1
Samenvatting management en organisatie
1. introductie
management:
- is the art of getting things done through people
- is the act of getting people together to accomplish desired goals and objectives
- is about how we get work done through others, it is concerned with the day-to day work of
setting objectives, motivating efforts, coordinating activities and shaping decisions
management stoelt op 3 pilaren:
1. Mensen
2. Doelen
3. Doelbewuste organisatiestructuur
Management is ook een continu proces van deze 3.
Managen = Het proces van coördineren en leidinggeven met als oogmerk de doelstelling van een
organisatie te behalen bij het streven naar een hoge efficiëntie en effectiviteit.
Efficiëntie:
- Minimale input zorgt voor maximale output
- Optimale beheer van schaarse economische middelen
- Activiteiten uitvoeren op zo een manier dat er zo weinig mogelijk overschotten zijn
- De dingen goed doen
Effectiviteit:
- Het stellen van relevante en haalbare doelen
- Het uitvoeren van de juiste taken om de doelen te bereiken
- Het behalen van de vooropgezette doelen
- De goede dingen doen
De manager : functies, rollen en vaardigheden
Op 5 manieren kan men de taken van managers omschrijven
1. mindset
the 5 mind-sets of a manager:
1. the managing self: the reflective mind-set
a. Hoe je als manager over je innerlijke zelf reflecteert
b. De manier waarop mensen met jou omgaan heeft vaak te maken met de manier
waarop jij met mensen omgaat
c. Ervaringen uit het verleden hebben grootte invloed op wat je zal doen in de
toekomst
2. managing organizations: the analytic mind-set
a. Analyse om te begrijpen hoe een organisatie in elkaar zit
b. Kan gebruik worden voor
i. Performantie te meten
Samenvatting management en organisatie Wout De Wachter
, 2
ii. Performantie te verbeteren
iii. Trouble-shooting
3. managing contact: the worldly mind-set
a. Managen van de context
b. Het kennen van de wereld, interageren met andere spelers met andere visie
4. managing relationships: the collaborative mind-set
a. Het managen van de professionele relaties tussen mensen
b. Meer luisteren dan spreken
5. managing change: the action mind-set
a. Meestal reageren op veranderingen in de omgeving
b. Leren omgaan met het feit dat je niet alles kan voorzien
Alle 5 even belangrijk om een goede manager te zijn.
2. functies en processen
Managen is een proces met 4 fasen:
1. Plannen
a. Formuleren van doelstelling
b. Strategieën ontwikkelen om deze doelstellingen te behalen
i. Identificeren van werkingsmiddelen
ii. Coördinatie en integratie van de benodigde activiteiten
2. Organiseren
a. Het identificeren van relevante taken
b. Toewijzen van deze taken aan de juiste medewerkers
c. Structureren van de relevante taken
i. Taken bundelen in werkeenheden
ii. Opstellen van de hiërarchie
Wie doet wat
Wie controleert wie
Wie neemt de beslissingen
3. Leidinggeven
a. Coördinatie om het doel te behalen
i. Aansturen
ii. Motiveren
iii. Conflicten oplossen
iv. Helpen
4. Controleren
a. Nagaan dat alles verloopt zoals gepland
i. Wat is er gerealiseerd
ii. Hoe is dit gerealiseerd
iii. Is dit gerealiseerd zoals gepland
b. Indien nodig bijsturen van de activiteiten
c. Onthouden voor toekomstige situaties
Dit is een sequentieel model, dat kan niet:
- Managers managen de actie direct
- Alles gebeurt continue
Samenvatting management en organisatie Wout De Wachter
, 3
Dus komt men af met managementrollen (10 rollen in 3 groepen)
3. managementrollen
De intermenselijke rollen , te maken met mensen, vertegenwoordiging en symbolisme
1) boegbeeld : het symbolische hoofd van de organisatie
2) De leider : motiveren en inspireren van werknemers
3) aanspreekpunt : netwerk van externe (en interne) contacten
De informatieve rollen , het ontvangen, verzamelen en verdelen van informatie
4) monitor : zoeken en ontvangen van interne en externe informatie
