Samenvatting OG 3 wat een bewegingen (praxis)

PRAXIS

WAT IS PRAXIS

- = het vermogen om te reageren op een binnenkomende prikkel
- = geheel v planning en programmering v motoriek
- = v intentie tot werkelijke handelen
- V contractie tot zinvol en doelgericht handelen (via AP’s)
- Vb: kiezen om mensen te laten zwijgen  programeren om het uit te voeren  lat gooien




WILLEKEURIGE MOTORIEK

- Bewuste controle vd lichamelijke bewegingen
o Vb typen, tekenen, schrijven
- Bewuste motoriek  iets willen uitvoeren ( als deze uitvallen  paralyse en parese)
- Uitval  verlamming mogelijk
o Volledig  verlies v willekeurige bewegen (paralyse)
o Onvolledig  verminderde kracht (parese)


ONWILLEKEURIGE MOTORIEK
- Functies (animaal) relatie vh individu met buitenwereld
o Regeling spierspanning
 Zodra wakker (spieren in rustsapnning/tonus)
 Reflextonus die uitgaat v lengtegevoelige sensoren (Spierspoelen )
o Bescherming en afweer
 Op Reflexniveau
o Regeling van lichaamshouding
 Inspanning en ontspanning van spiergroepen
 Brein denkt in bewegingen niet in spieren
o Handhaving evenwicht
 Afgestemd op zwaartekracht
 Voortdurend wisselende contracties om mens in evenwicht te houden
 Gebeurt op geleide vh evenwichtsorgaan (vestibulair apparaat )
o Ondersteuning van willekeurige bewegingen
 Juiste volgorde met juiste snelheid samentrekken v spieren
 Onjuiste afstemming v antagonisten en agonisten maakt dat beweging tekort schiet
of doel voorbijschiet
- Functies (vegetatief )  om te overleven / ten dienste v handhaven indivi
o Ademhalingsbewegingen
 Kan willekeurig worden ingezet
 Spieren die ademhaling onderhouden zijn skeletspieren
o Handhaving van de lichaamstemperatuur
 Stijver worden van spieren owv koude (verhoging rusttonus)
 Afwisselend aan- en ontspannen agonisten en antagonisten (rillen) de warmte
productie in spieren w verhoogd



- Onbewuste motoriek  (bv iets aanleren maar nu op paleoniveau)
- Onwillekeurig  (aangeleerde beweging zoals lopen) subcorticaal ( is geautomatiseerd )

, - Regeling van romp door aanleren


ONDERVERDELING PRAXIS

- Manuele praxis = fijne motoriek
- Corporele praxis = grove motoriek
- Motoriek
o Geheel v bewegingsprocessen dat door de werking v skeletspieren tot stand w gebracht




BASISPROCESSEN WILLEKEURIGE BEWEGINGEN

Stappen bij tot stand komen willekeurige beweging berusten op basisprocessen in versch delen vh CZS

- Initiëren van de beweging
o Besluit tot bewegen
o Vaststellen richting , doel en snelheid vd beweging
o = commandoniveau (premotorische velden)
- Programmeren van de beweging
o In actie brengen juiste spiergroepen in juiste contractieverhouding
o Tijdig versnellen
o Juist moment stoppen
o  Dat alles in de Juiste volgorde
o = coördinatieniveau & commandoniveau
- Uitvoeren van de beweging
o Motorische eenheden uitsturen met juiste frequentie van actiepotentialen
o Bew w uitgevoerd volgens programma, in bedoelde richting, bedoelde snelheid
o = perifeer servosysteem

Deze processen lopen over verschillende niveaus in CZS