ges juni samenvatting 2021
basis
Het verleden = alles wat gebeurd is
de geschiedenis = wat we weten over het verleden, reconstructie van het verleden door een geschiedkundige.
Historische kritiek:
- Een historische bron:
- Geeft rechtstreekse informatie uit het verleden, geeft een rechtstreekse getuigenis van
wat er gebeurd is
- Geschreven
- Ongeschreven (mondelinge/materiële)
- Een historisch werk: ontstaat als mensen de getuigenissen uit bronnen gebruiken om iets te vertellen of
uit te beelden, is dus een verwerking van (informatie uit) bronnen.
[kan objectief (feit) of subjectief (mening)]
- Betrouwbaarheid?
Historische methode:
1) Heuristiek (verzamelen van informatie, bronnen en werken)
2) Historische kritiek (kritisch onderzoek naar de betrouwbaarheid van de informatie)
3) Historische synthese (verslag van het onderzoek met werkwijze en resultaten)
hoofddomeinen:
- Politiek
-Politiek-territoriaal
- Politiek-bestuurlijk
-Socio-economisch
- Sociaal
- economisch
-Cultureel
- Kunst
- Wetenschap & techniek
- Godsdienst
- leefgewoonten
Historisch referentiekader:
- Tijd (historische periode)
- Ruimte (waar)
- domein
Prehistorie: …- 3500 v.c.
stroomculturen: 3500 vc – 800 vc
klassieke oudheid: 800 vc – 500
middeleeuwen: 500 – 1450
nieuwe tijd: 1450 – 1750
nieuwste tijd: 1750 – 1945
eigen tijd: 1945 - ….
, B6 nationalisme verenigt en verscheurt
Het volkslied verwacht van de Belgen t.o.v. het vaderland dat zij het land trouw zijn en zelfs bereid zijn hun leven
ervoor te geven.
Niet elk volk heeft een eigen staat, ze hebben staatkundige grenzen die niet samen vallen met de ‘etnische grenzen’
in Europa;
-> sommige volkeren verspreid over meerdere landen (bv. duitsers)
-> verschillende volkeren in 1 land (bv. oostenrijk)
1) de opkomst van het nationalisme
Het nationalisme is sterk gestimuleerd door de Franse Revolutie.
- fransen hebben ideeën van Verlichting uitgedragen, o.a. idee van zelfbeschikkingsrecht. (= volk mag zelf
een eigen staat stichten + regering kiezen)
- fransen bezetten Europa -> nationalistische reactie onderworpen volkeren.
1815: Congres van Wenen.
-> vorsten herstellen hun macht.
<-> liberalen (= volk geen inspraak) en nationalisten (= geen rekening gehouden met volkeren en grenzen)
Nationalisme = het eigen VOLK belangrijk vinden.
VOLK = groep mensen die zich met elkaar verbonden voelen door een aantal gemeenschappelijke kenmerken, bv.
taal, godsdienst.
2) het nationalisme wil meer dan alleen maar nationale onafhankelijkheid
Nationalisten willen eigen staat.
<-> nieuwe grenzen getrokken op het Congres van Wenen
Nationalisten geloven in:
- nationale eigenheid (elk volk is uniek) -> nood aan symbolen (vlag, volkslied,…). Kan leiden tot discriminatie
of geweld tegen anderen!
- nationale eenheid (geen interne tegenstellingen)
- nationale grootsheid ( beklemtonen van eigen successen)
3) het nationalisme doet de Europese orde daveren op haar grondvesten
Nationalisten <-> grenzen van het Congres van Wenen.
multinationale staten vallen uit elkaar + volkeren verspreid over verschillende landen verenigen zich
-> veel geweld en oorlog. Bv. Duitse eenmaking gebeurde “door ijzer en bloed”
Duitsland voor 1815:
- sinds de late middeleeuwen: totaal verbrokkeld
- 1806: ontbinding van keizerrijk
Duitsland na 1815: opkomst van het nationalisme:
-> streven naar hereniging van Duitsland
-> aanvankelijk: weinig succesvol
-> rond 19e eeuw: Pruisen neemt uit eigen belang het voortouw bij dit streven.
o.l.v. kanselier Bismarck
Bismarck realiseert zijn doel door “ijzer en bloed”, m.a.w. oorlog tegen:
- Oostenrijk (1866)
- Frankrijk (1870)
basis
Het verleden = alles wat gebeurd is
de geschiedenis = wat we weten over het verleden, reconstructie van het verleden door een geschiedkundige.
Historische kritiek:
- Een historische bron:
- Geeft rechtstreekse informatie uit het verleden, geeft een rechtstreekse getuigenis van
wat er gebeurd is
- Geschreven
- Ongeschreven (mondelinge/materiële)
- Een historisch werk: ontstaat als mensen de getuigenissen uit bronnen gebruiken om iets te vertellen of
uit te beelden, is dus een verwerking van (informatie uit) bronnen.
[kan objectief (feit) of subjectief (mening)]
- Betrouwbaarheid?
Historische methode:
1) Heuristiek (verzamelen van informatie, bronnen en werken)
2) Historische kritiek (kritisch onderzoek naar de betrouwbaarheid van de informatie)
3) Historische synthese (verslag van het onderzoek met werkwijze en resultaten)
hoofddomeinen:
- Politiek
-Politiek-territoriaal
- Politiek-bestuurlijk
-Socio-economisch
- Sociaal
- economisch
-Cultureel
- Kunst
- Wetenschap & techniek
- Godsdienst
- leefgewoonten
Historisch referentiekader:
- Tijd (historische periode)
- Ruimte (waar)
- domein
Prehistorie: …- 3500 v.c.
stroomculturen: 3500 vc – 800 vc
klassieke oudheid: 800 vc – 500
middeleeuwen: 500 – 1450
nieuwe tijd: 1450 – 1750
nieuwste tijd: 1750 – 1945
eigen tijd: 1945 - ….
, B6 nationalisme verenigt en verscheurt
Het volkslied verwacht van de Belgen t.o.v. het vaderland dat zij het land trouw zijn en zelfs bereid zijn hun leven
ervoor te geven.
Niet elk volk heeft een eigen staat, ze hebben staatkundige grenzen die niet samen vallen met de ‘etnische grenzen’
in Europa;
-> sommige volkeren verspreid over meerdere landen (bv. duitsers)
-> verschillende volkeren in 1 land (bv. oostenrijk)
1) de opkomst van het nationalisme
Het nationalisme is sterk gestimuleerd door de Franse Revolutie.
- fransen hebben ideeën van Verlichting uitgedragen, o.a. idee van zelfbeschikkingsrecht. (= volk mag zelf
een eigen staat stichten + regering kiezen)
- fransen bezetten Europa -> nationalistische reactie onderworpen volkeren.
1815: Congres van Wenen.
-> vorsten herstellen hun macht.
<-> liberalen (= volk geen inspraak) en nationalisten (= geen rekening gehouden met volkeren en grenzen)
Nationalisme = het eigen VOLK belangrijk vinden.
VOLK = groep mensen die zich met elkaar verbonden voelen door een aantal gemeenschappelijke kenmerken, bv.
taal, godsdienst.
2) het nationalisme wil meer dan alleen maar nationale onafhankelijkheid
Nationalisten willen eigen staat.
<-> nieuwe grenzen getrokken op het Congres van Wenen
Nationalisten geloven in:
- nationale eigenheid (elk volk is uniek) -> nood aan symbolen (vlag, volkslied,…). Kan leiden tot discriminatie
of geweld tegen anderen!
- nationale eenheid (geen interne tegenstellingen)
- nationale grootsheid ( beklemtonen van eigen successen)
3) het nationalisme doet de Europese orde daveren op haar grondvesten
Nationalisten <-> grenzen van het Congres van Wenen.
multinationale staten vallen uit elkaar + volkeren verspreid over verschillende landen verenigen zich
-> veel geweld en oorlog. Bv. Duitse eenmaking gebeurde “door ijzer en bloed”
Duitsland voor 1815:
- sinds de late middeleeuwen: totaal verbrokkeld
- 1806: ontbinding van keizerrijk
Duitsland na 1815: opkomst van het nationalisme:
-> streven naar hereniging van Duitsland
-> aanvankelijk: weinig succesvol
-> rond 19e eeuw: Pruisen neemt uit eigen belang het voortouw bij dit streven.
o.l.v. kanselier Bismarck
Bismarck realiseert zijn doel door “ijzer en bloed”, m.a.w. oorlog tegen:
- Oostenrijk (1866)
- Frankrijk (1870)