1. Classificatie en diagnostiek
Criteria om te kunnen spreken van een stoornis:
• Significant meer problemen dan gemiddeld: persoon gesitueerd op relevante
dimensies aan het extreme uiteinde
- Rechterkant: ongewenste trekken
- Linkerkant: gewenste trekken
- Meer of minder ernstige mate vd stoornis
• Problemen op de verschillende dimensies
• Problemen zijn hardnekkig/persistent, niet tijdelijk
• Problemen zijn pervasief: symptomen in verschillende contexten
• Problemen zijn niet leeftijdsadequaat: niet toe te wijzen aan de leeftijd
• Problemen leiden tot significante belemmeringen: hinder voor de persoon in
het dagelijkse leven, negatieve impact op omgeving, ernstige belemmering
niet meer tijdelijk
Wat zijn gedragsproblemen?
= Brede waaier van problemen van kinderen die storend, ongewenst of
ongewoon zijn
Wat zijn ‘leerproblemen’?
= Allerhande problemen op vlak van leren die een invloed hebben op het
schools functioneren
Classificatie
= systematisch ordenen en groeperen van problemen op basis van gelijke
eigenschappen en onderlinge relaties
• Classificatie ≠ diagnostiek
• Grote verscheidenheid aan problemen
à nood aan ordening en indeling (op basis van gelijke eigenschappen en
onderlinge relaties)
• Gemeenschappelijke taal voor onderlinge communicatie tussen professionals:
verstaan we hetzelfde bij bv aandachtsproblemen? = verwijzen naar dezelfde
gedragskenmerken
à belangrijk voor diagnose en behandeling
• 2 soorten classificatie(systemen):
Beide systemen: voor – en nadelen. De laatste jaren toenadering
tussen beide systemen!
, 1. Klinisch – psychiatrische classificatiesystemen
• Psychiatrische stoornissen = onafhankelijke en duidelijk afgelijnde ziekte-
entiteiten, met voor elke stoornis diagnostische en differentiaal diagnostische
criteria
- Diagnostische criteria: een welbepaald aantal criteria van een stoornis
scoort positief bij een individu
- Differentiaal diagnostische criteria: criteria van andere stoornissen kunnen
worden uitgesloten
- Indien voldaan aan nodige criteria: stoornis classificeren, stoornis aan
individu toekennen en diagnose stellen
• Categoriaal: men heeft een stoornis of men heeft ze niet
• Bekendste psychiatrische classificatiesystemen: DSM-5 en ICD-10
- Stoornissen worden geoperationaliseerd dmv criteria, deze geven de
volgende kenmerken weer:
o Kernsymptomen van een stoornis
o Duur en aanvang van symptomen en de mate waarin symptomen het
normale functioneren verstoren
® DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
® ICD: International Classification of Diseases, ontwikkeld door World
Health Organization, 1992
• Alle klinisch-psychiatrische classificatiesystemen leunen aan bij het medische
model (paradigma)
• Ernstige problemen worden onderverdeeld in duidelijk omschreven ‘stoornis’-
categorieën
® Iedere stoornis heeft aparte oorzaken
DSM-5
= ‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’
= Systeem om problematieken van individuen te beschrijven en te classificeren
in ‘stoorniscategorieën’
Ø Vraag: bij welk paradigma leunt DSM aan? > Medische model
Nieuw in DSM-5
• Geen Romeins cijfer meer
• 3 delen:
1. Uitleg over indeling en uitgangspunten
2. 22 hoofdcategorieën met diagnostisch en differentiaal diagnostische
criteria
Criteria om te kunnen spreken van een stoornis:
• Significant meer problemen dan gemiddeld: persoon gesitueerd op relevante
dimensies aan het extreme uiteinde
- Rechterkant: ongewenste trekken
- Linkerkant: gewenste trekken
- Meer of minder ernstige mate vd stoornis
• Problemen op de verschillende dimensies
• Problemen zijn hardnekkig/persistent, niet tijdelijk
• Problemen zijn pervasief: symptomen in verschillende contexten
• Problemen zijn niet leeftijdsadequaat: niet toe te wijzen aan de leeftijd
• Problemen leiden tot significante belemmeringen: hinder voor de persoon in
het dagelijkse leven, negatieve impact op omgeving, ernstige belemmering
niet meer tijdelijk
Wat zijn gedragsproblemen?
= Brede waaier van problemen van kinderen die storend, ongewenst of
ongewoon zijn
Wat zijn ‘leerproblemen’?
= Allerhande problemen op vlak van leren die een invloed hebben op het
schools functioneren
Classificatie
= systematisch ordenen en groeperen van problemen op basis van gelijke
eigenschappen en onderlinge relaties
• Classificatie ≠ diagnostiek
• Grote verscheidenheid aan problemen
à nood aan ordening en indeling (op basis van gelijke eigenschappen en
onderlinge relaties)
• Gemeenschappelijke taal voor onderlinge communicatie tussen professionals:
verstaan we hetzelfde bij bv aandachtsproblemen? = verwijzen naar dezelfde
gedragskenmerken
à belangrijk voor diagnose en behandeling
• 2 soorten classificatie(systemen):
Beide systemen: voor – en nadelen. De laatste jaren toenadering
tussen beide systemen!
, 1. Klinisch – psychiatrische classificatiesystemen
• Psychiatrische stoornissen = onafhankelijke en duidelijk afgelijnde ziekte-
entiteiten, met voor elke stoornis diagnostische en differentiaal diagnostische
criteria
- Diagnostische criteria: een welbepaald aantal criteria van een stoornis
scoort positief bij een individu
- Differentiaal diagnostische criteria: criteria van andere stoornissen kunnen
worden uitgesloten
- Indien voldaan aan nodige criteria: stoornis classificeren, stoornis aan
individu toekennen en diagnose stellen
• Categoriaal: men heeft een stoornis of men heeft ze niet
• Bekendste psychiatrische classificatiesystemen: DSM-5 en ICD-10
- Stoornissen worden geoperationaliseerd dmv criteria, deze geven de
volgende kenmerken weer:
o Kernsymptomen van een stoornis
o Duur en aanvang van symptomen en de mate waarin symptomen het
normale functioneren verstoren
® DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
® ICD: International Classification of Diseases, ontwikkeld door World
Health Organization, 1992
• Alle klinisch-psychiatrische classificatiesystemen leunen aan bij het medische
model (paradigma)
• Ernstige problemen worden onderverdeeld in duidelijk omschreven ‘stoornis’-
categorieën
® Iedere stoornis heeft aparte oorzaken
DSM-5
= ‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’
= Systeem om problematieken van individuen te beschrijven en te classificeren
in ‘stoorniscategorieën’
Ø Vraag: bij welk paradigma leunt DSM aan? > Medische model
Nieuw in DSM-5
• Geen Romeins cijfer meer
• 3 delen:
1. Uitleg over indeling en uitgangspunten
2. 22 hoofdcategorieën met diagnostisch en differentiaal diagnostische
criteria