Geestelijke stromingen vragen.
Hoofdstuk 1.
1. Binnen het hindoeïsme is de samenleving verdeeld in kasten; hoe lager de kaste, hoe lager
het aanzien. Zet in de juiste volgorde van hoog naar laag.
- Priesters en geestelijken
- Strijders, wereldlijke macht
- Handelaren, handwerkers, boeren
- Dienaren, onderdanen
2. Stelling 1: Ook al zijn er meerdere goden binnen het hindoeïsme, een hindoe vereert er
veelal maar één.
Stelling 2: Hindoes geloven dat ieder mens een beetje goddelijk is.
A. Beide stellingen juist.
B. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
C. Stelling 1 is onjuist, stelling 1 is juist.
D. Beide stellingen zijn onjuist.
3. Wat houdt ‘karma’ in?
A. Reïncarnatie
B. De kring van wedergeboorten
C. Het geheel van iemands daden
D. Religieuze plichten
4. Welke eigenschap wordt aan Shiva toegekend?
A. Vernietiger en herschepper
B. Schepper van het universum
C. Mededogen
D. Degene die hindernissen wegneemt
5. De belangrijkste avatar van Vishnu is Krishna. In welk geschrift speelt hij een belangrijke rol?
A. Ramayana
B. Veda’s
C. Upanisahads
D. Bhagavat gita
6. Vul het juiste woord in.
De meest recente geschriften die proberen de oude Vedateksten uit te leggen zijn de …
7. Wat houdt ‘sati’ in?
A. Dat de schedel van de overledene gespleten wordt zodat de ziel uit het lichaam kan
ontsnappen
B. Dat een vrouw van een overleden man als onrein wordt gezien en daarom niet mee mag
doen met religieuze gebeurtenissen
C. Dat een weduwe zich levend op de brandstapel werpt waarop haar man gecremeerd
wordt
D. Dat een overledene wordt gecremeerd in de buurt van de heilige rivier zodat de as
meteen kan worden uitgestrooid
8. De god Laksmi speelt een grote rol bij divali. Zij is de godin van:
A. De voorspoed
B. Het licht
, C. De verlossing
D. De pelgrims
9. De Ganges is om verschillende redenen een belangrijke rivier voor hindoes. Welke van de
onderstaande uitspraken is niet juist?
A. Hindoes laten zich hier dopen.
B. Overledenen worden aan de oever gecremeerd en de as wordt over de Ganges
uitgestrooid
C. Als pelgrim bezoeken hindoes de Ganges en wassen zich vrij van zonden
D. De God Shiva heeft zich gewassen in de Ganges
10. Hoe heet het gebedshuis van de hindoes?
A. Stoepa
B. Mandir
C. Pujari
D. Pandit
11. Stelling 1; In de Induscultuur werd vooral de moedergodin aanbeden, een
vruchtbaarheidssymbool.
Stelling 2: De Indusbeschaving overwon de Ariërs.
A. Beide stellingen zijn juist
B. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
C. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
D. Beide stellingen zijn onjuist
12. Hoe worden de ‘kastelozen’ ook wel genoemd?
A. De onaanraakbare
B. De brahmanen
C. De geestelijken
D. De strijders
13. Waar staat ‘Atman’ voor?
A. Het stuk Brahman in de mens
B. De verlossing
C. Het geheel van goede en slechte daden
14. Wat houdt ‘Moksha’ in?
A. Karma opbouwen
B. Reïncarnatie
C. Verlossing uit de samsara
15. De schepper-god, vaak afgebeeld met vier hoofden, is:
A. Brahma
B. Shiva
C. Krishna
D. Ganesha
16. Tot de belangrijkst geschriften van het hindoeïsme behoren de Veda’s. welk van de
onderstaande beweringen is juist?
A. Veda betekent letterlijk openbaring en de teksten zijn zo heilig dat veranderingen
onmogelijk zijn.
B. Veda’s zijn abstractie teksten over bijvoorbeeld het ontstaan van de aarde.
, C. De Veda’s zijn geschreven door priesters en worden ook wel woudteksten genoemd.