5) verspreider : informatie intern verspreiden naar de juiste personen
6) zegsman : informatie van binnen de organisatie verspreiden naar externe contacten
De beslissingsrollen, maken van keuzes voor de organisatie
7) ondernemer : zoeken van opportuniteiten en verbetering
8) probleemoplosser : corrigerende maatregelen nemen indien nodig
9) Toekenner van middelen : toewijzen van alle mogelijke middelen
10) onderhandelaar : organisatie vertegenwoordigen bij onderhandelingen
4. managementvaardigheden
1) Technische vaardigheden : specifieke vaardigheden in een bepaald (technisch) vakgebied
2) Menselijke vaardigheden : samenwerken met individuen en in team
3) Conceptuele vaardigheden: inzicht in abstracte situaties zoals high-level relaties tussen
bedrijfseenheden en ondernemingsstrategie
Hoeveel hoger de manager hoeveel minder technische vaardigheden ze nodig hebben en hoeveel
meer conceptuele vaardigheden enz. Alle niveaus van managers hebben de menselijke vaardigheden
nodig.
Soorten managers: meer senioriteit leidt tot meer verantwoordelijkheid
- Senior manager (5-10 jaar ervaring)
- Junior-manager (minder dan 5 jaar ervaring)
- Gestructureerd volgens een hiërarchie : verschillende organisatieniveaus hebben nood aan
verschillende soorten managers
Kan ook op basis van expertise:
- Operationele manager
- HR-manager
- R en D manager
Samenvatting management en organisatie Wout De Wachter
, 4
Samengevat een manager:
- Voert het managementproces uit op een efficiënte en effectieve wijze
- Plant, organiseert, coördineert en controleert de bedrijfsprocessen ten einde de
vooropgestelde doelstellingen te behalen
- Motiveert werknemers en stuurt hen aan om actie te ondernemen zodat de doelen
gerealiseerd kunnen worden
- Heeft
o 5 mind-sets
o 4 functies
o 10 rollen
o 3 vaardigheden
De organisatie
Heeft:
- Specifiek doel
- Doelbewuste structuur
- Gebaseerd op de samenwerking van mensen
Een organisatie is een heterogene groep mensen (job, expertise, interesse, geografie, socio-
demografische kenmerken) met een gemeenschappelijk doel (tijdsgebonden, over een bepaald
onderwerp, situeert zich op een bepaald organisatieniveau en heeft een bepaalde prioriteit)
- De studie van een organisatie is de studie van menselijk gedrag
Het doel van een organisatie is nodig voor:
- Richtlijn voor de toekomst (anders doe je maar wat)
- Richtlijn voor activiteiten en gedrag
- Richtlijn voor controle en evaluatie
- Richtlijn voor het nemen van beslissingen
Structuur van de organisatie
Een organisatie heeft ook een doelbewuste structuur:
- Zorgt ervoor dat iedereen in de organisatie weet wie wat doet waar ze het doen en wanneer.
- Helpt mensen om hun doel te bereiken, want zo weten ze voor welk doel ze
verantwoordelijk zijn
- Er is nog een verschil tussen de formele en informele structuur in de organisatie
o Formeel:
▪ Hiërarchisch overzicht
▪ Gebaseerd op functies, taken en verantwoordelijkheden
▪ Omvat duidelijk omschreven regels, voorschriften en werkwijzen
▪ Wordt op papier gezet
▪ Als altijd gevold → zeer traag
o Informeel
▪ Gebaseerd op intermenselijke relaties
▪ Omvat impliciete regels, voorschriften en werkwijzen
▪ Meer flexibel
▪ Laat toe dat taken sneller worden uitgevoerd
▪ Dwingt geen officiële hiërarchie af
Samenvatting management en organisatie Wout De Wachter
Samenvatting management en organisatie
1. introductie
management:
- is the art of getting things done through people
- is the act of getting people together to accomplish desired goals and objectives
- is about how we get work done through others, it is concerned with the day-to day work of
setting objectives, motivating efforts, coordinating activities and shaping decisions
management stoelt op 3 pilaren:
1. Mensen
2. Doelen
3. Doelbewuste organisatiestructuur
Management is ook een continu proces van deze 3.
