PHYLUM PORIFERA (sponzen)
Symmetrie Geen
Weefsels Verschillende celtypes, geen weefsels
– geflagelleerde choanocyten
– amoebocyten
– spongine & spicula vormen skelet
– afgeplatte wandcellen
Lichaamsopbouw • Soort holle zak met uitstroomopening: osculum
• Opgebouwd uit lichaamswand:
– Bevat poriën of ostia
– Binnenste rij choanocyten: een soort flesvormige cellen met flagellum
– Buitenste rij van afgeplatte cellen: epitheliale wand
– Daar tussen: gelatineuze matrix: mesohyl: bevat amoeboeide cellen
– Spicula uit calcium carbonaat of silicium = extra stevigheid
– Spongine vezels
Voeding - filtervoeders
- intracellulaire vertering
Ademahaling Via diffsie
Zenuwstelsel Geen
Voortplanting - aseksueel : knopvorming en fragmentatie
- seksueel : bepaalde choanocyten/amoeboide cellen worden zaadcel of eicel:
versmelten; larve hecht zich en groeit uit tot adult
- meerdere soorten zijn hermafrodiet, vaak kruisbevruchting
*larven vrijzwemmend
Regeneratie hoog regeneratiepotentieel
Toepassingen Voedselbron voor mariene organismen
• Produceren chemische stoffen met o.a. antibacteriële werking
- interesse farmaceutische industrie
• Mechanismen en moleculen voor cellulaire dedifferentiatie en (re)differentiatie o.a.
link met stamcelonderzoek
• Spongine skelet vormt basis voor ons huis- of badspons
– Slechts een 20-tal soorten commercieel geëxploiteerd
– Nu veelal synthetisch !
, PHYLUM CNIDARIA (neteldieren)
Symmetrie Radiale symmetrie (mond – geen anus)
Weefsels Opgebouwd uit weefsels – 2 kiemlagen : epidermis en gastrodermis
•Geen organen – sensorische cellen (licht, aanraking ..)
Vormen Twee vormen: meduse (vrijzwemmend) en poliep (sessiel) :
-Poliep: solitair of koloniaal, lichaamsopening is tegelijk mond en anus, omringd
door tentakels
-Meduse: sollitair, schijf- of paraplu-vorm met tentakels rond mond aan 1 zijde
Sommige Cnidaria wisselen meduse en poliep stadia af Toch overwicht naar 1
type: bvb zeeanemoon en kwal
Lichaamsopbow • Hydroskelet
• Exoskelet (chitine – Ca-carbonaaat)
• Gastrodermis
- Gastrodermale cellen
- Sensorische cellen
• Mesogloa
• Epidermis
- Epidermale cellen
- Nematocyten of cnidocyten
Voeding •carnivoor, nematocyten (netelcellen)
• extracellulaire + intracellulaire vertering
- Netelcellen op tentakels -> prooi naar mondopening –> in verteringsholte –>
extracellulaire vertering via enzymen gesecreteerd door kliercellen – >opname
door gastrodermis via fagocytose – >intracellulaire vertering –> onverteerde
resten via mond via water verwijderd
Ademhaling Via diffusie
Zenuwstelsel Netwerk van zenuwcellen aanwezig
Voortplanting Voortplanting met generatiewisseling:
- ongeslachtelijke poliepgeneratie
- geslachtelijke medusageneratie, gescheiden geslacht
Regeneratie Beide generaties zijn diploïd!
Toepassingen • Koraalriffen vormen schuilplaats voor veel jonge en kleine mariene dieren
• Steenkoralen vormen kalksteen
• Kunnen toxines afscheiden die inwerken op zenuwstelsel
• Bioluminescentie:
• Aequorea victoria (kristalkwal) leverde
• aequorine (reageert met Ca2+)
• Green Fluorescent Protein (GFP) → YFP, etc. Nobelprijs Chemie 2008
- O. Shimomura
• Discosoma sp. (koraal) leverde RFP
, PHYLUM PLATYHELMINTHES (platwormen)
Symmetrie • Bilaterale symmetrie → cephalisatie mogelijk
Lichaamsopbouw Triploblastisch
• Longitudinale en circulaire spieren
• Vrijlevend of endoparasitair
Voeding slechts 1 opening thv uitstulpbare pharynx en verder blind eindigende
vertakkingen – eerst extracellulaire vertering; dan intracellulair via fagocytose –
vele parasitairen nemen rechtstreeks reeds verteerd voedsel op van gastheer:
verteringsstelsel sterk gereduceerd tot zelfs afwezig
Ademhaling via diffusie, geen circulatiestelsel
Excretiestelsel* netwerk van vlamcellen en poriën in epidermis (=opperhuid)
(uitscheidingstelsel) (vooral osmoregulatie)
Zenuwstelsel anterior cerebraal ganglion en zenuwstrengen (laddertype) – vrijlevende
platwormen hebben fotoreceptoren op kop
Voortplanting - hermafrodiet, meestal kruisbevruchting - interne bevruchting, eiafleg en
externe ontwikkeling (soms via larve)
Regenratie in stukken: elk stuk groeit uit tot volledige platworm
Nut/Nadeel • Sterk regeneratievermogen onderzoek op o.a. Dugesia (planaria)
• Productieverlies in veeteelt → leverbot (Fasciola hepatica) herkauwers,
schapen gevoeliger dan runderen → tussengastheer voor lintwormen
• Infecties bij de mens → levercirrose (o.a. Clonorchis sinensis) →
schistosomiase (Schistosomia) → runder- en varkenslintworm
* het proces waarbij een organisme afvalstoffen en overtollige stoffen uit het bloed of uit lichaamsvloeistof
Symmetrie Geen
Weefsels Verschillende celtypes, geen weefsels
– geflagelleerde choanocyten
– amoebocyten
– spongine & spicula vormen skelet
– afgeplatte wandcellen
Lichaamsopbouw • Soort holle zak met uitstroomopening: osculum
• Opgebouwd uit lichaamswand:
– Bevat poriën of ostia
– Binnenste rij choanocyten: een soort flesvormige cellen met flagellum
– Buitenste rij van afgeplatte cellen: epitheliale wand
– Daar tussen: gelatineuze matrix: mesohyl: bevat amoeboeide cellen
– Spicula uit calcium carbonaat of silicium = extra stevigheid
– Spongine vezels
Voeding - filtervoeders
- intracellulaire vertering
Ademahaling Via diffsie
Zenuwstelsel Geen
Voortplanting - aseksueel : knopvorming en fragmentatie
- seksueel : bepaalde choanocyten/amoeboide cellen worden zaadcel of eicel:
versmelten; larve hecht zich en groeit uit tot adult
- meerdere soorten zijn hermafrodiet, vaak kruisbevruchting
*larven vrijzwemmend
Regeneratie hoog regeneratiepotentieel
Toepassingen Voedselbron voor mariene organismen
• Produceren chemische stoffen met o.a. antibacteriële werking
- interesse farmaceutische industrie
• Mechanismen en moleculen voor cellulaire dedifferentiatie en (re)differentiatie o.a.