D. Veda’s zijn de meest recente geschriften uit het hindoeïsme.
17. Welke van de onderstaande leefregels behoort niet tot het hindoeïsme?
A. Vijf keer per dag bidden
B. Eenvoudig leven
C. Kennis hebben van de heilige boeken
D. Kwaad met goed vergelden
18. Welke van de onderstaande rituele hoort bij de geboorte?
A. Er worden speciale rijstkorrels op het hoofd gelegd
B. Het influisteren van spreuken en offeren van rijst
C. Het omhangen van drievoudig koord
D. Het trekken van de horoscoop door de priester en het blazen in het gezicht.
19. Tijdens het holifeest viert ment:
A. De overwinning van het goede op het kwade?
B. Het feest van het licht
C. De terugkeer van koning Rama
D. De geboorte van de goden
20. Stelling: De functie van yoga in het hindoeïsme is om in een meditatie te raken die inzicht
geeft in het Brahman.
A. Juist
B. Onjuist
21. Welke van de onderstaande beweringen is waar?
A. De religie die we nu het hindoeïsme noemen is een vermenging van de religies van de
Indusbeschaving en de Ariërs.
B. De religie die we nu het hindoeïsme noemen werd door de Ariërs aan de
Indusbeschaving opgelegd.
C. De religie die we nu het hindoeïsme ontstond toen de Ariërs het kastenstelsel invoerden
binnen de Indusbeschaving.
22. Welke van de onderstaande uitspraken geldt voor de chandala’s/kastelozen?
A. Zij waren van oudsher herders die het vee hoedden
B. Zij mogen geen beroep uitoefenen
C. Zij oefenen beroepen uit die te maken hebben met bloed of dood
23. Welk van de onderstaande begrippen geeft de kringloop van het leven en wedergeboorten
aan?
A. Stoepa
B. Moksha
C. Karma
D. Samsara
24. Welke god wordt hier afgebeeld?
A. Krishna
B. Shiva
C. Laksmi
D. Ganesha
Hoofdstuk 1.
1. Binnen het hindoeïsme is de samenleving verdeeld in kasten; hoe lager de kaste, hoe lager
het aanzien. Zet in de juiste volgorde van hoog naar laag.
- Priesters en geestelijken
- Strijders, wereldlijke macht
- Handelaren, handwerkers, boeren
- Dienaren, onderdanen
2. Stelling 1: Ook al zijn er meerdere goden binnen het hindoeïsme, een hindoe vereert er
veelal maar één.
Stelling 2: Hindoes geloven dat ieder mens een beetje goddelijk is.
A. Beide stellingen juist.
B. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
C. Stelling 1 is onjuist, stelling 1 is juist.
D. Beide stellingen zijn onjuist.
3. Wat houdt ‘karma’ in?
A. Reïncarnatie
B. De kring van wedergeboorten
C. Het geheel van iemands daden
D. Religieuze plichten
4. Welke eigenschap wordt aan Shiva toegekend?
A. Vernietiger en herschepper
B. Schepper van het universum
C. Mededogen
D. Degene die hindernissen wegneemt
5. De belangrijkste avatar van Vishnu is Krishna. In welk geschrift speelt hij een belangrijke rol?
A. Ramayana
B. Veda’s
C. Upanisahads
D. Bhagavat gita
6. Vul het juiste woord in.
De meest recente geschriften die proberen de oude Vedateksten uit te leggen zijn de …
7. Wat houdt ‘sati’ in?
A. Dat de schedel van de overledene gespleten wordt zodat de ziel uit het lichaam kan
ontsnappen
B. Dat een vrouw van een overleden man als onrein wordt gezien en daarom niet mee mag
doen met religieuze gebeurtenissen
C. Dat een weduwe zich levend op de brandstapel werpt waarop haar man gecremeerd
wordt
D. Dat een overledene wordt gecremeerd in de buurt van de heilige rivier zodat de as
meteen kan worden uitgestrooid
8. De god Laksmi speelt een grote rol bij divali. Zij is de godin van:
A. De voorspoed
B. Het licht
, C. De verlossing
D. De pelgrims
9. De Ganges is om verschillende redenen een belangrijke rivier voor hindoes. Welke van de
onderstaande uitspraken is niet juist?