Managen = Het proces van coördineren en leidinggeven met als oogmerk de doelstelling van een
organisatie te behalen bij het streven naar een hoge efficiëntie en effectiviteit.
Efficiëntie:
- Minimale input zorgt voor maximale output
- Optimale beheer van schaarse economische middelen
- Activiteiten uitvoeren op zo een manier dat er zo weinig mogelijk overschotten zijn
- De dingen goed doen
Effectiviteit:
- Het stellen van relevante en haalbare doelen
- Het uitvoeren van de juiste taken om de doelen te bereiken
- Het behalen van de vooropgezette doelen
- De goede dingen doen
De manager : functies, rollen en vaardigheden
Op 5 manieren kan men de taken van managers omschrijven
1. mindset
the 5 mind-sets of a manager:
1. the managing self: the reflective mind-set
a. Hoe je als manager over je innerlijke zelf reflecteert
b. De manier waarop mensen met jou omgaan heeft vaak te maken met de manier
waarop jij met mensen omgaat
c. Ervaringen uit het verleden hebben grootte invloed op wat je zal doen in de
toekomst
2. managing organizations: the analytic mind-set
a. Analyse om te begrijpen hoe een organisatie in elkaar zit
b. Kan gebruik worden voor
i. Performantie te meten
Samenvatting management en organisatie Wout De Wachter
, 2
ii. Performantie te verbeteren
iii. Trouble-shooting
3. managing contact: the worldly mind-set
a. Managen van de context
b. Het kennen van de wereld, interageren met andere spelers met andere visie
4. managing relationships: the collaborative mind-set
a. Het managen van de professionele relaties tussen mensen
b. Meer luisteren dan spreken
5. managing change: the action mind-set
a. Meestal reageren op veranderingen in de omgeving
b. Leren omgaan met het feit dat je niet alles kan voorzien
Alle 5 even belangrijk om een goede manager te zijn.
2. functies en processen
Managen is een proces met 4 fasen:
1. Plannen
a. Formuleren van doelstelling
b. Strategieën ontwikkelen om deze doelstellingen te behalen
i. Identificeren van werkingsmiddelen
ii. Coördinatie en integratie van de benodigde activiteiten
2. Organiseren
a. Het identificeren van relevante taken
b. Toewijzen van deze taken aan de juiste medewerkers
c. Structureren van de relevante taken
i. Taken bundelen in werkeenheden
ii. Opstellen van de hiërarchie
Wie doet wat
Wie controleert wie
Wie neemt de beslissingen
3. Leidinggeven
a. Coördinatie om het doel te behalen
i. Aansturen
ii. Motiveren
iii. Conflicten oplossen
iv. Helpen
4. Controleren
a. Nagaan dat alles verloopt zoals gepland
i. Wat is er gerealiseerd
ii. Hoe is dit gerealiseerd
iii. Is dit gerealiseerd zoals gepland
b. Indien nodig bijsturen van de activiteiten
c. Onthouden voor toekomstige situaties
Dit is een sequentieel model, dat kan niet:
- Managers managen de actie direct
- Alles gebeurt continue
Samenvatting management en organisatie Wout De Wachter
, 3
Dus komt men af met managementrollen (10 rollen in 3 groepen)
3. managementrollen
De intermenselijke rollen , te maken met mensen, vertegenwoordiging en symbolisme
1) boegbeeld : het symbolische hoofd van de organisatie
2) De leider : motiveren en inspireren van werknemers
3) aanspreekpunt : netwerk van externe (en interne) contacten
De informatieve rollen , het ontvangen, verzamelen en verdelen van informatie
4) monitor : zoeken en ontvangen van interne en externe informatie
