KBK-Zindelijkheid Loranne den Otter
Zindelijkheid
1. Normale zindelijkheid
1.1. Definitie zindelijk
Ondergoed dragen tijdens de dag = luier-onafhankelijk
Zelf de drang aangeven of zelfstandig naar het potje/toilet gaan
Zonder herinnering van ouders of opvoeders dat het kind moet gaan plassen
Gecontroleerd ophouden, uitstellen en plassen op een sociaal aanvaardbare plaats
Ongelukjes <4x/week, max 1/dag, sporadisch
= eigen verantwoordelijkheid voor zijn/haar plasgedrag
1.2. Voorwaarden zindelijkheid
1.2.1. Normale anatomie en functie van de urinewegen
Hoe ouder, hoe groter de blaascapaciteit
– 1y: 80-90 ml
– 5y: 180 ml
– 10y: 330-360 ml
– 14y: 450-500 ml (bijna volwassen blaascapaciteit)
EBC = ‘expected bladder capacity’
– Verwachtte blaascapaciteit ifv leeftijd
– EBC = (leeftijd + 1) x 30
Zuigeling
20-24 x/dag
Gemiddeld 40 ml
Per definitie incontinent
“automatische blaas” / “baby bladder”
1.2.2. Normale uitrijping van het zenuwstelsel
“zindelijk worden” = opgroeien tot continent zijn
Uitrijpen blaasfunctie synerge blaaslediging
Rijping zenuwstelsel
Uitrijping van diurese
Uitrijpen cognitieve functie (corticale bewustwording!)
1.2.3. Controle bekkenbodemspieren
Spanning houden tot op het toilet en dan deze spanning lossen
1.2.4. Coördinatie tussen m. Detrusor en EUS (externe
urethrale sfincter)
1.3. Zindelijkheidsproces voor stoelgang
+/- eerste 2 levensjaren: automatisch
, KBK-Zindelijkheid Loranne den Otter
Nadien: controle sfincter:
– Herkennen (en aangeven) van gevoel van aandrang
– Controle door BBS
– Naar het potje gaan, broek laten zakken
– BBS ontspannen, defeceren
– Schoonvegen, aankleden en handen wassen
Zelfstandigheid!
Tegen de leeftijd van 4j: 95% zindelijk voor stoelgang
1.3.1. Voorwaarden
Normale colon transit tijd
Normale anorectal sensatie
– Gewaarworden dat er in het rectum stoelgang klaarzit
Voldoende kracht om te ‘persen als voor stoelgang’
Goede coördinatie BBS
– Anorectale hoek vergroten -> voeten op een bankje plaatsen
Normale gastrocolische reflex
– Eten komt in de maag -> hormonen naar de darm -> deze wordt geactiveerd ->
stoelgang
Bristol stool form scale type
– Normale = type 3 en 4
Zindelijkheid
1. Normale zindelijkheid
1.1. Definitie zindelijk
Ondergoed dragen tijdens de dag = luier-onafhankelijk
Zelf de drang aangeven of zelfstandig naar het potje/toilet gaan
Zonder herinnering van ouders of opvoeders dat het kind moet gaan plassen
Gecontroleerd ophouden, uitstellen en plassen op een sociaal aanvaardbare plaats
Ongelukjes <4x/week, max 1/dag, sporadisch
= eigen verantwoordelijkheid voor zijn/haar plasgedrag
1.2. Voorwaarden zindelijkheid
1.2.1. Normale anatomie en functie van de urinewegen
Hoe ouder, hoe groter de blaascapaciteit
– 1y: 80-90 ml
– 5y: 180 ml
– 10y: 330-360 ml
– 14y: 450-500 ml (bijna volwassen blaascapaciteit)
EBC = ‘expected bladder capacity’
– Verwachtte blaascapaciteit ifv leeftijd
– EBC = (leeftijd + 1) x 30
Zuigeling
20-24 x/dag
Gemiddeld 40 ml
Per definitie incontinent
“automatische blaas” / “baby bladder”
1.2.2. Normale uitrijping van het zenuwstelsel
“zindelijk worden” = opgroeien tot continent zijn
Uitrijpen blaasfunctie synerge blaaslediging
Rijping zenuwstelsel
Uitrijping van diurese
Uitrijpen cognitieve functie (corticale bewustwording!)
1.2.3. Controle bekkenbodemspieren
Spanning houden tot op het toilet en dan deze spanning lossen
1.2.4. Coördinatie tussen m. Detrusor en EUS (externe
urethrale sfincter)
1.3. Zindelijkheidsproces voor stoelgang
+/- eerste 2 levensjaren: automatisch
, KBK-Zindelijkheid Loranne den Otter
Nadien: controle sfincter:
– Herkennen (en aangeven) van gevoel van aandrang
– Controle door BBS
– Naar het potje gaan, broek laten zakken
– BBS ontspannen, defeceren
– Schoonvegen, aankleden en handen wassen
Zelfstandigheid!
Tegen de leeftijd van 4j: 95% zindelijk voor stoelgang
1.3.1. Voorwaarden
Normale colon transit tijd
Normale anorectal sensatie
– Gewaarworden dat er in het rectum stoelgang klaarzit
Voldoende kracht om te ‘persen als voor stoelgang’
Goede coördinatie BBS
– Anorectale hoek vergroten -> voeten op een bankje plaatsen
Normale gastrocolische reflex
– Eten komt in de maag -> hormonen naar de darm -> deze wordt geactiveerd ->
stoelgang
Bristol stool form scale type
– Normale = type 3 en 4