Patiënt met verworven immuunstoornis • Hoorcollege
1. Hoe vindt transmissie van het humaan immunodeficiëntievirus plaats?
Infecties bij patiënten met afweerstoornissen • Hoorcollege
2. Welke alarmsymptomen kunnen duiden op AIDS?
3. In welke stappen verloopt een hiv-infectie?
Immuundeficiënties • Hoorcollege
4. Wat kenmerkt een ongewoon infectiepatroon door een immuundeficiëntie?
5. Bij deficiëntie van welke cellen ontstaan opportunistische infecties door
gekapselde bacteriën?
a. B-cellen
b. T-cellen
6. De kwetsbare periode bij neonaten duurt 6 maanden.
a. Juist
b. Onjuist
7. Wat voor immuundeficiëntie is HIV?
a. Primair
b. Secundair
c. Transient
8. Waardoor kan een secundaire immuundeficiëntie ontstaan?
9. Welke cellen zullen een zwakkere reactie vertonen bij de moeder tijdens een
zwangerschap?
a. Treg-cellen
b. Th1-cellen
c. Th2-cellen
d. B-cellen
e. Cellen van innate immunity
I&I I → week 4 → vragen → 1
,10. Het grootste gedeelte van immuundeficiënties berusten op een
antistofdeficiënt.
a. Juist
b. Onjuist
11. Defecten van het adaptieve systeem bij immuundeficiënties ontstaan alleen
door defecten in rijping van lymfocyten in primaire lymfoïde organen.
a. Juist
b. Onjuist
12. Waar bevindt het defect zich bij SCID?
⬜ B-cellen
⬜ NK-cellen
⬜ T-cellen
13. Welke cellen worden gedood bij een adenosine-deaminase-deficiëntie?
⬜ B-cellen
⬜ NK-cellen
⬜ T-cellen
14. Welke cellen zijn aangedaan bij SCID door een gendefect van de common γ-
keten van de IL2-receptor?
⬜ B-cellen
⬜ NK-cellen
⬜ T-cellen
15. Wanneer openbaart een defect aan T-cellen zich?
16. Welke cellen zijn aangedaan bij SCID door een gendefect van RAG?
⬜ B-cellen
⬜ NK-cellen
⬜ T-cellen
17. Wanneer openbaart een defect door XLA?
18. T-celdefecten leiden tot functionele defecten in B-cellen.
a. Juist
b. Onjuist
I&I I → week 4 → vragen → 2
, 19. Bij gentherapie worden gezonde granulocyten, T- en B-cellen nieuw
aangemaakt met behulp van donorstamcellen.
a. Juist
b. Onjuist
Aangeboren immuundeficiënties • Werkgroep
20. Wat zijn de klinische kenmerken van geslachtsgebonden
agammaglobulinemie?
21. Welke effectormechanismen van het afweersysteem zijn bij
agammaglobulinemie-patiënten uitgeschakeld?
⬜ Complementactivatie
⬜ Neutraliseren van micro-organismen aan de mucosa
⬜ Opsonisatie en fagocytose
⬜ Afweer tegen parasieten
22. Waar in de B-lymfocyten differentiatie is het defect gelegen bij XLA? Welk
eiwit is in de meeste gevallen gemuteerd? Wat is de functie van dit eiwit?
23. Bestaat er een verschil tussen het infectiepatroon van patiënt met
agammaglobulinemie en SCID?
24. Waar in de lymfocyten differentiatie is het defect gelegen bij SCID?
25. Welke micro-organismen veroorzaken vooral infecties bij CGD patiënten en
waarom?
26. Hoe worden patiënten met CGD behandeld?
27. Bij welk van deze immuundeficiënties is behandeling met IVIG niet zinvol?
a. Chronisch granulomateuze ziekte
b. SCID
c. X-linked agammaglobulinemie
I&I I → week 4 → vragen → 3