Kostenberekening en analyse 22/09/2020 1e les 2
Kostenberekening 29/09/2020 2e les 5
Kostenberekening en analyse 6/10/2020 3e les 25
Kostenberekening 13/10/2020 4e les 47
Kostenberekening: Hoofdstuk 1 & 2: Basisbegrippen: 20/10/2020 5e les 56
Kostenberekening & analyse: Activity-based costing (H3) 27/10/2020 6e les 73
Kostenberekening: H4: Time-driven activity-bases costing 3/11/2020 7e les 88
Kostenberekening: 10/11/2020 8e les 103
Kostenberekening: 17/11/2020 9e les 126
Kostenberekening 24/11/2020 10e les 143
Kostenberekening 01/12/2020 11e, laatste les 160
1
,Kostenberekening en analyse 22/09/2020 1e les
Vooral oefeningen zullen belangrijk zijn op het examen. Theorie is veel minder
belangrijk. Je moet het vooral kunnen toepassen. We beginnen met H5.
Inleiding
Wie heeft er info nodig? Zowel externe (financial accounting) als interne gebruikers
(Management accounting).
Jaarrekening: bestaat uit 3 elementen
- Balans: een opsomming van alle bezittingen en rechten enerzijds en eigen
middelen en verplichtingen anderzijds.
Soort foto op het einde van het jaar. Je hebt 2 kanten op een balans: actica en
passiva.
Passiva: de bron: waar komt ons vermogen vandaag.
EV: eigen vermogen: KUHROOK
2 o’s komen eigenlijk uit de resultatenrekening.
VV: vreemd vermogen
Activa: aanwendingen: wat hebben we met ons vermogen gedaan.
Vaste activa: bv: gebouwen, machines: zijn tastbaar
Vlottende activa : geld op de bank, voorraden: kan je snel in geld omzetten.
Balans moet ALTIJD gelijk zijn!
2
,- Resultatenrekening: een overzicht van wat de onderneming het afgelopen
boekjaar met de geïnvesteerde middelen heeft gedaan (opbrengsten en kosten)
Dit is iets dynamisch: doorheen het jaar doen we daar van alles mee. Op het
einde zien we dat het winst of verlies is, en dit komt dan in de balans.
- Toelichting: details info over verschillende elementen van de balans en
resultatenrekening.
3
, Juist of fout
Alleen gebeurtenissen met een impact op de kassituatie moeten worden geregistreerd
in de algemene boekhouding: FOUT.
Sommige zaken hebben geen impact, zoals een afschrijving: je koopt een vast actief,
zoals een gebouw of een auto. Je gaat dat actief voor een bepaalde levensduur gaan
gebruiken. Bv een gebouw waarde verspreiden over 20 jaar. Dan maak je gebruik van
een afschrijving. Elk jaar ga je 1/20e van die waarde laten verminderen. Je geeft geen
geld uit elk jaar, maar elk jaar doen we wel een waardevermindering, aan de hand van
een afschrijving. Ook dingen die niets met fysiek geld te maken hebben, moeten we
dus registreren.
Case Richard Grennell-Opgave zie boek op Ufora
4