DEEL 1: ACTIEF EN COÖPERATIEF LEREN
ALGEMEEN
o Omgaan met verschillen tss lln à één vd belangrijkste opdrachten in onderwijs
o Dit kan je als lkr mede realiseren door coöperatief leren structureel in te bouwen in je didactisch
handelen
FLEXIBELE ORGANISATIEVORMEN
Zie apart boek
ACTIEF EN COÖPERATIEF LEREN
INLEIDING
o Coöperatief leren
o Is en aanvulling op de klassikale activiteiten en individueel werk
WAT IS COÖPERATIEF LEREN?
o Coöperatief leren
o = onderwijsleersituatie waarin de lln in kleine groepjes op een gestructureerde manier
samenwerken aan en leertaak met een gezamenlijk doel
o De lln die samenwerken zijn niet enkel gericht op hun eigen leren, maar ook op dat v
anderen.
o Lln leren van en met elkaar
WAAROM IS COÖPERATIEF LEREN BELANGRIJK, WAT LEVERT COÖPERATIEF LEREN OP?
o Een groot aantal werkvormen
o Voor verschillende inhouden, in verschillende fasen vd les en in verschillende groepen
_______________________________________________________________________________________
o Constructief leren
o Lln zijn actief met de leerstof bezig
§ Ze praten hier met elkaar over, waardoor de inhoud vd stof meer betekenis krijgt
voor hen
o Lln bouwen dus zelf hun kennis op
o Interactie, relatie
o Lln gaan niet alleen in interactie met de lkr, MAAR ook met elkaar
o Ze praten over de leerstof
, o Ze leren elkaar beter kennen en ook elkaars noden à positief effect op de relatie tss lln
o Verschillen tss lln
o De verschillen tss lln worden benut
o Sterkere lln staan model voor de zwakkere en helpen hen
§ Door deze uitleg krijgen de sterkere lln dan weer meer inzicht in de leerstof
o Autonomie
o Lln krijgen meer de kans om zelf de leerstof te verwerken in groep
o Positief pedagogisch klimaat
o Door samen te werken, leren lln elkaar beter kennen
o Er ontstaat een klimaat waarin lln elkaar waarderen, begrip voor elkaar hebben en bereid zijn
elkaar te helpen
o Competitieve onderwijsleersituatie en individualistische onderwijsleersituatie
o Communicatieve vaardigheden/samenwerkingsvaardigheden
o Door samen te werken in groep ontwikkelen de lln betere communicatieve vaardigheden en
ook samenwerkingsvaardigheden
o Deze zijn beide belangrijk om te knn functioneren in de maatschappij
Mijn leerrendement is hoog,
wanneer …
5 BASISKENMERKEN V COÖPERATIEF LEREN (JOHNSON & JOHNSON)
POSITIEVE WEDERZIJDSE AFHANKELIJKHEID
o Betekent dat lln v elkaar afhankelijk zijn om het leerdoel te bereiken
o Inzet en inspanning v ieder groepslid à noodzakelijk
o Deze afhankelijk is positief
o Het geheel vd gezamenlijke inspanningen levert meer op dan de som vd afzonderlijke
prestaties
o Deze onderlinge afhankelijkheid vd lln in groep leidt ertoe dat
o Lln niet alleen profiteren v hun eigen inzet, maar ook vd inzet v andere groepsleden
o Lln ervaren dat ze samen meer knn dan alleen
o Lln beseffen dat ze niet zonder elkaar knn
o Lln realiseren zich dat ieder groepslid moet meedoen om succesvol te knn zijn
o Lln zijn trots op elkaars prestatie
_______________________________________________________________________________________
o 3 manieren om positieve wederzijdse afhankelijkheid te structureren, nl. d.m.v.
o Resultaat-afhankelijkheid (waarom de lln samenwerken)
, § Doel
§ Beloning
§ Externe factoren
o Middel-afhankelijkheid (hoe de lln samenwerken)
§ Materiaal
§ Rol
§ Volgorde
o Afhankelijkheid tss lln
§ Identiteit
_______________________________________________________________________________________
o De 7 vormen v afhankelijkheid zijn dus
o Positieve wederzijdse doelafhankelijkheid
§ De groep werkt aan een duidelijk geformuleerd groepsdoel
§ Dit groepsdoel kan bestaan uit
• Een gezamenlijk product
o Vb. werkstuk, presentatie, …
o Er is dan 1 resultaat als geheel
• Een individueel product
o Lln werken in groep samen om ervoor te zorgen dat iedereen het
werk goed maakt of leert
o Bij de beoordeling wordt er ook teruggekoppeld naar het
groepsdoel
§ Hebben de leden vd groep elkaar geholpen zodat ieder
groepswerk goed werk levert?
o Positieve wederzijdse beloningsafhankelijkheid
§ Lln krijgen een beloning als het groepsdoel bereikt is
• Verbale beloning
• Soms ook kleine materiële beloning of bepaalde privileges
§ Iedereen in de groep wordt beloond of niemand
§ Zowel het product als de samenwerking wordt geëvalueerd
§ De beloning mogen echter geen doel op zich worden!
o Positieve wederzijdse rolafhankelijkheid
§ Toekennen v rollen aan de leden vd groep (materiaalbaas, tijdsbewaker, …)
§ Lln weten dat hun rol onmisbaar is om het werk in de groep goed te laten verlopen +
dat alleen zij verantwoordelijk zijn om de rol goed uit te voeren
o Positieve wederzijdse externe factoren-afhankelijkheid
§ Samenwerken als gevolg ve externe factor
• Vb. beter zijn dan andere groepen, …
o Positieve wederzijdse materiaalafhankelijkheid
§ Materiaal delen en samenwerken à noodzakelijk als er te weinig materiaal is voor
elk groepslid
§ Vooral geschikt wnr kinderen nog maar pas met coöperatief leren beginnen
o Positieve wederzijdse volgorde-afhankelijkheid
§ Grote groepsopdracht verdeeld in deeltaken
• Elk groepslid maakt een deeltaak
• Later alles samenvoegen tot 1 geheel