5) verspreider : informatie intern verspreiden naar de juiste personen
6) zegsman : informatie van binnen de organisatie verspreiden naar externe contacten
De beslissingsrollen, maken van keuzes voor de organisatie
7) ondernemer : zoeken van opportuniteiten en verbetering
8) probleemoplosser : corrigerende maatregelen nemen indien nodig
9) Toekenner van middelen : toewijzen van alle mogelijke middelen
10) onderhandelaar : organisatie vertegenwoordigen bij onderhandelingen
4. managementvaardigheden
1) Technische vaardigheden : specifieke vaardigheden in een bepaald (technisch) vakgebied
2) Menselijke vaardigheden : samenwerken met individuen en in team
3) Conceptuele vaardigheden: inzicht in abstracte situaties zoals high-level relaties tussen
bedrijfseenheden en ondernemingsstrategie
Hoeveel hoger de manager hoeveel minder technische vaardigheden ze nodig hebben en hoeveel
meer conceptuele vaardigheden enz. Alle niveaus van managers hebben de menselijke vaardigheden
nodig.
Soorten managers: meer senioriteit leidt tot meer verantwoordelijkheid
- Senior manager (5-10 jaar ervaring)
- Junior-manager (minder dan 5 jaar ervaring)
- Gestructureerd volgens een hiërarchie : verschillende organisatieniveaus hebben nood aan
verschillende soorten managers
Kan ook op basis van expertise:
- Operationele manager
- HR-manager
- R en D manager
Samenvatting management en organisatie Wout De Wachter
, 4
Samengevat een manager:
- Voert het managementproces uit op een efficiënte en effectieve wijze
- Plant, organiseert, coördineert en controleert de bedrijfsprocessen ten einde de
vooropgestelde doelstellingen te behalen
- Motiveert werknemers en stuurt hen aan om actie te ondernemen zodat de doelen
gerealiseerd kunnen worden
- Heeft
o 5 mind-sets
o 4 functies
o 10 rollen
o 3 vaardigheden
De organisatie
Heeft:
- Specifiek doel
- Doelbewuste structuur
- Gebaseerd op de samenwerking van mensen
Een organisatie is een heterogene groep mensen (job, expertise, interesse, geografie, socio-
demografische kenmerken) met een gemeenschappelijk doel (tijdsgebonden, over een bepaald
onderwerp, situeert zich op een bepaald organisatieniveau en heeft een bepaalde prioriteit)
- De studie van een organisatie is de studie van menselijk gedrag
Het doel van een organisatie is nodig voor:
- Richtlijn voor de toekomst (anders doe je maar wat)
- Richtlijn voor activiteiten en gedrag
- Richtlijn voor controle en evaluatie
- Richtlijn voor het nemen van beslissingen
Structuur van de organisatie
Een organisatie heeft ook een doelbewuste structuur:
- Zorgt ervoor dat iedereen in de organisatie weet wie wat doet waar ze het doen en wanneer.
- Helpt mensen om hun doel te bereiken, want zo weten ze voor welk doel ze
verantwoordelijk zijn
- Er is nog een verschil tussen de formele en informele structuur in de organisatie
o Formeel:
▪ Hiërarchisch overzicht
▪ Gebaseerd op functies, taken en verantwoordelijkheden
▪ Omvat duidelijk omschreven regels, voorschriften en werkwijzen
▪ Wordt op papier gezet
▪ Als altijd gevold → zeer traag
o Informeel
▪ Gebaseerd op intermenselijke relaties
▪ Omvat impliciete regels, voorschriften en werkwijzen
▪ Meer flexibel
▪ Laat toe dat taken sneller worden uitgevoerd
▪ Dwingt geen officiële hiërarchie af
Samenvatting management en organisatie Wout De Wachter
