Definities Algemene en Experimentele
Oncologie
3e bachelor Biomedische Wetenschappen
academiejaar 2020-2021
Homeostase = Het behouden van specifieke parameters van het interne milieu.
Turnover = De snelheid waarbij oude cellen vervangen worden door nieuwe cellen.
Invasie = Directe migratie en penetratie van kankercellen in naburige weefsels.
Metastase = Mogelijkheid van kankercellen om in de bloedbaan te geraken en zo ver
gelegen weefsels invaderen.
Mutatiesnelheid = De probabiliteit van genetische veranderingen per gen en per
tijdseenheid.
Reproductiesnelheid = Het aantal generaties nakomelingen per tijdseenheid.
Angiogenese = De vorming van nieuwe bloedvaten uit bestaande bloedvaten.
Pericyten = De cellen die rond het endotheel liggen.
Lymfoom = Een kliergezwel of een leukemisch uitgezaaide aandoening.
Tumor Detectiegrens = het moment waarbij de tumor gedetecteerd kan worden of wanneer
er symptomen optreden waarbij bijvoorbeeld het gezwel zichtbaar of voelbaar wordt.
Dysplasie = Een premaligne stadium waarbij het weefsel is beschadigd, maar nog niet
getransformeerd is tot een tumor.
Metaplasie = Er is een verandering van het ene celtype in het andere dat er normaal gezien
niet in voorkomt, bijvoorbeeld Barrett Metaplasie in de slokdarm.
Incidentie = Een maat voor hoe vaak een nieuwe gebeurtenis voorkomt in de populatie.
Prevalentie = De proportie van individuen die op een gegeven moment aan een ziekte lijdt.
Primaire preventie = Het terugdringen van de incidentie door het controleren/vermijden van
de blootstelling aan risicofactoren.
Secundaire preventie = Het opsporen van kanker in een vroegtijdig stadium.
Oncologie
3e bachelor Biomedische Wetenschappen
academiejaar 2020-2021
Homeostase = Het behouden van specifieke parameters van het interne milieu.
Turnover = De snelheid waarbij oude cellen vervangen worden door nieuwe cellen.
Invasie = Directe migratie en penetratie van kankercellen in naburige weefsels.
Metastase = Mogelijkheid van kankercellen om in de bloedbaan te geraken en zo ver
gelegen weefsels invaderen.
Mutatiesnelheid = De probabiliteit van genetische veranderingen per gen en per
tijdseenheid.
Reproductiesnelheid = Het aantal generaties nakomelingen per tijdseenheid.
Angiogenese = De vorming van nieuwe bloedvaten uit bestaande bloedvaten.
Pericyten = De cellen die rond het endotheel liggen.
Lymfoom = Een kliergezwel of een leukemisch uitgezaaide aandoening.
Tumor Detectiegrens = het moment waarbij de tumor gedetecteerd kan worden of wanneer
er symptomen optreden waarbij bijvoorbeeld het gezwel zichtbaar of voelbaar wordt.
Dysplasie = Een premaligne stadium waarbij het weefsel is beschadigd, maar nog niet
getransformeerd is tot een tumor.
Metaplasie = Er is een verandering van het ene celtype in het andere dat er normaal gezien
niet in voorkomt, bijvoorbeeld Barrett Metaplasie in de slokdarm.
Incidentie = Een maat voor hoe vaak een nieuwe gebeurtenis voorkomt in de populatie.
Prevalentie = De proportie van individuen die op een gegeven moment aan een ziekte lijdt.
Primaire preventie = Het terugdringen van de incidentie door het controleren/vermijden van
de blootstelling aan risicofactoren.
Secundaire preventie = Het opsporen van kanker in een vroegtijdig stadium.