Pre-operatieve
voorbereiding
Patiënt wordt in totaliteit benaderd
Zorgvrager zo goed mogelijk voorbereiden op een operatie zodat de per- en postoperatieve
periode zo optimaal mogelijk verloopt.
1.Administratieve voorbereiding
Gegevens van patiënt bevragen
o Identiteit
o Toelating voor ingreep als ingreep mutilerend is
Recht op info geven
o Over ziekenhuis verblijf – afdeling – ingreep
2.Psychische voorbereiding
Bekeken uit chirurgische team
o Alledaagse gebeuren
o Routine handeling
Bekeken uit patiënt
o Unieke gebeurtenis
o Raakt menszijn
Wat er op lichamelijk vlak afspeelt is niet altijd te scheiden van manier van beleving
2.1. Psychosociale diagnose van situatie
2.1.1. Operatie en lichaamsbeeld
Manier waarop operatie beleeft, verwerkt is heeft te maken met lichaamsbeeld
Lichaamsbeeld is beeld dat iemand heeft van eigen lichaam lichaam beleeft en ervaart
Chirurgische ingreep kan lichaamsbeeld bedreigen
2.1.2. Soort heelkundige ingreep
Ingrepen met verlies van lichaamsdeel of functie
Ingreep om tumor, abces of vreemd lichaam weg te nemen
Ingrepen om diagnose te stellen
Ingrepen gericht op inplanting van prothese, transplantatie orgaan of therapeutisch
apparaat
Ingrepen ter correctie van iets
Ingrepen om drainage aan te brengen of kanaal verleggen
2.1.3. Het operatiegebeuren
Mensen die geen vrees hebben voor operatie gaan vaak moeilijkheden hebben achteraf
Matige vrees passen zich goed aan
Ernstige vrees gaan veel moeilijkheden hebben achteraf
Anesthesie kan veel angst oproepen
Soms kan operatie ook bevrijding zijn en kan uitstel krijgen tot bedreigend karakter
1
, 2.1.4. Winst of verlies
Kan verworven positie afnemen
Dosis extra aandacht leveren
Hoe kijkt patiënt na de toekomst
2.1.5. Persoon van de zorgvrager
Hoe zal patiënt het verwerken staat niet los van wijze waarop hij andere problemen
aanpakt
2.1.6. Familie en belangrijke derden
Kan info aanbrengen waarop operatie beleeft wordt binnen gezin
Weten hoe patiënt zich zal aanpassen
Hoe gezinsleden de ingreep ervaren
2.2. Begeleiding van de patiënt
2.2.1. Voor de operatie
Begint op moment van diagnose
Eigenlijke voorbereiding begint bij opname
Goed pre operatief gesprek voldoet aan
o Steun en opvang bieden aan de patiënt
o Hem informeren wat voor, tijdens en na de operatie zal gebeuren
o Informatie verzamelen over de patiënt en zijn reacties die de basis vormen
voor een adequate begeleiding
2.2.2. Begeleiding naar operatiekwartier
Zorg voor overdracht in aanwezigheid van patiënt
Informeer ook familie: hoelang zal het duren,…
Vermijd storende prikkels
Als patiënt onder narcose gaat is het ondersteunend als iemand er bij is
2.2.3. Postoperatieve begeleiding
Chirurg die operatie uitvoert is belangrijk
Als het een verlies is de operatie is er stadium van rouw
2.2.4. Begeleiding van familie
Moeilijk hebben met gescheiden worden van familie
Kind en ouders hebben minder stress als ouders betrokken worden
Info geven aan patiënt met familie samen
2
voorbereiding
Patiënt wordt in totaliteit benaderd
Zorgvrager zo goed mogelijk voorbereiden op een operatie zodat de per- en postoperatieve
periode zo optimaal mogelijk verloopt.
1.Administratieve voorbereiding
Gegevens van patiënt bevragen
o Identiteit
o Toelating voor ingreep als ingreep mutilerend is
Recht op info geven
o Over ziekenhuis verblijf – afdeling – ingreep
2.Psychische voorbereiding
Bekeken uit chirurgische team
o Alledaagse gebeuren
o Routine handeling
Bekeken uit patiënt
o Unieke gebeurtenis
o Raakt menszijn
Wat er op lichamelijk vlak afspeelt is niet altijd te scheiden van manier van beleving
2.1. Psychosociale diagnose van situatie
2.1.1. Operatie en lichaamsbeeld
Manier waarop operatie beleeft, verwerkt is heeft te maken met lichaamsbeeld
Lichaamsbeeld is beeld dat iemand heeft van eigen lichaam lichaam beleeft en ervaart
Chirurgische ingreep kan lichaamsbeeld bedreigen
2.1.2. Soort heelkundige ingreep
Ingrepen met verlies van lichaamsdeel of functie
Ingreep om tumor, abces of vreemd lichaam weg te nemen
Ingrepen om diagnose te stellen
Ingrepen gericht op inplanting van prothese, transplantatie orgaan of therapeutisch
apparaat
Ingrepen ter correctie van iets
Ingrepen om drainage aan te brengen of kanaal verleggen
2.1.3. Het operatiegebeuren
Mensen die geen vrees hebben voor operatie gaan vaak moeilijkheden hebben achteraf
Matige vrees passen zich goed aan
Ernstige vrees gaan veel moeilijkheden hebben achteraf
Anesthesie kan veel angst oproepen
Soms kan operatie ook bevrijding zijn en kan uitstel krijgen tot bedreigend karakter
1
, 2.1.4. Winst of verlies
Kan verworven positie afnemen
Dosis extra aandacht leveren
Hoe kijkt patiënt na de toekomst
2.1.5. Persoon van de zorgvrager
Hoe zal patiënt het verwerken staat niet los van wijze waarop hij andere problemen
aanpakt
2.1.6. Familie en belangrijke derden
Kan info aanbrengen waarop operatie beleeft wordt binnen gezin
Weten hoe patiënt zich zal aanpassen
Hoe gezinsleden de ingreep ervaren
2.2. Begeleiding van de patiënt
2.2.1. Voor de operatie
Begint op moment van diagnose
Eigenlijke voorbereiding begint bij opname
Goed pre operatief gesprek voldoet aan
o Steun en opvang bieden aan de patiënt
o Hem informeren wat voor, tijdens en na de operatie zal gebeuren
o Informatie verzamelen over de patiënt en zijn reacties die de basis vormen
voor een adequate begeleiding
2.2.2. Begeleiding naar operatiekwartier
Zorg voor overdracht in aanwezigheid van patiënt
Informeer ook familie: hoelang zal het duren,…
Vermijd storende prikkels
Als patiënt onder narcose gaat is het ondersteunend als iemand er bij is
2.2.3. Postoperatieve begeleiding
Chirurg die operatie uitvoert is belangrijk
Als het een verlies is de operatie is er stadium van rouw
2.2.4. Begeleiding van familie
Moeilijk hebben met gescheiden worden van familie
Kind en ouders hebben minder stress als ouders betrokken worden
Info geven aan patiënt met familie samen
2