100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Zuren en Basen scheikunde (VWO 5)

Rating
-
Sold
-
Pages
13
Uploaded on
02-05-2021
Written in
2020/2021

alles van Zuren en Basen samengevat (vwo scheikunde)

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Uploaded on
May 2, 2021
Number of pages
13
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Scheikunde
Zuren en anti-zuren

Taak 1.1: Belangrijke kenmerken van zuren
(macro)
Zure oplossingen geleiden stroom, ze horen dus net als de zouten tot de
elektrolyten. In metalen wordt het ladingstransport verzorgt door bewegende
elektronen, in zout- en zuuroplossingen door verplaatsende ionen.
Hoe zuur een oplossing is geven we aan met de pH. Er zijn stoffen die door een
kleurverschil aan kunnen geven of een oplossing zuur bevat of niet =
indicatoren (Binas 52A). Ook pH-meters kunnen de pH meten.
Als je een oplossing 10x verdunt, wordt de nieuwe pH één waarde groter. Als de
pH 7 is dan heeft verdunnen geen effect meer.
Waterstofchloride (HCl) is een voorbeeld van een zuur. Opgelost in water heet
dit zoutzuur. Azijn is een oplossing van azijnzuur (CH3COOH) in water. Voor
het gemak schrijft men vaak HAc.

Taak 1.2: Anti-zuren (basen)
Er zijn stoffen die de eigenschappen van een zuur wegnemen. Dat zijn basen.
Basische oplossingen smaken vies, zeepachtig en bitter. Ze zijn gevaarlijk omdat
ze je huid aantasten. Ook zijn je ogen er heel kwetsbaar voor. Ook basen
geleiden stroom en zijn dus elektrolyten.
Natriumhydroxide (NaOH) is een veel gebruikte base. De oplossing in water heet
natronloog.
Om aan te tonen hoe basis een oplossing is, is er de pOH.

Taak 1.3: Zuurgraad en basegraad gecombineerd
Door de pH boven de 7 te laten lopen combineer je de pH en pOH. Een basische
oplossing heeft een pH van hoger dan 7. Telkens als je dan 10x verdunt, zakt de
pH een punt in waarde. Ook hier geldt: als je eenmaal bij pH = 7 aangekomen
bent, heeft verdunnen geen zin meer.
Om zoutzuur te ontzuren is natronloog nodig in de molverhouding 1 : 1. Ook
natriumcarbonaat (soda) en ammoniak zijn basen.
Er zijn maar een paar hele erge zuren: zoutzuur, zwavelzuur en salpeterzuur
zijn de bekendste. Dit heten sterke zuren.
Het kenmerk van zwakke zuren is dat de oplossing:
 Een hogere pH heeft (de pH komt nooit onder de 2);
 Veel minder goed stroom geleidt;
 Veel minder heftig reageert met bv. soda, krijt en magnesium;
 Om te neutraliseren evenveel base nodig heeft als sterk zuur.




Pagina 1 van 13

, Taak 2.1: Verklaring op microniveau
Lavoisier dacht dat het element
zuurstof onmisbaar was voor een zuur.
Hierdoor kreeg in Nederland zuurstof
zijn naam. Dit klopt echter niet. Het
bewijs is waterstofchloride (zoutzuur is
hiervan de oplossing in water).
Zouten kunnen oplossen in water. De
waterdipolen trekken de ionen uit hun
ionenrooster (hydratatie). Hierdoor
ontstaan er ionen die onafhankelijk van
elkaar kunnen bewegen. Door die
bewegingsvrijheid van die ionen kan een zoutoplossing stroom geleiden. Zie het
plaatje hiernaast.
Het waterstofchloride molecuul is een
dipool. Dat verklaart dat het goed oplost
in water. Die oplossing kan echter ook
stroom geleiden. Er gebeurt dus blijkbaar
hetzelfde als bij zouten. De
watermoleculen trekken de HCl-
moleculen uit elkaar waardoor een H+ en
een Cl- ion ontstaan. Het
gemeenschappelijk elektronenpaar blijft
dus bij chloor. Er ontstaan ionen i.p.v.
losse atomen. De watermoleculen gaan
eromheen zitten zodat de ionen niet meer bij elkaar kunnen komen.
Het verschil tussen een zoutoplossing en een oplossing van een zuur is dat bij
een zuur het H+ ion de plaats inneemt van het positieve metaalion.

Taak 2.2: De pH
Hoe meer H+ ionen een oplossing bevat, hoe zuurder die oplossing is.

pH =−log ¿ ¿ en andersom ¿


Taak 2.3: Ontzuren, neutralisatie en pOH
Natronloog (Na+ en OH-) kan zoutzuur neutraliseren. Dat betekent dat de H+
−¿→ H2 O ¿
ionen moeten verdwijnen. Het OH- ion kan dat want H +¿+O H ¿
. het OH- ion is dus
een deeltje dat van natronloog een basische oplossing maakt. Veel OH - betekent
een sterk basische oplossing.
pOH =−log ¿ ¿ en andersom ¿

Bij 25 ºC geldt: pH + pOH =14




Pagina 2 van 13

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
uvageneeskundestudent Universiteit van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
274
Member since
4 year
Number of followers
237
Documents
14
Last sold
6 months ago

4.4

58 reviews

5
32
4
19
3
6
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions