Farmacokinetiek en computersimulaties • Interactief college 3
1. Als de dosis van een bolusinjectie wordt verhoogd, zal de Ke stijgen.
a. Juist
b. Onjuist
2. Als het verdelingsvolume van een geneesmiddel stijgt, zal de klaring dalen.
a. Juist
b. Onjuist
3. De meeste geneesmiddelen volgen
a. Niet-lineaire kinetiek
b. Lineaire kinetiek
4. Zet de volgende processen in juiste volgorde van snel naar traag:
absorptie – metabolisme – verdeling
5. Welke paramater in de plasmaconcentratie-tijdcurves hieronder is niet gelijk?
1.
2.
3.
Vraag 5
1 2 3
R&I → week 4 → vragen → 1
, 6. Geneesmiddel X wordt toegediend aan een proefpersoon (70 kg) via i.v.
bolusinjectie. De gewenste initiële plasmaconcentratie is 0.01 mg/L. Bereken
de dosis van het geneesmiddel als het Vd is 10L/kg bedraagt.
7. Twee nieuwe geneesmiddelen (A en B) worden oraal toegediend aan een
gezonde proefpersoon. Uit in vitro onderzoek blijkt dat geneesmiddel B slecht
wordt opgenomen in het maag-darmkanaal. Welke farmacokinetische
parameter wordt hierdoor beïnvloed?
a. Biologische beschikbaarheid
b. Halfwaardetijd
c. Klaring
d. Verdelingsvolume
8. Een patiënt krijgt nifedipine m.g.a. Hij wordt hij opgenomen in een ziekenhuis
waar hij een maagsonde krijgt. We kunnen nifedipine m.g.a. tabletten vermalen
en via de maagsonde toedienen.
a. Juist
b. Onjuist
9. Wat is ka en wat is de betekenis van deze farmacokinetische parameter?
10. Wat is de benaming van geneesmiddelen met een verlaagde ka en wat is het
nut van dit soort preparaten?
11. Als de infuussnelheid stijgt, wordt de steady state sneller bereikt.
a. Juist
b. Onjuist
12. Bij een meervoudige orale toediening wordt de steady state sneller bereikt als
het dosisinterval kleiner wordt.
a. Juist
b. Onjuist
13. Als het doseringsinterval korter wordt, de fluctuatie.
a. ↑
b. ↓
R&I → week 4 → vragen → 2