HC 1 Algemene farmacologie
Farmacologie = verklaring van de werking van farmaca (=biologisch actieve verbindingen,
inclusief toxines) in het lichaam van de mens of dier.
- farmacokinetiek: wat doet het lichaam met het farmacon? hoe farmaca/farmacon door
het lichaam heen gaat. Vanaf moment dat je het inslikt/-spuit (absorptie) tot dat het weer
het lichaam uitkomt (via faces, ontlasting of via urine)
- farmacodynamiek: Wat doet het farmacon met het lichaam? Hoe reageert het lichaam
Farmacotherapie = behandeling (therapie) van ziekten en aandoeningen met
geneesmiddelen (farmaca). Welke farmaca voorschrijven voor een zo goed mogelijke
behandeling.
- hoofdwerking = effect(en) waarvoor het middel wordt toegediend. (lijkt op
farmacodynamiek)
- bijwerking = ongewenst effect (= adverse drug reaction).
- intoxicatie = ongewenst effect door (opzettelijke) overdosering.
Werking geneesmiddelen
- Placebo (effect)
-> een preparaat dat geen farmacologisch actieve substantie bevat. (TikTak)
Psychologisch een patient zo beinvloeden dat symptomen verminderen of zelfs helemaal
verdwijden.
- Nocebo (effect)
-> een placebo dat ongewenste effecten (dus bijwerkingen) heeft. Word vaker
gekoppeld aan het negatief verwachtingseffect. (moeilijk te onderscheiden of dit nog een
bijwerking is of dat het tussen de oren zit dus dat het niet daadwerkelijk komt door de
actieve substantie) wordt besproken bij statines (een bepaalde groep
cholesterolverlagers), een veel voorkomende bijwerking is spierpijnen en heel veel patienten
ervaren bij gebruik van deze statines spierpijnen -> de vraag is alleen of die spierpijn echt
veroorzaakt wordt door het geneesmiddel of koppelt men een vors rondje hardlopen (wat
ook spierpijn veroorzaakt) aan het geneesmiddel -> MOEILIJK om onderscheid tussen te
maken.
OEFENVRAAG 1
Wat is het kenmerkende verschil tussen een placebo tablet en een geneesmiddel tablet?
- Een placebo tablet:
A. heeft geen therapeutisch effect
B. heeft geen bijwerkingen
C. bevat geen farmacologisch actieve verbinding
D. heeft een andere farmaceutische vormgeving
Farmacokinetiek VS Farmacodynamiek
1. Farmacokinetiek = hoe het geneesmiddel door het lichaam gaat.
Absorptie
Distributie
Metabolisme
1
Farmacologie = verklaring van de werking van farmaca (=biologisch actieve verbindingen,
inclusief toxines) in het lichaam van de mens of dier.
- farmacokinetiek: wat doet het lichaam met het farmacon? hoe farmaca/farmacon door
het lichaam heen gaat. Vanaf moment dat je het inslikt/-spuit (absorptie) tot dat het weer
het lichaam uitkomt (via faces, ontlasting of via urine)
- farmacodynamiek: Wat doet het farmacon met het lichaam? Hoe reageert het lichaam
Farmacotherapie = behandeling (therapie) van ziekten en aandoeningen met
geneesmiddelen (farmaca). Welke farmaca voorschrijven voor een zo goed mogelijke
behandeling.
- hoofdwerking = effect(en) waarvoor het middel wordt toegediend. (lijkt op
farmacodynamiek)
- bijwerking = ongewenst effect (= adverse drug reaction).
- intoxicatie = ongewenst effect door (opzettelijke) overdosering.
Werking geneesmiddelen
- Placebo (effect)
-> een preparaat dat geen farmacologisch actieve substantie bevat. (TikTak)
Psychologisch een patient zo beinvloeden dat symptomen verminderen of zelfs helemaal
verdwijden.
- Nocebo (effect)
-> een placebo dat ongewenste effecten (dus bijwerkingen) heeft. Word vaker
gekoppeld aan het negatief verwachtingseffect. (moeilijk te onderscheiden of dit nog een
bijwerking is of dat het tussen de oren zit dus dat het niet daadwerkelijk komt door de
actieve substantie) wordt besproken bij statines (een bepaalde groep
cholesterolverlagers), een veel voorkomende bijwerking is spierpijnen en heel veel patienten
ervaren bij gebruik van deze statines spierpijnen -> de vraag is alleen of die spierpijn echt
veroorzaakt wordt door het geneesmiddel of koppelt men een vors rondje hardlopen (wat
ook spierpijn veroorzaakt) aan het geneesmiddel -> MOEILIJK om onderscheid tussen te
maken.
OEFENVRAAG 1
Wat is het kenmerkende verschil tussen een placebo tablet en een geneesmiddel tablet?
- Een placebo tablet:
A. heeft geen therapeutisch effect
B. heeft geen bijwerkingen
C. bevat geen farmacologisch actieve verbinding
D. heeft een andere farmaceutische vormgeving
Farmacokinetiek VS Farmacodynamiek
1. Farmacokinetiek = hoe het geneesmiddel door het lichaam gaat.
Absorptie
Distributie
Metabolisme
1