Biologie: Voortplanting
2.1: Ongeslachtelijke voortplanting
Celdeling = De reproductie van cellen voor groei of herstel.
Uit een moedercel ontstaan 2 dochtercellen. (Deze zijn genetisch identiek aan de
moedercel)
Ongeslachtelijke voortplanting = een proces bij eencelligen, planten, schimmels en
sommige dieren waarbij een eencellige genetisch identieke nakomelingen vormt.
Kunstmatige voorbeelden:
Natuurlijke voorbeelden:
- Stekken (Een stuk van een
- Knopvorming (Aardappels, wortel of blad wordt
knollen met knoppen, die afgesneden, hierop groeien
weer nieuwe knollen wortels van een nieuwe plant.)
worden.) o Weefselkweek =
- Uitlopers (Zaadplanten, uit Stukjes weefsel op
uitlopers ontstaan nieuwe voedingsbodem
planten.) groeien uit tot
- Bollen (Bolgewassen, bollen callus. Hieruit
bestaan uit rokken en groeien kleine
daartussen zit plantjes.
reservevoedsel die kan
worden gebruikt voor Dit noem je klonen, er ontstaat een
nieuwe bollen.) kloon.
Celcyclus
In chromosomen wordt het DNA opgeslagen en gekopieerd. Aan het begin van een celdeling
spiraliseren de chromosomen zich (hierdoor worden ze dikker en korter) en daarna
ontrollen ze zich weer. -> Celdeling begint met de kerndeling = mitose. Daarna snoert de cel
tussen de twee kernen en vormen ze nieuw cytoplasma = plasmagroei.
Wat zijn de fases van de celcyclus?
1: M-fase (mitotische fase) = periode waarin de kern- en celdeling vindt plaats.
2: G1-fase (gap 1) = periode tussen de M- en S-fase in.
3: S-fase (synthese-fase) = In deze fase vindt de DNA-replicatie/synthese plaats. Van Interfase
elke DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt.
- De kopie blijft tot aan de M-fase vastzitten aan het DNA waarvan de kopie is
gemaakt. De plek waar ze vastzitten = centromeer.
- Zolang de moleculen aan elkaar vastzitten zijn het chromatiden.
, 4: G2-fase (gap 2) = periode tussen de S- en M-fase in.
Mitose
Wat zijn de fases van mitose?
1: Profase (begin v/d mitose)
- Het centrosoom (= spoellichaampje) verdubbelt.
- Aan het eind van deze fase spiraliseert (oprollen) het DNA.
2: Prometafase ( 2e fase)
- Het kernmembraan verdwijnt.
- Beide centrosomen bewegen zich naar een zijde van de cel -> hier tussen groeien
trekdraden of microtubuli en deze vormen een koepel (=kernspoel)
3: Metafase (3e fase)
- De chromosomen liggen tussen beide centrosomen.
- De microtubuli hecht zich aan de centromeer van elk chromosoom.
4: Anafase (4e fase)
- De microtubuli krimpen.
De twee chromatiden van het chromosoom bewegen naar een tegenovergestelde
plaats.
5: Telofase (5e fase)
- Er vormt een nieuw kernmembraan en er ontstaan twee kernen. (Omdat de
chromosomen waren verdubbelt en nu weer splitsen hebben ze dezelfde
eigenschap.)
- De cel snoert tussen de kernen en er ontstaan twee cellen.
Klonen wordt gebruikt om bepaalde eigenschappen te behouden.
o Embryosplitsing = Het embryo wordt gesplitst en in de baarmoeder geplaatst.
o Celkerntransplantatie (SCNT) = De celkernen uit een eicel worden verwijderd en de
celkernen worden herplaatst met celkernen van een dier met de genen die je wilt
kopiëren.
2.1: Ongeslachtelijke voortplanting
Celdeling = De reproductie van cellen voor groei of herstel.
Uit een moedercel ontstaan 2 dochtercellen. (Deze zijn genetisch identiek aan de
moedercel)
Ongeslachtelijke voortplanting = een proces bij eencelligen, planten, schimmels en
sommige dieren waarbij een eencellige genetisch identieke nakomelingen vormt.
Kunstmatige voorbeelden:
Natuurlijke voorbeelden:
- Stekken (Een stuk van een
- Knopvorming (Aardappels, wortel of blad wordt
knollen met knoppen, die afgesneden, hierop groeien
weer nieuwe knollen wortels van een nieuwe plant.)
worden.) o Weefselkweek =
- Uitlopers (Zaadplanten, uit Stukjes weefsel op
uitlopers ontstaan nieuwe voedingsbodem
planten.) groeien uit tot
- Bollen (Bolgewassen, bollen callus. Hieruit
bestaan uit rokken en groeien kleine
daartussen zit plantjes.
reservevoedsel die kan
worden gebruikt voor Dit noem je klonen, er ontstaat een
nieuwe bollen.) kloon.
Celcyclus
In chromosomen wordt het DNA opgeslagen en gekopieerd. Aan het begin van een celdeling
spiraliseren de chromosomen zich (hierdoor worden ze dikker en korter) en daarna
ontrollen ze zich weer. -> Celdeling begint met de kerndeling = mitose. Daarna snoert de cel
tussen de twee kernen en vormen ze nieuw cytoplasma = plasmagroei.
Wat zijn de fases van de celcyclus?
1: M-fase (mitotische fase) = periode waarin de kern- en celdeling vindt plaats.
2: G1-fase (gap 1) = periode tussen de M- en S-fase in.
3: S-fase (synthese-fase) = In deze fase vindt de DNA-replicatie/synthese plaats. Van Interfase
elke DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt.
- De kopie blijft tot aan de M-fase vastzitten aan het DNA waarvan de kopie is
gemaakt. De plek waar ze vastzitten = centromeer.
- Zolang de moleculen aan elkaar vastzitten zijn het chromatiden.
, 4: G2-fase (gap 2) = periode tussen de S- en M-fase in.
Mitose
Wat zijn de fases van mitose?
1: Profase (begin v/d mitose)
- Het centrosoom (= spoellichaampje) verdubbelt.
- Aan het eind van deze fase spiraliseert (oprollen) het DNA.
2: Prometafase ( 2e fase)
- Het kernmembraan verdwijnt.
- Beide centrosomen bewegen zich naar een zijde van de cel -> hier tussen groeien
trekdraden of microtubuli en deze vormen een koepel (=kernspoel)
3: Metafase (3e fase)
- De chromosomen liggen tussen beide centrosomen.
- De microtubuli hecht zich aan de centromeer van elk chromosoom.
4: Anafase (4e fase)
- De microtubuli krimpen.
De twee chromatiden van het chromosoom bewegen naar een tegenovergestelde
plaats.
5: Telofase (5e fase)
- Er vormt een nieuw kernmembraan en er ontstaan twee kernen. (Omdat de
chromosomen waren verdubbelt en nu weer splitsen hebben ze dezelfde
eigenschap.)
- De cel snoert tussen de kernen en er ontstaan twee cellen.
Klonen wordt gebruikt om bepaalde eigenschappen te behouden.
o Embryosplitsing = Het embryo wordt gesplitst en in de baarmoeder geplaatst.
o Celkerntransplantatie (SCNT) = De celkernen uit een eicel worden verwijderd en de
celkernen worden herplaatst met celkernen van een dier met de genen die je wilt
kopiëren.