- en nadelen van diverse investerings-selectiemethoden
9. Je bent in staat om financiële calculaties te maken ten behoeve van waardebepaling
10. Je kent het verschil tussen winst- en waardedenken en het verschil tussen winstbepaling en
kasstroombepaling
11. Je kent de belangrijkste mogelijkheden om nieuw vermogen aan te trekken




1

,WEEK 1: H2 Financial statements, taxes and cash flow

Een aantal vragen die het management van een onderneming altijd heeft zijn:
- Welke investeringen moet de onderneming doen?
- Hoe moeten deze investeringen gefinancierd worden?
- Hoe wordt het beheer van het werkkapitaal vormgegeven?

In de afbeelding hieronder staat een korte samenvatting van de cashflow tussen een bedrijf,
financiële markten en de overheid:




De onderneming geeft eerst waardepapieren uit, vaak in de vorm van obligaties of aandelen.
Hierdoor ontstaat lang of kort vreemd vermogen of eigen vermogen op de balans. Door deze uitgifte
ontvangst de onderneming cash. De cash wordt geïnvesteerd in activa (machines, voorraad, etc.).
Doordat de onderneming de activa gebruikt voor haar activiteiten ontstaat er een cash flow uit deze
activa. Deze cashflow wordt gebruikt voor 3 dingen:
- Het betalen van dividend, interest of aflossing naar de financiële markt
- Het betalen van belastingen aan de overheid
- Het herinvesteren van de cash flow in de onderneming (bijv. een extra machine of nieuwe
voorraad)

De balans

In de afbeelding hiernaast is een
globale weergave van de balans te
zien. Let op! Dit is een andere vorm
dan dat we in Nederland gewend zijn.
Deze balans is eigenlijk omgedraaid.

Het verschil tussen de vlottende
activa (current assets) en de
vlottende passiva (current liabilities)
is het netto werkkapitaal. Dit wordt
vooral gebruikt om op de korte
termijn betalingen te doen (bijv.
aflossing, rente, belasting en nieuwe
voorraad)


2

,Risicoperceptie

De kosten van financiering door een bank bestaan uit het Euribor-percentage + een bepaalde
risicotoeslag. Deze toeslag vormt de winstmarge en de risicotoeslag voor de bank. Hoe lager de bank
het risico inschat, hoe lager de toeslag die ze in rekening brengen.

Als bedrijf zou het dus ideaal zijn als de risicoperceptie van de bank beïnvloed kan worden, zodat het
risico laag wordt ingeschat. Als gevolg daarvan zal de risicotoeslag laag worden vastgesteld,
waardoor de kosten van het vreemd vermogen dat wordt aangetrokken zo laag mogelijk zijn.

De bank let bij het inschatten van het risico vooral op de volgende facetten (volgorde van prioriteit):
1. Ondernemer
2. Onderneming
3. Rentabiliteit
4. Vermogen
5. Zekerheid

Niet alle aspecten zijn evengoed beïnvloedbaar door de onderneming. Dit is te zien in onderstaande
afbeelding:




WACC = Weighted Average Cost of Capital = de gemiddelde vermogenskostenvoet = wat kost het
eigen en vreemd vermogen de onderneming.

Door het risicoprofiel te verlagen, wordt de risicoperceptie lager en dus ook de risicotoeslag. Dit
geldt zowel voor het eigen vermogen (aandeelhouders) als voor het vreemd vermogen (bijv. banken).
Als de risicotoeslag lager is, zijn de kosten van eigen en vreemd vermogen lager en is dus de WACC
lager.

Werkkapitaal

Een positieve liquiditeit op de balans is belangrijk voor ondernemers. Liquiditeit is de snelheid en het
gemak waarmee een activa omgezet kan worden naar cash. De balans is normaliter (in Nederland)
opgedeeld door de activa met een lage liquiditeit (MVA) bovenaan te zetten, en de activa met een
hoge liquiditeit onderaan (voorraad, debiteuren en liquide middelen). De liquiditeit wordt vaak
uitgedrukt als de current ratio.

3

, Hoe hoger de liquiditeit van een onderneming, hoe beter de onderneming aan de verplichtingen op
korte termijn kan voldoen. De onderneming is goed in staat de rekeningen te betalen (crediteuren,
belastingen en rentes).

De formule voor het berekeningen van de liquiditeit/current ratio:




(vlottende activa = voorraden, debiteuren en liquide middelen. vlottende passiva = kortlopende
schulden)

Als ondernemers het belangrijk vinden om een hoge liquiditeit te hebben, lijkt de oplossing vrij
eenvoudig: koop zoveel mogelijk voorraden in, laat de debiteuren hoog oplopen en investeer niks
maar zorgt dat je veel liquide middelen beschikbaar hebt.

In de praktijk werkt dit echter niet zo. Hoge voorraden brengen risico met zicht mee (want: kans dat
ze niet worden verkocht). Een hoog debiteurensaldo is ook een risico (want: kans dat er niet wordt
betaald). Liquide middelen hebben als nadeel dat ze geen rendement opleveren, maar wel kosten
met zich mee brengen (want: ze worden gefinancierd door eigen of vreemd vermogen, en daar moet
rente of dividend voor worden betaald)

→ Het is dus goed om een liquide onderneming te zijn, maar een te hoog werkkapitaal geeft een
risicovol beeld.




Waardebepaling

Voordat er wordt geïnvesteerd in een project of voordat een bedrijf wordt overgenomen, moet eerst
de waarde worden bepaald. Hierbij spelen twee perspectieven een rol:
- Wat wil ik maximaal betalen en wat is de prijs?
- Zorgt de investering voor voldoende rendement?

De eerste vraag kan beantwoord worden met behulp van de Discounted Cash Flow (= Netto Contante
Waarde). Hiermee kan de waarde van een investering worden bepaald. Hierbij spelen de (verwachte)
toekomstige cash flow en de disconteringsvoet een rol.

De tweede vraag is een vraag over de toekomst en het genereren van cashflow. Het bedrijf moet in
de toekomst bloeien om rendement uit je investering te halen. De toekomstige
ondernemingsstrategie moet worden verwerkt. Als deze afwijkt van de huidige strategie of het
verleden, zal dit consequenties hebben voor toekomstige geldstromen. Zo kunnen nieuwe markten
worden betreden, kan de focus op andere producten of diensten komen te liggen, kan worden
geïnvesteerd in nieuwe technologie of wordt een deel van de activiteiten uitbesteed (outsourcing) of
juist zelf uitgevoerd (insourcing).



4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
nielskattenpoel Saxion Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
39
Member since
11 year
Number of followers
25
Documents
24
Last sold
7 months ago
Samenvattingen Accountancy / Bedrijfseconomie / Fiscaal Recht en Economie

Bij deze bied ik de samenvattingen aan die ik tijdens mijn studie heb gemaakt ter voorbereiding van de tentamens. De samenvattingen bestaan uit de aantekeningen van hoorcolleges, werkcolleges en delen uit de studieboeken. Een samenvatting gekocht en erg tevreden (of juist niet)? Geef de samenvatting een beoordeling of laat een reactie achter. Zo weet ik wat ik kan verbeteren en weten andere potentiële kopers wat ze er aan hebben!

3.0

2 reviews

5
0
4
1
3
0
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions