Pluralisten Elitisten
Normatieve (diversiteit is goed) als beschrijvende (theorie over sprijding van macht) Algemene wet: elke samenleving wordt door elite bestuurd
Traditioneel: macht wijd en gelijk verspreid Macht is cumulatief (ophopend)
Nieuw pluralisme; erkent imperfectie van die machtspreiding (er bestaan gepriviligeerde
belangen binnen raamwerk openmachtcompetitie
Antitheorie? (eerder dan zelfstandige) Eerder paradigma (= specifieke intellectuele kijk op samenleving) dan theorie
Kritische reactie op weerlegging elitisme
Klassiek pluralisme: Robert Michels
Alle belangengroepen evenveel macht, geen concentratie “ijzeren wet oligarchie”: elke organisatie produceert eigen elite
Gelijke toegang tot invloed op politieke besluitvorming Bewijzen door onderzoek in socialistische partijen
Wordt naar democratische balans gezocht Zouden gebasseerd moeten zijn op gelijkheid en democratie
Drm vermijdt overheid te nauwe samenwerking met belangengroepen Als zélfs daar elite ontstaan; dan overal
Verschillende oorzaken
Staat als neutrale scheidsrecher die de spelregels bepaalt -organitorisch (centralisatie onvermijdelijk)
-individueel psychologisch
-massa psychologisch
Geen enkele maatschappelijke groep kan alle deelgebieden en functies controleren Maatschappij: één grote piramide
Maatschappij; reeks kleinere piramides; leiders zullen in de regel specialisten van
een specifieke issue area zijn
Welvaart, status en macht 3 verschillende zaken, vaak gescheiden van elkaar terug te vinden Voor elitisme zijn ze cumulatief en zijn welvaart en status vormen van macht
Groepsbenadering; vele politieke machtsbronnen, politiek = interactie tussen groepen die elk Joseph Schumpeter
hun eigen machtsbronnen inzetten “competitief elitisme”
Groepsbelangen “expressie zijn belangen groepsleden” Gevaarlijk dat burgers concrete beslissingen zouden nemen
“countervailing powers” = elke groep kan op cruciale momenten besluitvorming Democratie = bestuur door en concurrentie tussen de elites, met volk als
laten horen (door conc; evenwicht) scheidsrechter!
Mogelijkheid burgers om ene elite door andere vervangen = essentie
democratie
NEOpluralisme : er zijn gepriviligeerde binnen open concurentie Neo elitisme = samenspel keuzes elites + voorkeuren niet elites
Democratie is open (gelijke toegang) en competitief systeem (analogie vrije markt)
Niemand heeft controle, iedereen ondergaat wetten ervan, vele vragers en
aanbieders en ongelijkheden
Concurrentie om stemmen van de kiezers zorgt voor evenwicht
“elite” = hoogstens categorie toppersonen in belangengroep of activiteit die de politiek
Normatieve (diversiteit is goed) als beschrijvende (theorie over sprijding van macht) Algemene wet: elke samenleving wordt door elite bestuurd
Traditioneel: macht wijd en gelijk verspreid Macht is cumulatief (ophopend)
Nieuw pluralisme; erkent imperfectie van die machtspreiding (er bestaan gepriviligeerde
belangen binnen raamwerk openmachtcompetitie
Antitheorie? (eerder dan zelfstandige) Eerder paradigma (= specifieke intellectuele kijk op samenleving) dan theorie
Kritische reactie op weerlegging elitisme
Klassiek pluralisme: Robert Michels
Alle belangengroepen evenveel macht, geen concentratie “ijzeren wet oligarchie”: elke organisatie produceert eigen elite
Gelijke toegang tot invloed op politieke besluitvorming Bewijzen door onderzoek in socialistische partijen
Wordt naar democratische balans gezocht Zouden gebasseerd moeten zijn op gelijkheid en democratie
Drm vermijdt overheid te nauwe samenwerking met belangengroepen Als zélfs daar elite ontstaan; dan overal
Verschillende oorzaken
Staat als neutrale scheidsrecher die de spelregels bepaalt -organitorisch (centralisatie onvermijdelijk)
-individueel psychologisch
-massa psychologisch
Geen enkele maatschappelijke groep kan alle deelgebieden en functies controleren Maatschappij: één grote piramide
Maatschappij; reeks kleinere piramides; leiders zullen in de regel specialisten van
een specifieke issue area zijn
Welvaart, status en macht 3 verschillende zaken, vaak gescheiden van elkaar terug te vinden Voor elitisme zijn ze cumulatief en zijn welvaart en status vormen van macht
Groepsbenadering; vele politieke machtsbronnen, politiek = interactie tussen groepen die elk Joseph Schumpeter
hun eigen machtsbronnen inzetten “competitief elitisme”
Groepsbelangen “expressie zijn belangen groepsleden” Gevaarlijk dat burgers concrete beslissingen zouden nemen
“countervailing powers” = elke groep kan op cruciale momenten besluitvorming Democratie = bestuur door en concurrentie tussen de elites, met volk als
laten horen (door conc; evenwicht) scheidsrechter!
Mogelijkheid burgers om ene elite door andere vervangen = essentie
democratie
NEOpluralisme : er zijn gepriviligeerde binnen open concurentie Neo elitisme = samenspel keuzes elites + voorkeuren niet elites
Democratie is open (gelijke toegang) en competitief systeem (analogie vrije markt)
Niemand heeft controle, iedereen ondergaat wetten ervan, vele vragers en
aanbieders en ongelijkheden
Concurrentie om stemmen van de kiezers zorgt voor evenwicht
“elite” = hoogstens categorie toppersonen in belangengroep of activiteit die de politiek