link met stamcelonderzoek
• Spongine skelet vormt basis voor ons huis- of badspons
– Slechts een 20-tal soorten commercieel geëxploiteerd
– Nu veelal synthetisch !
, PHYLUM CNIDARIA (neteldieren)
Symmetrie Radiale symmetrie (mond – geen anus)
Weefsels Opgebouwd uit weefsels – 2 kiemlagen : epidermis en gastrodermis
•Geen organen – sensorische cellen (licht, aanraking ..)
Vormen Twee vormen: meduse (vrijzwemmend) en poliep (sessiel) :
-Poliep: solitair of koloniaal, lichaamsopening is tegelijk mond en anus, omringd
door tentakels
-Meduse: sollitair, schijf- of paraplu-vorm met tentakels rond mond aan 1 zijde
Sommige Cnidaria wisselen meduse en poliep stadia af Toch overwicht naar 1
type: bvb zeeanemoon en kwal
Lichaamsopbow • Hydroskelet
• Exoskelet (chitine – Ca-carbonaaat)
• Gastrodermis
- Gastrodermale cellen
- Sensorische cellen
• Mesogloa
• Epidermis
- Epidermale cellen
- Nematocyten of cnidocyten
Voeding •carnivoor, nematocyten (netelcellen)
• extracellulaire + intracellulaire vertering
- Netelcellen op tentakels -> prooi naar mondopening –> in verteringsholte –>
extracellulaire vertering via enzymen gesecreteerd door kliercellen – >opname
door gastrodermis via fagocytose – >intracellulaire vertering –> onverteerde
resten via mond via water verwijderd
Ademhaling Via diffusie
Zenuwstelsel Netwerk van zenuwcellen aanwezig
Voortplanting Voortplanting met generatiewisseling:
- ongeslachtelijke poliepgeneratie
- geslachtelijke medusageneratie, gescheiden geslacht
Regeneratie Beide generaties zijn diploïd!
Toepassingen • Koraalriffen vormen schuilplaats voor veel jonge en kleine mariene dieren
• Steenkoralen vormen kalksteen
• Kunnen toxines afscheiden die inwerken op zenuwstelsel
• Bioluminescentie:
• Aequorea victoria (kristalkwal) leverde
• aequorine (reageert met Ca2+)
• Green Fluorescent Protein (GFP) → YFP, etc. Nobelprijs Chemie 2008
- O. Shimomura
• Discosoma sp. (koraal) leverde RFP
, PHYLUM PLATYHELMINTHES (platwormen)
Symmetrie • Bilaterale symmetrie → cephalisatie mogelijk
Lichaamsopbouw Triploblastisch
• Longitudinale en circulaire spieren
• Vrijlevend of endoparasitair
Voeding slechts 1 opening thv uitstulpbare pharynx en verder blind eindigende
vertakkingen – eerst extracellulaire vertering; dan intracellulair via fagocytose –
vele parasitairen nemen rechtstreeks reeds verteerd voedsel op van gastheer:
verteringsstelsel sterk gereduceerd tot zelfs afwezig
Ademhaling via diffusie, geen circulatiestelsel
Excretiestelsel* netwerk van vlamcellen en poriën in epidermis (=opperhuid)
(uitscheidingstelsel) (vooral osmoregulatie)
Zenuwstelsel anterior cerebraal ganglion en zenuwstrengen (laddertype) – vrijlevende
platwormen hebben fotoreceptoren op kop
Voortplanting - hermafrodiet, meestal kruisbevruchting - interne bevruchting, eiafleg en
externe ontwikkeling (soms via larve)
Regenratie in stukken: elk stuk groeit uit tot volledige platworm
Nut/Nadeel • Sterk regeneratievermogen onderzoek op o.a. Dugesia (planaria)
• Productieverlies in veeteelt → leverbot (Fasciola hepatica) herkauwers,
schapen gevoeliger dan runderen → tussengastheer voor lintwormen
• Infecties bij de mens → levercirrose (o.a. Clonorchis sinensis) →
schistosomiase (Schistosomia) → runder- en varkenslintworm
* het proces waarbij een organisme afvalstoffen en overtollige stoffen uit het bloed of uit lichaamsvloeistof