Voor niks gaat de zon op
Productiefactoren
Er zijn 4 productiefactoren:
Arbeid
Kapitaal
Natuur
Ondernemerschap
Elk bedrijf heeft productiefactoren nodig om te kunnen produceren.
De natuur levert bijvoorbeeld lucht, (landbouw)grond en (regen)water Werknemers
leveren arbeid. Goederen die bij de productie nodig zijn noem je kapitaalgoederen.
Die horen bij de productiefactor kapitaal. Het ondernemerschap is de eigenaar van
een bedrijf die productiefactoren combineert om goederen te kunnen produceren.
Schaarse en vrije goederen
Een goed is een tastbaar product, zoals brood. Een dienst is niet tastbaar.
Een goed is schaars wanneer je productiefactoren nodig hebt om ze te maken dus
bijna alle goederen zijn schaars. Drinkwater is een schaars goed want het water
moet gezuiverd en schoongemaakt worden zonder die factoren hadden we geen
drinkwater. Schaarste dwingt tot het maken van keuzes, deze zin is de essentie van
het vak economie. Een regenbui is een voorbeeld van een vrij goed het is er of het is
er niet, er zijn geen productiefactoren nodig.
De behoeften van mensen
Mensen hebben behoeften. Het vak economie bestudeert hoe mensen hun
behoeften proberen te bevredigen zonder het gebruik van schaarse goederen. Een
relatie heeft bijvoorbeeld geen schaarse goederen nodig. Mensen moeten kiezen
welke behoeften ze bevredigen met beperkte middelen bv. koop ik een nieuw shirt of
ga ik uit eten vanavond.
Zelfvoorziening en consumeren
Om je behoeften te voorzien zijn er 2 mogelijkheden.
- Je doet aan zelfvoorziening. je maakt dan zelf producten. Je bakt bv je eigen
brood.
- Je koopt goederen en diensten. Als je goederen en diensten koopt ben je een
consument.
, Woorden Uitleg
Productiefactoren arbeid, natuur, kapitaal en ondernemerschap
Natuur Alles wat de natuur biedt voor de productie.
Arbeid Het werken en denken van mensen bij de productie.
Kapitaalgoederen Goederen die worden ingezet bij een productieproces.
Ondernemerschap De productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal
combineren bij een productie.
Schaarse goederen Goed waarvoor productiefactoren ingezet moeten worden
om het te verkrijgen
Vrij goed Goederen die niet schaars zijn.
Behoeften De wensen die mensen hebben.
Economie Het vak economie bestudeert hoe mensen hun behoeften
proberen te bevredigen door middel van schaars goed
Middelen Zaken waarmee de behoeften vervuld kunnen worden.
Zelfvoorziening Zelf producten maken.
Consumptiegoedere Goederen waarmee consumenten in hun behoeften
n voorzien.
Consument Iemand die goederen en diensten koopt
Productiefactoren
Er zijn 4 productiefactoren:
Arbeid
Kapitaal
Natuur
Ondernemerschap
Elk bedrijf heeft productiefactoren nodig om te kunnen produceren.
De natuur levert bijvoorbeeld lucht, (landbouw)grond en (regen)water Werknemers
leveren arbeid. Goederen die bij de productie nodig zijn noem je kapitaalgoederen.
Die horen bij de productiefactor kapitaal. Het ondernemerschap is de eigenaar van
een bedrijf die productiefactoren combineert om goederen te kunnen produceren.
Schaarse en vrije goederen
Een goed is een tastbaar product, zoals brood. Een dienst is niet tastbaar.
Een goed is schaars wanneer je productiefactoren nodig hebt om ze te maken dus
bijna alle goederen zijn schaars. Drinkwater is een schaars goed want het water
moet gezuiverd en schoongemaakt worden zonder die factoren hadden we geen
drinkwater. Schaarste dwingt tot het maken van keuzes, deze zin is de essentie van
het vak economie. Een regenbui is een voorbeeld van een vrij goed het is er of het is
er niet, er zijn geen productiefactoren nodig.
De behoeften van mensen
Mensen hebben behoeften. Het vak economie bestudeert hoe mensen hun
behoeften proberen te bevredigen zonder het gebruik van schaarse goederen. Een
relatie heeft bijvoorbeeld geen schaarse goederen nodig. Mensen moeten kiezen
welke behoeften ze bevredigen met beperkte middelen bv. koop ik een nieuw shirt of
ga ik uit eten vanavond.
Zelfvoorziening en consumeren
Om je behoeften te voorzien zijn er 2 mogelijkheden.
- Je doet aan zelfvoorziening. je maakt dan zelf producten. Je bakt bv je eigen
brood.
- Je koopt goederen en diensten. Als je goederen en diensten koopt ben je een
consument.
, Woorden Uitleg
Productiefactoren arbeid, natuur, kapitaal en ondernemerschap
Natuur Alles wat de natuur biedt voor de productie.
Arbeid Het werken en denken van mensen bij de productie.
Kapitaalgoederen Goederen die worden ingezet bij een productieproces.
Ondernemerschap De productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal
combineren bij een productie.
Schaarse goederen Goed waarvoor productiefactoren ingezet moeten worden
om het te verkrijgen
Vrij goed Goederen die niet schaars zijn.
Behoeften De wensen die mensen hebben.
Economie Het vak economie bestudeert hoe mensen hun behoeften
proberen te bevredigen door middel van schaars goed
Middelen Zaken waarmee de behoeften vervuld kunnen worden.
Zelfvoorziening Zelf producten maken.
Consumptiegoedere Goederen waarmee consumenten in hun behoeften
n voorzien.
Consument Iemand die goederen en diensten koopt