Farmacologie MK Blok 4
Inhoud
Hoofdstuk 11.3.1 Psychofarmaca (1): anxiolytica................................................................2
Hoofdstuk 11.3.2 Psychofarmaca (2): hypnotica..................................................................3
Hoofdstuk 11.3.3 Psychofarmaca (3): antidepressiva..........................................................4
Hoofdstuk 11.4. Psychofarmaca (4): antipsychotica............................................................9
Hoofdstuk 11.3.5 Psychofarmaca (5): antimanische geneesmiddelen
(stemmingsstabilisatoren)..................................................................................................10
, Hoofdstuk 11.3.1 Psychofarmaca (1): anxiolytica
o Angst of gespannenheid
- Niet noodzakelijkerwijs een abnormale geestestoestand.
- In stressvolle situatie, sollicitatiegesprek bv. -> normaal om wat gespannen te zijn.
- Stressvolle situaties hebben een geprogrammeerde reeks fysiologische en
psychologische reacties tot gevolg, waarbij sympathische activiteit omhooggaat,
stresshormonen worden afgescheiden en alertheidsniveau toeneemt.
- Sommige mensen worden echter angstig of gespannen in situaties die bij de meeste
mensen geen stress, gespannenheid of angst veroorzaken -> onnatuurlijke angst of
gespannenheid.
o Benzodiazepines
- Belangrijkste groep geneesmiddelen die wordt gebruikt voor verlichting van
kortdurende angst of gespannenheid.
- Medicatie: onder meer diazepam, alprazolam, chloordiazepoxide, lorazepam en
oxazepam.
- Geneesmiddelen binden aan GABA-receptoren en versterken remmende werking van
GABA (gamma-aminoboterzuur). Doordat GABA-receptoren op veel plaatsen in
hersenen voorkomen, is niet duidelijk waar deze middelen precies werken en door
middel van welk mechanisme ze angst of gespannenheid verlichten.
o Buspiron
- Anxiolyticum dat niet tot benzodiazepines behoort.
- Partiële agonist van serotoninereceptoren.
- Bètablokkers (vb. propranolol) zijn ook geregistreerde geneesmiddelen voor gebruik
bij angst of gespannenheid, maar hun werking -> overwegend fysiologisch i.p.v..
psychologisch.
- Vermindering van fysieke symptomen als trillen en palpitaties (hartkloppingen) kan
patiënt geruststellen en zo indirect angst of gespannenheid doen verlichten.
o Bijwerkingen van anxiolytica
- Dezelfde als die van hypnotica (slaapmiddelen), waarvan slaperigheid belangrijkste.
- In bijsluiter van deze geneesmiddelen -> daarom altijd waarschuwing opgenomen dat
mensen die voertuigen besturen of machines bedienen deze middelen niet moeten
gebruiken.
Meer weten GABAA- RECEPTOREN
- Gamma-aminoboterzuur -> belangrijkste remmende neurotransmitter in CZS
- Belangrijkste GABA-receptoren in hersenen behoren tot de groep ligand-geactiveerde
chloridekanalen - GABAA
- Anxiolytica o.b.v. benzodiazepine en hypnotica zoals lorazepam en nitrazepam
binden aan bindingsplaatsen op GABAA-receptor waardoor het openen van
chloridekanalen in aanwezigheid van GABA wordt gestimuleerd. Daardoor wordt de
remmende werking van GABA bevorderd (zie figuur 11.4).
Inhoud
Hoofdstuk 11.3.1 Psychofarmaca (1): anxiolytica................................................................2
Hoofdstuk 11.3.2 Psychofarmaca (2): hypnotica..................................................................3
Hoofdstuk 11.3.3 Psychofarmaca (3): antidepressiva..........................................................4
Hoofdstuk 11.4. Psychofarmaca (4): antipsychotica............................................................9
Hoofdstuk 11.3.5 Psychofarmaca (5): antimanische geneesmiddelen
(stemmingsstabilisatoren)..................................................................................................10
, Hoofdstuk 11.3.1 Psychofarmaca (1): anxiolytica
o Angst of gespannenheid
- Niet noodzakelijkerwijs een abnormale geestestoestand.
- In stressvolle situatie, sollicitatiegesprek bv. -> normaal om wat gespannen te zijn.
- Stressvolle situaties hebben een geprogrammeerde reeks fysiologische en
psychologische reacties tot gevolg, waarbij sympathische activiteit omhooggaat,
stresshormonen worden afgescheiden en alertheidsniveau toeneemt.
- Sommige mensen worden echter angstig of gespannen in situaties die bij de meeste
mensen geen stress, gespannenheid of angst veroorzaken -> onnatuurlijke angst of
gespannenheid.
o Benzodiazepines
- Belangrijkste groep geneesmiddelen die wordt gebruikt voor verlichting van
kortdurende angst of gespannenheid.
- Medicatie: onder meer diazepam, alprazolam, chloordiazepoxide, lorazepam en
oxazepam.
- Geneesmiddelen binden aan GABA-receptoren en versterken remmende werking van
GABA (gamma-aminoboterzuur). Doordat GABA-receptoren op veel plaatsen in
hersenen voorkomen, is niet duidelijk waar deze middelen precies werken en door
middel van welk mechanisme ze angst of gespannenheid verlichten.
o Buspiron
- Anxiolyticum dat niet tot benzodiazepines behoort.
- Partiële agonist van serotoninereceptoren.
- Bètablokkers (vb. propranolol) zijn ook geregistreerde geneesmiddelen voor gebruik
bij angst of gespannenheid, maar hun werking -> overwegend fysiologisch i.p.v..
psychologisch.
- Vermindering van fysieke symptomen als trillen en palpitaties (hartkloppingen) kan
patiënt geruststellen en zo indirect angst of gespannenheid doen verlichten.
o Bijwerkingen van anxiolytica
- Dezelfde als die van hypnotica (slaapmiddelen), waarvan slaperigheid belangrijkste.
- In bijsluiter van deze geneesmiddelen -> daarom altijd waarschuwing opgenomen dat
mensen die voertuigen besturen of machines bedienen deze middelen niet moeten
gebruiken.
Meer weten GABAA- RECEPTOREN
- Gamma-aminoboterzuur -> belangrijkste remmende neurotransmitter in CZS
- Belangrijkste GABA-receptoren in hersenen behoren tot de groep ligand-geactiveerde
chloridekanalen - GABAA
- Anxiolytica o.b.v. benzodiazepine en hypnotica zoals lorazepam en nitrazepam
binden aan bindingsplaatsen op GABAA-receptor waardoor het openen van
chloridekanalen in aanwezigheid van GABA wordt gestimuleerd. Daardoor wordt de
remmende werking van GABA bevorderd (zie figuur 11.4).