A. Hindoes laten zich hier dopen.
B. Overledenen worden aan de oever gecremeerd en de as wordt over de Ganges
uitgestrooid
C. Als pelgrim bezoeken hindoes de Ganges en wassen zich vrij van zonden
D. De God Shiva heeft zich gewassen in de Ganges
10. Hoe heet het gebedshuis van de hindoes?
A. Stoepa
B. Mandir
C. Pujari
D. Pandit
11. Stelling 1; In de Induscultuur werd vooral de moedergodin aanbeden, een
vruchtbaarheidssymbool.
Stelling 2: De Indusbeschaving overwon de Ariërs.
A. Beide stellingen zijn juist
B. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
C. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
D. Beide stellingen zijn onjuist
12. Hoe worden de ‘kastelozen’ ook wel genoemd?
A. De onaanraakbare
B. De brahmanen
C. De geestelijken
D. De strijders
13. Waar staat ‘Atman’ voor?
A. Het stuk Brahman in de mens
B. De verlossing
C. Het geheel van goede en slechte daden
14. Wat houdt ‘Moksha’ in?
A. Karma opbouwen
B. Reïncarnatie
C. Verlossing uit de samsara
15. De schepper-god, vaak afgebeeld met vier hoofden, is:
A. Brahma
B. Shiva
C. Krishna
D. Ganesha
16. Tot de belangrijkst geschriften van het hindoeïsme behoren de Veda’s. welk van de
onderstaande beweringen is juist?
A. Veda betekent letterlijk openbaring en de teksten zijn zo heilig dat veranderingen
onmogelijk zijn.
B. Veda’s zijn abstractie teksten over bijvoorbeeld het ontstaan van de aarde.
, C. De Veda’s zijn geschreven door priesters en worden ook wel woudteksten genoemd.
D. Veda’s zijn de meest recente geschriften uit het hindoeïsme.
17. Welke van de onderstaande leefregels behoort niet tot het hindoeïsme?
A. Vijf keer per dag bidden
B. Eenvoudig leven
C. Kennis hebben van de heilige boeken
D. Kwaad met goed vergelden
18. Welke van de onderstaande rituele hoort bij de geboorte?
A. Er worden speciale rijstkorrels op het hoofd gelegd
B. Het influisteren van spreuken en offeren van rijst
C. Het omhangen van drievoudig koord
D. Het trekken van de horoscoop door de priester en het blazen in het gezicht.
19. Tijdens het holifeest viert ment:
A. De overwinning van het goede op het kwade?
B. Het feest van het licht
C. De terugkeer van koning Rama
D. De geboorte van de goden
20. Stelling: De functie van yoga in het hindoeïsme is om in een meditatie te raken die inzicht
geeft in het Brahman.
A. Juist
B. Onjuist
21. Welke van de onderstaande beweringen is waar?
A. De religie die we nu het hindoeïsme noemen is een vermenging van de religies van de
Indusbeschaving en de Ariërs.
B. De religie die we nu het hindoeïsme noemen werd door de Ariërs aan de
Indusbeschaving opgelegd.
C. De religie die we nu het hindoeïsme ontstond toen de Ariërs het kastenstelsel invoerden
binnen de Indusbeschaving.
22. Welke van de onderstaande uitspraken geldt voor de chandala’s/kastelozen?
A. Zij waren van oudsher herders die het vee hoedden
B. Zij mogen geen beroep uitoefenen
C. Zij oefenen beroepen uit die te maken hebben met bloed of dood
23. Welk van de onderstaande begrippen geeft de kringloop van het leven en wedergeboorten
aan?
A. Stoepa
B. Moksha
C. Karma
D. Samsara
24. Welke god wordt hier afgebeeld?
A. Krishna
B. Shiva
C. Laksmi
D. Ganesha
